Denemarken: presentatie van 3 modellen voor CO2 e-heffing

In Denemarken heeft een expertwerkgroep, in opdracht van de regering, drie modellen gepresenteerd voor een *COe-heffing met als doel de klimaat uitstoot van de landbouw, anders dan door energie, te reduceren met 2,5 mln. ton  CO2e.

*Het betreft klimaat uitstoot (CO2, methaan, lachgas) omgerekend tot CO2 equivalenten.

Beeld: ©Renske Nijland

De Deense klimaatwet dicteert een reductie van CO2-uitstoot in 2030 met 70% en dit is nog eens bevestigd in het regeringsakkoord dat de partij Venstre (liberale partij), de Moderaten (liberale middenpartij) en de sociaal democratische partij met elkaar gesloten hebben.

Zonder voorbeelden en ervaringen uit andere landen, was het een moeilijke opdracht, waarvan de oplevering dan ook diverse keren is uitgesteld. Michael Svarer, voorzitter van de expertgroep, meende dat het belangrijk is nu een instrument te kiezen om de CO2-uitstoot van de landbouw te verminderen. Hij legde nadruk op het feit dat de modellen allemaal de mogelijkheid bieden voor aanpassing in de toekomst, afhankelijk van de ontwikkelingen.

De persconferentie en presentatie van het eindrapport, waar de Deense politiek nu verder over zal beslissen, was een indrukwekkend heldere uiteenzetting van bijzonder complexe materie. Het publiek werd meegenomen in de werkwijze en overwegingen van de expertgroep en ondersteunende ambtenaren, alsmede de volggroep, waarin belanghebbenden vertegenwoordigd waren.

De modellen

De drie modellen liggen op een spectrum. Model 1 betreft een heffing van 100 € per ton COe, model 2 is 50 € en model 3 effectief slechts 16,75 €. 

Model 1 heeft dan ook het grootste effect, waarbij de doelstellingen in de klimaatwet én de LULUCF op tijd bereikt worden en met de grootste gevolgen voor de landbouw, nl. 53% productievermindering.

Model 3 heeft het minste effect, waarbij sommige doelstellingen gehaald worden, maar nog steeds een 30% productiedaling teweeg brengt.

Ook de budgettaire gevolgen verschillen, model 1 kost de staat het meest en er zijn werkgelegenheidseffecten. Deze laatste zijn beperkt, omdat de landbouw een relatief beperkt aandeel in de Deense werkgelegenheid heeft en de arbeidsmarkt op dit moment gemakkelijk werknemers kan absorberen.

In de modellen is financiële steun aan met name bosbouw en pyrolyse (biochar) opgenomen. De modellen hebben geen inkomenseffect en het sociale evenwicht verandert dus niet.

Beeld: ©Renske Nijland

Reactie van de landbouwsector

Opvallend mag genoemd worden dat een protestorganisatie binnen de landbouw, onder de naam Bæredygtig landbrug ‘(Economisch Duurzame Landbouw) vóór de presentatie dreigde met ‘…we hebben de leden opgeroepen om alvast de bandenspanning van hun tractoren te controleren…’

Na de persconferentie overheersen de vele interviews met de voorzitter van de overkoepelende landbouworganisatie, Søren Søndergaard, met de sobere en rustig gepresenteerde boodschap:

  • de landbouw had en heeft een plaats aan tafel;
  • de landbouw is een serieuze gesprekspartner in deze kwestie;
  • de landbouw wil voldoen aan maatschappelijke eisen, maar rekent ook op begrip;
  • en wijst op de voorwaarde in het regeringsakkoord dat het concurrentievermogen van de landbouw niet mag verslechteren waardoor werkgelegenheid naar het buitenland zou wegvloeien.

Proces

Procesmatig zal er de komende tijd een tripartiete bijeenkomst plaatsvinden, met aan tafel landbouw- en groene organisaties (werknemersbonden, landbouwsector, NGOs), waarna er naar verwachting in de zomer van 2024 een politiek besluit zal worden genomen over hoe de CO2heffing voor de landbouw eruit gaat zien.

Toegang tot (Deenstalig) rapport:

Ekspertgruppen præsenterer tre modeller for en CO2e -afgift for landbruget | Skatteministeriet (skm.dk)