Voedsel om over na te denken

'Versheid, smaak, geur en uitzicht zijn de belangrijkste prikkels die ertoe leiden dat de Vlaming aankoopt'. Dat blijkt uit de nieuwste editie van het tweejaarlijkse Landbouw- en Visserijrapport dat dit keer het thema ‘Voedsel om over na te denken’ draagt.

Het betreft een gedetailleerde gids over de rol van voeding en de agrovoedingsketen in Vlaanderen, die beschrijft wat de Vlaming eet, welke trends, houding en gedrag daarvan op invloed zijn en wat de gevolgen zijn van die consumptie.

Trends

De Vlaamse keuken is van oorsprong vrij traditioneel en gericht op stevige kost, maar staat ook open voor nieuwe producten en culinaire trends. Het huidige voedingspatroon hangt voor een groot deel samen met trends in de demografie: “De Vlaamse bevolking groeit en veroudert, het aantal leden per huishouden daalt en meer mensen zijn van buitenlandse herkomst.” Dergelijke trends sturen op hun beurt trends in de voedingssector aan. Zo blijkt dat Vlamingen steeds meer kiezen voor gebruiksgemak, waar de opkomende e-commerce markt slim op inspeelt. Ook zien we dat biologisch voedsel steeds populairder wordt, evenals gezonde voeding. Ook de etnische voedingsmarkt is sterk in opkomst. Daarnaast verklaart de helft van de Vlamingen minder vlees te willen eten uit gezondheids- en milieuoverwegingen.

Gevolgen en knelpunten

Naast het identificeren van Vlaamse voedselgewoonten richt het rapport zich op gevolgen en knelpunten die uit deze gewoonten voortkomen. Het rapport stelt mondiale en Europese problemen aan de kaak die ook op Vlaanderen van toepassing zijn, en stelt vervolgens concrete oplossingen voor.

Zo kaart het rapport aan dat Vlaanderen een rol heeft in de wereldwijde voedselproductie door de hoogproductieve landbouw en exportgerichte agrovoedingsindustrie. “In de Visie 2050 geeft de Vlaamse regering aan dat het voedingssysteem moet zoeken naar geïntegreerde oplossingen, innovatieve waardeketens en systeeminnovaties in het voedselsysteem, zodat alle actoren in de voedselketen correcte prijzen krijgen voor hun producten en de voedselproductie een kleinere ecologische voetafdruk heeft.”

Op sociaal, gezondheids-, milieu- en economisch vlak spelen ook knelpunten, al dan niet in heel Europa: activiteiten kunnen bijvoorbeeld steeds verder uit elkaar liggen doordat productie verwerking en distributie van voedsel steeds meer gescheiden plaats vindt. Consumenten lijken daarbij steeds meer vervreemd van de productie van hun voedsel te raken, zij zijn meer gefocust opdat het voedsel goedkoop en veilig is. Ook spelen er in toenemende mate voedingsgerelateerde welvaartsziekten; zo kampt 44% van de Vlamingen met overgewicht. Daarnaast hebben landbouwers het moeilijk. Ze staan zwak in de keten en het is lastig om een volwaardig inkomen te halen uit hun activiteiten.

Ten slotte vraagt men zich af of het huidige landbouwsysteem nog wel ecologisch houdbaar is. In haar huidige vorm legt zij een groot beslag op grond, water, grondstoffen en veroorzaakt ze een aanzienlijk deel van de uitstoot van broeikasgassen, en een afname van de biodiversiteit.

Oplossingen

Om een antwoord te bieden op deze problemen stelt het rapport een zestal oplossingen voor.

  1. Er wordt gepleit voor een gemeenschappelijke strategie van overheid, bedrijfsleven en onderzoek rond de Flanders Agrofood Valley dat kan bijdragen aan innovatieve, duurzame en multifunctionele bedrijfsvoering binnen agrofoodbedrijven. Op die manier kan een transformatie tot een kennis gedreven voedingssysteem ontketend worden.
  2. Gezamenlijke inspanningen moeten leiden tot gedragsveranderingen, technologische ontwikkeling, overheidsopdrachten en regelgeving die leiden tot duurzame consumptie als de drijfveer van systeemverandering en innovatie.
  3. Zowel de landbouw als voedingsindustrie moet stappen zetten tot een duurzamere productie. Hierbij kan gedacht worden aan precisielandbouw waarbij hightech en kwaliteit hand in hand gaan.
  4. Duurzame relaties, kennis- en informatie-uitwisseling en transparantie moeten plaatsvinden als voorwaarde voor de totstandkoming van duurzame ketens.
  5. Er dient coherent beleid te komen tussen de voedselproductie, -consumptie en –stromen, waar beleidsmakers voorwaarden scheppen voor de overgang naar een gezonder en duurzamer systeem.
  6. De focus moet liggen op de consument, die op dit moment al meer oog heeft voor duurzaamheid, dierenwelzijn, gezondheid en eerlijke handel. De initiatieven die daaruit voortvloeien, sensibiliseren de consument.

Door het identificeren van uitdagingen en opportuniteiten hoopt de Vlaamse overheid met dit rapport voornamelijk de dialoog over de voedselketen te beginnen.

De volledige publicatie 'Voedsel om over na te denken' vindt u hier.