Impulsen voor digitalisering en data in de Duitse landbouw

De Bondsministers van Voedsel en Landbouw, Julia Klöckner (CDU) en Digitale Infrastructuur, Andreas Scheuer (CSU),  publiceerden in 2019 hun digitaliseringsstrategie voor het Duitse platteland. Veel aandacht gaat uit naar de zogenaamde experimenteervelden. Maar wat betekenen deze experimenteervelden, wat kunnen we ervan verwachten en hoe staat digitalisering er in ons buurland überhaupt voor?

Visie en strategie

De kwaliteit van de internetvoorzieningen is in Duitsland erg verschillend. Met name in Saksen-Anhalt, Mecklenburg-Voor-Pommeren, het oosten van Nedersaksen en in de kop van Hessen zijn buiten de steden de internetvoorzieningen slecht, volgens onderzoek van de Bondsregering. Daarom hebben de ministers 60 miljoen euro beschikbaar gesteld om het Duitse platteland te ondersteunen bij een inhaalslag.

De komende drie jaar wil Minister Klöckner 50 miljoen hiervan gebruiken voor het aanleggen van zogenaamde digitale experimenteervelden. Verspreid over het land worden diverse onderzoeken en proeven uitgevoerd op het gebied van digitalisering in de landbouw. Met wijnbouw in Rijnland-Palts, akkerbouw in Saksen en Nedersaksen en de gecombineerde akkerbouw- en veehouderijproefvelden in Beieren en Baden-Württemberg, krijgt iedere sector de aandacht. De eerste acht experimentvelden zijn in 2019 gestart en de overige zes zijn tijdens de Internationale Grüne Woche in januari 2020 bekend gemaakt. Bij deze experimenteervelden wordt –samen met de praktijk – onderzocht hoe digitalisering waarde kan toevoegen binnen de bedrijfsvoering.

Het gaat niet alleen om werkelijke experimenten met robottrekkers op de akkers (’’Landnetz" in Saksen), maar ook over het toepassen van systemen, die de gezondheid van de dieren meten en de voeding per dier kunnen afstemmen (zie “DigiSchwein” hieronder). Het doel is vooral om te kijken wat er mogelijk is met bepaalde technologieën, waarvan de uitkomsten nog niet vaststaan en hoe deze wellicht in de toekomst kunnen worden gebruikt binnen de landbouw.

Experimenteerveld “DigiSchwein”

DigiSchwein is een voorbeeld van een vanuit de bondsregering georganiseerd experimenteerveld in de deelstaat Nedersaksen. Hierbij wordt op een proefbedrijf van de Landwirtschaftskammer Nedersaksen gekeken hoe met managementsoftware het dierenwelzijn kan worden verbeterd, maar ook hoe de bedrijfsvoering kan worden geoptimaliseerd. Door sensoren op en rondom de varkens  kan de gezondheid van het dier nauw worden bekeken en kan vroegtijdig actie worden ondernemen. Daarnaast wordt gekeken hoe voeding per varken kan worden afgestemd en wil men via transparantie beter inzicht in deze voedselketen geven: waar gaan alle voedselreststromen werkelijk naartoe. DigiSchwein focust zowel op milieuaspecten als op dierenwelzijn als op efficiëntie binnen de bedrijfsvoering. 

Hoewel het initiatief van deze experimenteervelden bij de federale overheid ligt, kan de lokale aanpak in de deelstaten verschillen. Over het algemeen wordt vooral samenwerking gezocht met universiteiten, hogescholen, Max-Planck en Fraunhofer Instituten in de regio. Op die manier kan ook wetenschappelijk onderzoek worden verricht en kunnen de uitkomsten academisch worden geïnterpreteerd.

In de voormalig West-Duitse deelstaten zijn ook de uitvoerende overheden, de Landwirtschaftskammer actief: ze beschikken over veel kennis en capaciteit om bij deze projecten te ondersteunen. In Saksen wordt samengewerkt met private partijen als Nokia en Vodafone, terwijl Nedersaksen publieke organisaties en onderzoeksinstituten prefereert. In Beieren zien we daarnaast, dat ook wordt geprobeerd om startups te betrekken bij deze experimenten, zodat zij de kans krijgen om zaken uit te testen. In twee volgende artikelen zullen we uitgebreider bij de experimenteervelden in Saksen en Nedersaksen stilstaan. 

Beeld: ©Bundesministerium für Ernährung und Landwirtschaft (BMEL)
Bondsministers van Voedsel en Landbouw Klöckner (CDU) en van Digitale Infrastructuur Scheuer (CSU)

Alles dreht um Data!

Data in de landbouw is een belangrijk en politiek gevoelig thema in Duitsland. Digitale platformen lijken ook in de landbouw de toekomst te hebben, maar hoe gaan we met deze data van bedrijven, grond en natuur om, wie heeft de rechten en waar mogen we deze voor gebruiken? Een debat dat in het parlement en binnen de betrokken ministeries nog wordt gevoerd.
 

Bij innovatie projecten als Next Farming, DataConnect en agrirouter delen grote bedrijven als Claas, Steyer, New Holland en Krone data met elkaar. Voorop staat dat de data bij de boer blijven. Via de platformen kan worden gekeken hoe de boer het in vergelijking met zijn collegae doet, bijvoorbeeld op het gebied van brandstofverbruik en pesticidengebruik. Daarnaast kunnen data worden gebruikt om directe vermarkting mogelijk te maken. Als een soort datingsite kan met data de allocatie van vraag en aanbod worden ondersteund, terwijl inzicht in het arbeidsproces wordt verbeterd: waar is de hakselaar en wanneer moeten de messen worden geslepen? Het lijken heel simpele zaken, maar voor boeren cruciaal om een efficiënte bedrijfsvoering te onderhouden en kunnen daarmee ook eerlijke prijzen voor hun producten krijgen: een soort ‘’Agro Bol.com’’.

Het Bondsministerie van Voedsel en Landbouw (BMEL) kijkt momenteel hoe ervoor gezorgd kan worden dat de data echt bij de boer blijven en hoe dit te controleren is. Een groot aantal bedrijven beschikt over eigen bedrijfsdata en deelt deze niet met anderen, vanwege databeschermingsrechten, of omdat ze deze data voor zichzelf willen houden. Boven het bedrijfsniveau is BMEL een groot voorstander van internationale en integrale dataverwerking. Duitsland zal er tijdens het voorzitterschap van de Europese Unie in de tweede helft van 2020 voor pleiten meer onderzoek te doen naar hoe dit juridisch correct en efficiënt kan worden gedaan. Vanuit Nederland is het voorbeeld van de Nederlandse Datadeelcoalitie aangereikt, waarbij het MKB-bedrijven makkelijker wordt gemaakt om veilig data tussen sectoren te delen. 

Sharing Landwirtschaft

Al in 2019 heeft Duitsland het voortouw genomen voor internationale afstemming over landbouwdata. Tijdens het Global Forum for Food and Agriculture 2019 (GFFA) in Berlijn hebben de 74 aanwezige landbouwministers – waaronder Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Carola Schouten – een resolutie aangenomen waarin aan de FAO wordt gevraagd om de International Digital Council for Food and Agriculture op te richten. Deze raad moet ervoor zorgen dat digitalisering in de sector verbeteren door overheden en betrokkenen te adviseren, ideeën en ervaringen met elkaar uit te wisselen en iedereen helpen om de kans van digitalisering optimaal te benutten. 

De opdracht ligt nu nog bij FAO om deze resolutie om te zetten naar een daadwerkelijk orgaan. Tijdens de GFFA  2020 zijn ideeën uitgewisseld over  hoe deze raad moet worden ingericht.

Beeld: ©Bundesanstalt für Landwirtschaft und Ernährung (BLE)
De 14 digitale experimenteervelden gefinancierd door het Bondsministerie van Voedsel en Landbouw

Duitsland zet zowel nationaal als internationaal in op  onderzoek naar en de ontwikkeling van  digitalisering in de landbouw. Enerzijds om  het delen van data en de efficiëntie van digitalisering in de landbouw beleidsmatig te ondersteunen. Anderzijds vanwege de prioriteit die in Duitsland gegeven wordt aan de digitale infrastructuur. De internetvoorzieningen zijn in vergelijking met Nederland, België en het Verenigd Koninkrijk in Duitsland aanzienlijk slechter. Alhoewel er bijzonder interessante experimenten worden gedaan de komende jaren, is de vraag echter of de experimenteervelden voldoende gaan bijdragen aan het verbeteren van digitalisering in de Duitse landbouw.

De komende tijd zullen wij als ambassade voor u de ontwikkelingen rondom digitalisering en data in de Duitse landbouw nauwgezet in de gaten houden en u van interessante ontwikkelingen op de hoogte houden.

Over de auteur

Jesse Schevel heeft van oktober 2019 tot maart 2020 stage gelopen op de afdeling Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van de Nederlandse ambassade in Berlijn. Als onderdeel van zijn studie Bestuurskunde aan de TU Delft heeft hij vanuit Berlijn het agrarische digitaliseringsbeleid van Duitsland onder de loep genomen. Over de stand van de digitalisering in Nedersaksen en Saksen-Anhalt verschijnen twee afzonderlijke artikelen.