'Bruggen slaan tussen agrofoodsector in VS en Nederland'

Ondanks de enorme export, importeert de VS nog veel voedsel. De koers is om voor meer producten zelfvoorziening te realiseren, zegt Kim Tran, de nieuwe landbouwattaché op de Nederlandse ambassade in Washington. “Dat vraagt om forse investeringen. Ik ben ervan overtuigd dat hier kansen liggen voor de Nederlandse agrofoodsector.”

In opdracht van de Nederlandse ambassade rekende Wageningen Universiteit (WUR) uit dat volledige vervanging van de voedselimport door lokale productie vraagt om een investering van bijna $11 miljard. “Mogelijk kunnen Nederlandse bedrijven hiervan 10% voor hun rekening nemen, bijvoorbeeld bij de ontwikkeling van de bedekte tuinbouw in stedelijke gebieden. Als landbouwattaché breng ik hiervoor partijen uit de VS en Nederland met elkaar in contact.”

Kim Tran
Kim Tran

Handelspolitiek

Kim Tran studeerde International Economics & Business aan de Rijksuniversiteit Groningen. Vervolgens werkte ze bij de ministeries van LNV en Buitenlandse Zaken en bij RVO. Ook was zij actief op de economische afdeling van de Nederlandse ambassade in de Vietnamese hoofdstad Hanoi. “Ik heb me in bijna al mijn vorige functies beziggehouden met economische ontwikkeling en handelspolitiek. Op mijn laatste werkplek bij RVO was ik actief op het terrein van ontwikkelingssamenwerking. Ik vind het belangrijk om een bijdrage te leveren aan maatschappelijke uitdagingen. Het bedrijfsleven speelt hierin een essentiële rol.”

Toegang tot voedsel

Hoewel haar grootouders op de rijstvelden in Vietnam werkten, is dat niet haar drijfveer om voor de landbouw actief te zijn. “Belangrijker voor mij is dat ik wil bijdragen aan de toegang tot veilig, voedzaam en voldoende voedsel voor iedereen, onafhankelijk van de plek waar je bent geboren. Door mijn achtergrond en werkervaring in ontwikkelingssamenwerking weet ik dat toegang tot voedsel niet een vanzelfsprekendheid is. Ik ben een bevoorrecht mens om in Nederland te zijn geboren. Daar ben ik enorm dankbaar voor, overigens ook voor deze kans op de ambassade in Washington te mogen werken.”    

'De Amerikaanse agrofoodsector kijkt met respect naar de Nederlandse agrosector. Zo’n klein land en dan toch de tweede landbouwexporteur van de wereld, dat dwingt respect af'

Dynamische stad

Met haar gezin – man en vier kinderen (1,4, 9 en 10 jaar) – is Tran afgelopen zomer naar Washington verhuisd. “Dat was een hele onderneming. Hoewel in de eerste instantie de kinderen het allemaal erg spannend vonden, lijken zij zich veel sneller aan de nieuwe omgeving aan te passen dan mijn man en ik. Ze gaan elke dag met plezier naar school. Ook mijn man voelt zich hier al thuis. Washington is een dynamische stad in een groene, heuvelachtige omgeving. We trekken er met de fiets regelmatig op uit en genieten volop.”

Tweede thuis

Tran heeft veel familie in de VS wonen. In de jaren tachtig vestigden die zich in de VS, nadat ze waren gevlucht uit Vietnam. Op die manier zijn Tran’s ouders ook in Nederland terechtgekomen.

Met haar ervaring bij LNV, Buitenlandse Zaken en RVO hoopt Tran impact te kunnen maken. “Met ons landbouwteam op de ambassade kunnen wij partijen uit Nederland en de VS met elkaar in verbinding brengen. Wij zijn in feite bruggenbouwers en zetten daarvoor ons netwerk in beide landen in.”

Lees verder onder foto

In de VS gekweekte tulpen uit Nederlandse bollen en uitgedeeld tijdens EU-evenement op Capital Hill
In de VS gekweekte tulpen uit Nederlandse bollen en uitgedeeld tijdens EU-evenement op Capital Hill

Prioriteiten stellen

De VS is een enorm land, meer dan tweehonderd keer zo groot als Nederland. “Ons team kan niet alles doen, we moeten prioriteiten stellen. Dat doen we trouwens in overleg met de economische afdelingen op de vijf Nederlandse Consulaten-Generaal in dit land. We maken samen een strategisch jaarplan. Daar komen onze speerpunten in te staan.”

Bedekte tuinbouw

Een daarvan is bedekte tuinbouw en dan met name innovatieve tuinbouwtechnologie, weet Tran nu al. “De koers in de VS is local for local, vooral op het gebied van groenten en fruit. Het Nederlandse bedrijfsleven loopt in deze sectoren voorop en dat wordt hier ook zo gezien. De Amerikaanse agrofoodsector kijkt met respect naar de Nederlandse agrosector. Zo’n klein land en dan toch de tweede landbouwexporteur van de wereld, dat dwingt respect af.”

Lees verder onder foto

Nieuw fruitteeltbedrijf in Kentucky met 125.000 jonge appelbomen
Nieuw fruitteeltbedrijf in Kentucky met 125.000 jonge appelbomen

Nieuw fruitteeltbedrijf

Alles is groot in de VS en dat geldt zeker voor de agrarische sector. “Ik was pas op bezoek bij een nieuw fruitteeltbedrijf. Het ging om een investeerder die eerst actief was in de mijnbouw en nu perspectief ziet in de appelteelt. Hij sprak over een pilot, maar het ging wel om 125.000 bomen. Een nieuw tuinbouwgebied in Kentucky waar Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen bij betrokken zijn, groeit komende jaren van 20 naar 500 hectare. Dan werken er tweeduizend mensen. Ik vind het mooi dat Nederlandse partijen daar actief aan bijdragen.”  

Klimaat   

Langzaam maar zeker moet duidelijk worden welke koers de Amerikaanse overheid kiest onder het bewind van president Joe Biden. “Klimaat staat in ieder geval hoog op de agenda. Er wordt veel geïnvesteerd in rurale ontwikkeling. We gaan zien hoe dat in de praktijk uitpakt. Het klinkt in ieder geval hoopvol.”

Duurzame landbouw

De aandacht voor duurzame landbouw groeit, constateert zij. “De lijn is: meer produceren met minder input van water, meststoffen en chemie. Op dat terrein heeft Nederland kennis en ervaring. Mede aan mij de taak om die ervaringskennis hier verder te verspreiden.”

Lees verder onder foto

Bouw kas in Kentucky
Bouw kas in Kentucky

Vleesland

Een ander belangrijk thema voor het ministerie is de eiwittransitie. “In Amerika staat een stukje vlees op het menu centraal, Amerika is een enorm vleesland. Daarom hebben we samen met het Consulaat-Generaal in Chicago onderzoek laten doen naar de kansen in de proteïnesector. In de komende Agrospecial Eiwitstrategie Wereldwijd besteden we daar aandacht aan. Ook willen we een rondetafelgesprek organiseren voor het Nederlands bedrijfsleven om de kansen te bespreken.”

Triple Helix

Volgens haar is het succes van de Nederlandse agrofoodsector te danken aan de samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen. “Ons zogeheten Triple Helix-model leidt tot innovatie en internationale handel. Van zo’n samenwerking is hier minder sprake. Betrokken partijen in de VS zijn wel erg geïnteresseerd in ons economische groeimodel.”

Opleiding

Landbouwattaché Tran is komende twee jaar in opleiding. “Ik hoop veel te leren zodat ik over twee jaar genoeg bagage heb om landbouwraad te worden. Het land waar dat dan is, weet ik nog niet. Daar heb ik de komende twee jaar voor om dat te ontdekken”.

Meer informatie

Landbouwteam Verenigde Staten
Email:  was-lnv@minbuza.nl
Twitter: @AgUSACAN