België zet volop in op Carbon Farming

Klimaatverandering, erosie, bodemverschraling, droogte, wateroverlast, CO2-uitstoot: ook in België dringt het besef door dat een gezonde bodem een belangrijke rol kan spelen bij de aanpak van een aantal uitdagingen voor de landbouwsector. Er wordt volop ingezet op zogeheten Carbon Farming. Verschillende kennisinstellingen spitsen hun onderzoek toe op verbetering van de bodemkwaliteit. Vanuit de sector ontstaan verschillende initiatieven.

Door minder gebruik van stalmest, meer gebruik van kunstmest en intensieve bodembewerking daalt de voorraad kostbare humus in de bodem. Het belang van een goede bodemkwaliteit wordt echter steeds duidelijker. Behalve dat een humusrijke bodem een hoog waterabsorptievermogen heeft, veel voedingsstoffen bevat en als een goede pH-buffer functioneert, heeft het als bijkomend voordeel dat het zorgt voor CO2-opslag in de bodem. Carbon Farming - het vastleggen van koolstof in de bodem door allerlei landbouwmaatregelen - biedt deze voordelen, zoals een vruchtbaardere en gezondere bodem van goede kwaliteit doordat voedingstoffen en water beter worden vastgehouden.

Carbon Farming
Beeld: https://northsearegion.eu/carbon-farming/what-is-carbon-farming/about-the-project/
Business models of Carbon Farming

Vormen van Carbon Farming

Mogelijke vormen van Carbon Farming, die onder andere door het Vlaams onderzoeksinstituut voor Landbouw (ILVO) worden gepromoot, zijn bodemvriendelijke bewerkingen, de aanvoer en monitoring van organische stof, peilgestuurde drainage, gebruik van groenbedekkers en gewasrotatie. Deze vormen hebben een remmend effect op de daling van het humusgehalte. Het toedienen van stalmest en compost leidt dan weer tot een verhoging van het organische stofgehalte. Maar dit heeft wel een invloed op de mestbalans. Als alternatief kunnen houtsnippers worden gebruikt; dit is een gedroomde toeleverancier van organische materialen.

Interreg-project rond Carbon Farming

De Vlaamse instanties Innovatiesteunpunt voor Landbouw en Inagro (praktijkgerichte onderzoeksinstelling voor land- en tuinbouw) zijn twee van de zeven partners in het Interreg-project rond Carbon Farming. Vanuit Nederland doen ZLTO en Bionext mee. De deelnemende onderzoeksinstituten, landbouwadviseurs, brancheverenigingen en landbouwers aan het project hebben drie doelen voor ogen:

  • landbouwers stimuleren om CO2 in de bodem op te slaan,
  • samenwerking bevorderen tussen landbouwers en partners binnen of buiten de agrifoodketen,
  • praktische voorbeelden van Carbon Farming verspreiden.

Geïnspireerd geraakt? Kijk hier naar een instructief filmpje of lees er alles over op de website van Interreg.

Lees verder onder foto

Droogte

Roterend begrazen

Een interessante vorm van Carbon Farming waar Vlaamse boeren op vrijwillige basis nu al mee experimenteren, is roterend begrazen. Graslanden hebben een hoog, maar onderbenut vermogen om koolstof in de bodem op te slaan. Om dit potentieel optimaal te benutten, is het van groot belang dat de graslanden goed beheerd worden. Dit houdt in dat men een afgewogen keuze maakt tussen maaien, continu begrazen of roterend begrazen en dat men ook de dierintensiteit per hectare varieert. De Vlaamse landbouworganisatie Wervel doet momenteel, in samenwerking met de Odisee Hogeschool in Brussel en met steun van het Vlaamse ministerie van Milieu (het zogeheten ‘Departement Omgeving’), nader onderzoek naar de mogelijkheden en effecten van roterend begrazen op de koolstofopslag in de bodem.

Kennis gebundeld

Het Expertisecentrum Landbouw en Klimaat (ELK) van ILVO bundelt alle kennis over landbouw en klimaat. ELK oriënteert zijn klimaatonderzoek op drie sporen: mitigatie, adaptie en CO2-opslag in de bodem. Bij dit laatste spoor wordt gefocust op het effect van verschillende types bodembeheer in gras- en akkerland op koolstofopslag en het sluiten van de koolstofkringloop, onder andere via boerderijcompostering. Daarnaast is ELK ook betrokken bij Europese programma’s op dit onderzoeksgebied.

ILVO-ELK-expert Greet Ruysschaert licht toe: “Binnen EJPSoil, een Europees programma voor landbouwbodems, willen we verder onderzoek doen naar methodes om evoluties in koolstofvoorraden accuraat en kostenefficiënt te gaan meten op bedrijfsniveau, als basis voor eventuele koolstofvergoedingen. Tot slot doet ILVO-ELK onderzoek naar het duurzaam vervangen van veen in substraatteelt, zodat onze land- en tuinbouw ook geen nadelige impact heeft op bodems elders in de wereld.”

Via deze website berichtten we eerder over EJPSoil. Lees hier meer informatie over dit EJPSoil-onderzoek.

Droogte

Leve(n)de Bodem

Een ander grensoverschrijdend Interreg-project waarin Vlaanderen actief participeert ter verbetering van de kwaliteit van landbouwbodems is ‘Leve(n)de Bodem’. In dit project werken Vlaanderen en Nederland samen om onder andere landbouwers bodemadvies op maat te geven. Bodemanalyses helpen de boer een eind op weg om zijn bodem te kennen voor wat betreft de nutriëntenstatus.

Maar aanvullend is er ook informatie nodig over de fysische bodemfactoren - zoals bodemdichtheid, waterdoorlaatbaarheid en stabiliteit van de aggregaten (samengeklonterde bodemdeeltjes) en over een gezond bodemleven. Daartoe is er in het kader van dit Interreg-project het instrument BodemIDee ontwikkeld. Bodemspecialisten brengen aan de hand van deze ‘identiteitskaart’ de verschillende bodemparameters van een perceel in kaart om vervolgens met concrete aanbevelingen ter verbetering van de bodemkwaliteit te komen. Uiteindelijk moet dit resulteren in een beter producerend vermogen van de bodem, met positieve effecten op de waterkwaliteit, waterretentie en CO2-balans.

Agro-ecologische focus in Wallonië

In Wallonië is er vanuit het gangbare landbouwmodel (grotere landbouwpercelen, minder intensief) al indirect een verhoogde focus op bodemkwaliteit. Greenotec - een coöperatie van Waalse akkerbouwers die zich richt op bodemherstel - wil duurzaam bodembeheer onder de noemer ‘agro-ecologische  landbouw’ actief promoten onder landbouwers. Precieze cijfers ontbreken, maar geschat wordt dat het aantal landbouwers dat in Wallonië met agro-ecologische bedrijfsvoering bezig is, groter is dan in Vlaanderen, alleen al omdat het aandeel van de biologische landbouw er groter is: 14% van de Waalse landbouwbedrijven was in 2018 biologisch tegenover 2% in Vlaanderen.

Volgens Maxime Merchier, coördinator van Greenotec “bevinden boeren zich in een vicieuze cirkel die hen dwingt om tegen lage kosten te produceren, waarbij de bodem uitgeput raakt”. Agro-ecologie zet in op de toekomst, effecten zijn pas op middellange en lange termijn zichtbaar. Dat maakt dat de overgang geen makkelijke keuze is voor de landbouwer. Bovendien vergt deze manier van werken opleiding, mogelijke investeringen en vooral een mentaliteitsverandering. De prijswisselingen op de markt bieden bovendien een weinig stabiele uitgangspositie voor een agro-ecologische transitie.

Caroline Schauvlieger, adviseur landbouw
Ilse van den Akker, beleidsondersteuner
Landbouwteam België
bru-lnv@minbuza.nl
Twitter: @AgroBelgie

Mei 2020

Deze bijdrage maakt deel uit van de Agrospecial Bodemverbetering. Via onderstaande link kunt u alle overige bijdragen lezen over dit thema.