Colombia eerste land dat volledig naar e-certificering gaat

Colombia is het eerste land dat volledig wil overstappen op e-certificering van de handel met Nederland in agroproducten, en dus ook levensmiddelen en voedingsproducten. Daartoe tekenden beide landen op de Nederlandse handelsmissie in Colombia onlangs een ‘letter of intent’. Met Peru en Kenia lopen ook gesprekken om de papieren certificering te gaan afschaffen.

Het tekenen van de intentieverklaring tussen de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) en het Invima, het Colombiaanse instituut voor de veiligheid van medicijnen en voedingsmiddelen, markeert volgens manager e-certificering Benno Slot van de NVWA een belangrijke stap in de wereld van de internationale agro-handel. “Het geeft aan dat het systeem van e-certificering inmiddels voldoende betrouwbaar is gebleken om de papieren certificering langzamerhand te kunnen gaan uitfaseren. Met deze stap kan Colombia nu de middelen vrijmaken om de wetgeving te gaan aanpassen en de werkwijze van grenscontroles met certificaten geheel elektronisch te maken.”

Vooral snijbloemen

Nederland begon februari 2017 een samenwerking met de Colombiaanse zusterorganisatie ICA  voor de elektronische certificering van fytosanitaire goederen tussen Nederland en Colombia en visa versa. Het betreft voornamelijk de export van snijbloemen naar Nederland. Doordat de gegevensuitwisseling is geautomatiseerd, kunnen de NVWA en ICA tijdens de grenspassage van landbouwgoederen eerder beschikken over betrouwbare sanitaire informatie. Slot: “Dat scheelt fouten en voorkomt onduidelijkheden tijdens de controle en heeft zodoende een positief effect op de dienstverlening. E-certificering is veiliger, sneller, betrouwbaarder en leidt tot lagere kosten. In het geval van snijbloemen gebeurt het nu soms al letterlijk dat tijdens de vlucht naar Nederland de controle plaatsvindt en de bloemen kunnen worden toegelaten. Vanaf Schiphol kunnen de bloemen dan zo het land in.”

Dertien landen

Nederland heeft inmiddels met dertien landen de elektronische certificaten van agro-producten wederzijds erkend. Na de vijf pilotlanden China, Zuid-Korea, de VS, Chili en Kenia volgden Australië, Wit-Rusland, Rusland, Indonesië, Hong Kong, Argentinië, Peru en Colombia. Het betreft onder meer de handel in snijbloemen, groente en fruit, zuivel, vlees en vleesproducten, en levende dieren.

Wetgeving nog hinderpaal

Belangrijkste hinderpaal voor volledige elektronisch, dus papierloze gecertificeerde import en export is nog de wetgeving. Als alles goed gaat zal de EU dat in december 2019 hebben geregeld in de officiële controle-verordening. Maar de landen waarmee wordt gehandeld, moeten er ook nog hun nationale wetgeving op afstemmen. In het geval van Colombia kan dat volgens Slot zo een half tot meerdere jaren duren. “Eén van de zaken die moet worden geregeld is de re-export. Stel dat een Nederlands bedrijf een partij zaaizaad importeert die een paar jaar blijft liggen. En dat bedrijf wil die partij dan naar een ander land exporteren. Hoe regel je dat? Zo’n partij kan met een e-certificaat zijn geïmporteerd en gaat misschien naar een land dat alleen papieren certificaten kent, of juist omgekeerd. Er is dus nog wel wat te doen op het gebied van wet- en regelgeving.”

Mede door de Nederlandse inzet wordt die discussie nu gevoerd binnen de IPPC, de afdeling van de Wereldvoedselorganisatie die de fytosanitaire aspecten van planten coördineert om de verspreiding van plantenziekten tegen te gaan.