Dubbelfunctie voor landbouwraad Nico van Opstal

Het ministerie van EZ heeft 48 afdelingen op Nederlandse ambassades waar landbouwraden en -attaché(e)s actief zijn. Maak kennis met de landbouwraad in België en landbouwraad bij de Permanente Vertegenwoordiging bij de Europese Unie, Nico van Opstal.

Nico van Opstal en Caroline Schauvlieger

Nico van Opstal was tot deze zomer landbouwraad in Frankrijk. Daar heeft hij elf jaar gezeten waarvan ruim vijf jaar als landbouwraad. De functie van landbouwraad heeft hij met zijn nieuwe post in Brussel behouden, zij het dat hij nu ook landbouwraad is bij, zoals het wordt omschreven, de Permanente Vertegenwoordiging (PV) van het Koninkrijk der Nederlanden bij de Europese Unie te Brussel. Het betekent dat Van Opstal zo’n 20% van zijn tijd actief is als landbouwraad voor het Nederlandse bedrijfsleven. De overige 80% is ingeruimd voor zijn werk bij de PV. Voor ondersteuning van het Nederlands bedrijfsleven wordt Van Opstal bijgestaan door Caroline Schauvlieger.

U was eerder actief in Frankrijk als landbouwraad, nu in België. Wat zijn voor u de verschillen?
“Ik noem liever de overeenkomsten tussen de twee landen. Brussel is erg Frans en het is prettig om mijn Frans op peil te houden. We wonen ook in Franstalige wijk. Ik zie ook dat veel zaken in België op min of meer gelijke wijze als in Frankrijk worden georganiseerd. De overheid en de wijze waarop de ‘bureaucratie’ in België verloopt is vergelijkbaar met Frankrijk. Hiërarchische structuren zijn, net als in Frankrijk, hier ook erg belangrijk. Procedures nemen de tijd, zoals bijvoorbeeld het regelen van een woning. Wat ik persoonlijk fijn vind, is dat ik zaterdagochtend naar de bakker kan voor een echte Franse croissant.”

Wat is uw persoonlijke drijfveer als landbouwraad?
“Het is nu zo dat ik ongeveer 20% van mijn tijd besteed aan, wat ik noem, België-bilateraal, dat wil zeggen het ondersteunen van het Nederlands bedrijfsleven bij export naar België. Dat is voor mij de kers op de taart. Het geeft me veel voldoening om initiatieven te ondernemen die het bedrijfsleven vooruithelpen. Daarnaast is het nu bij de Permanente Vertegenwoordiging erg interessant om in de keuken van de Europese Unie te kijken en daar actief bij betrokken te zijn. Zeker nu we ons opmaken voor de discussie over de toekomst van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid na 2020.”

Hoe interessant is België voor het exporterend agrarisch bedrijfsleven in Nederland?
“België is enorm belangrijk voor de Nederlandse agrofoodsector. Het is na Duitsland onze grootste exportmarkt met een waarde van €8,5 miljard, meer dan de export naar het Verenigd Koninkrijk. Dat wordt nog wel eens vergeten! Het land biedt nog alle kansen voor het Nederlands MKB. De Belgische consument is bereid om de portemonnee te trekken voor kwaliteitsproducten op het gebied van voeding. Het is dan ook echt de moeite waard om als Nederlands bedrijfsleven in het topfoodsegment een voet aan de grond te krijgen. Ik schat in dat zo’n 10-15% van het Nederlandse MKB hier actief is. Het is ook een land waar het belangrijk is om een goede relatie te hebben met de afnemers. Hoewel Nederland en Vlaanderen dezelfde taal spreken, is de cultuur echt anders. Neem de tijd om een goede handelsrelatie op te bouwen. Dat geldt natuurlijk ook voor zakendoen met afnemers in Wallonië. Daarnaast is België een nabije markt. Dat maakt het ook interessant voor Nederlandse bedrijven.”

 Voor welke sectoren liggen er vooral kansen?
“Ik noemde al de agrofoodsector en het belang van kwaliteitsproducten, maar ook voor toeleveringsbedrijven op bijvoorbeeld het gebied van staluitrustingen en voedselverwerking is België een interessante markt. We hebben onlangs een bijeenkomst georganiseerd in het Innovatiecentrum voor de Varkenshouderij in het Nederlandse Sterksel. Daar zie je toch veel interesse van Belgische bedrijven voor Nederlandse technische installaties. We hebben vorig jaar als landbouwraden in de landen dicht bij Nederland al gewezen op de mogelijkheden op de nabije markten. Dat staat nog altijd overeind. Belangrijke sectoren zijn zuivel, vlees en dranken.”

'Nederland heeft bij de Belgen een positief imago'

Hoe groot is de noodzaak van een landbouwraad in België?
“Zoals gezegd is mijn hoofdtaak hier de Permanente Vertegenwoordiging bij de EU. Hoewel België op het gebied van regelgeving veel overeenkomsten heeft, is het voor ons als buurland erg belangrijk om een open communicatie met de diverse overheden te hebben. We streven naar een gelijk speelveld voor het Nederlandse en Belgische bedrijfsleven. Verder is ondersteuning van het Nederlands exporterend bedrijfsleven belangrijk. We willen daarvoor ook nieuwe initiatieven ontwikkelen, ook al omdat de mogelijkheden naar ons idee erg groot zijn.”

Wat zijn de belangrijkste activiteiten voor de EU?
“Wat nu speelt, zijn de Brexit en de toekomst van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) na 2020. De discussie over het GLB en de Brexit hangt deels samen. Bijvoorbeeld als het gaat over het beschikbare landbouwbudget na 2020. Met de uittreding van het Verenigd Koninkrijk zal er minder geld beschikbaar komen. Nu gaat bijna 40% van het EU-budget naar de landbouw. De discussie over het nieuwe GLB is met het recente EU-voorzitterschap van Nederland al aangezwengeld door staatssecretaris Van Dam. Met het uittreden van het VK zal ook de dynamiek van het overleg veranderen. Voor Nederland is het belangrijk te kijken met welke landen we coalities kunnen aangaan."

Voor het Nederlands bedrijfsleven…
“Ik zou graag het Nederlands bedrijfsleven oproepen om België niet te vergeten als interessante afzetmarkt. Het is een nabije markt en het Nederlands imago is bij de Belgen positief. Kansen zijn er volop.”

September 2016