Innovatiemissie China 'Sustainable utilization of manure in agriculture'

Van 11 t/m 14 oktober vindt de eerste agro-innovatiemissie plaats, onderdeel van één van drie agro-innovatietrajecten die in 2017 en 2018 opgezet worden. Deze eerste pilot, een innovatiemissie naar China, is georganiseerd om te verkennen of en hoe Nederland en China langdurig kunnen samenwerken in het verwaarden van mest. De inzet is gericht op meerjarige, gefocuste en strategische kennis - en innovatiesamenwerking.

Mest hoeft niet te stinken

China heeft mest. Heel veel mest. Dit komt door de enorme schaalvergroting van de veehouderij en een verviervoudiging van de Chinese vleesconsumptie. China geeft aan tegen complexe milieuvraagstukken aan te lopen. De milieu-effecten zijn dan ook groot: nitraat in grond- en oppervlaktewater kan bij omzetting naar nitriet zorgen voor gezondheidsschade, fosfaat in oppervlakte water zorgt voor meer algengroei, en emissies van bijvoorbeeld methaan dragen bij aan Global Warming.

Een groep van 13 Nederlandse agrobedrijven en kennisinstellingen kwamen dinsdag 10 oktober aan in Beijing voor een innovatiemissie om te verkennen of er met Chinese partners een langdurige innovatiesamenwerking opgezet kan worden voor het uitbreiden van duurzaam gebruik van mest.

Nederlandse inzet

Epi Postma is een van de deelnemers en is ervan overtuigd dat Nederland er goed in is om een probleem om te zetten in business. Hij focust zich met een nieuw seed money project van de topsector Agrifood op de Heilonggjang provincie, een belangrijke voedselproducerende provincie in China en demonstreert hier Nederlandse oplossingen. Hij laat zien dat mestopslag op het veld en niet op de boerderij een mogelijkheid is. Door de introductie van meetsystemen om gevaarlijke stoffen in mest te analyseren, kun je namelijk voorkomen dat er hormonen en antibiotica op het veld terecht komen. Zo helpt hij deze provincie om de ambitie te realiseren een groen en sterk voedselproducerend gebied te ontwikkelen.

Een andere deelnemer van de missie is Sven Mommers van Circular Values. Dit bedrijf kan van koeienmest organisch substraat maken wat gebruikt kan worden in glastuinbouw, een mooi voorbeeld van circulair denken. Data verzameling is daarbij essentieel en dat linkt aan een ander bedrijf dat interesse heeft in de Chinese markt. Royal Eijkelkamp (Soil & Water) kan platforms opzetten om real time data te genereren. Zo kunnen boeren zicht krijgen op het niveau van nutriënten in mest in grond- en oppervlaktewater en meteen maatregelen nemen die zorgen voor hogere opbrengst en het tegengaan van vervuiling. Precies wat China voor ogen heeft.

Samenwerking

Tijdens een seminar op donderdag 12 oktober – georganiseerd door de Chinese Acadamy for Agricultural Science – werd steeds duidelijker waarom China en Nederland natuurlijke partners zijn om te kijken hoe mest het beste gevaloriseerd kan worden.

Nederland heeft de hoogste veeteelt dichtheid in de Europese Unie met 1,6 miljoen koeien, 12 miljoen varkens, 36 miljoen kippen en 47 miljoen vleeskippen. Nederland is er in geslaagd om sinds 1980 nitraat en ammoniak emissies drastisch terug te brengen en de kwaliteit van het oppervlakte water en grondwater te verbeteren. Hoe is dit gelukt? De overheid heeft duidelijke regelgeving ontwikkeld, de sector is uitgedaagd om met innovatieve oplossingen te komen voor mest management en daarnaast profiteert Nederland van een efficiënt logistiek systeem.

Chinese uitdagingen

China maakt momenteel een transitie door van traditionele naar moderne landbouw. Dit betekent ook een bereidheid om hierin te investeren, voor maar liefst 450 miljard dollar. De Chinese agrosector heeft te maken met een aantal grote uitdagingen op het gebied van voedselveiligheid, voedselverliezen in de keten en overmatig gebruik van chemische pesticiden. Daarnaast is er sprake van een enorm water te kort in het noorden van China, juist in die regio’s waar de grote agrarische productie plaatsvindt. Tegelijkertijd vecht China tegen de lucht- en grondvervuiling waarbij mest als een groot probleem wordt gezien. Per jaar wordt er in China 3.8 miljard ton aan mest geproduceerd. De helft van de mest komt van varkens. De nationale overheid van China heeft aangegeven prioriteit te geven aan het recyclen van mest en heeft hiervoor 20 miljard dollar gereserveerd wat uitgegeven moet worden voor het jaar 2020. Slim omgaan met mest creëert een mogelijkheid voor China om de grond geschikter te maken voor het verbouwen van gewassen en verzekert daarmee een beter inkomen voor Chinese boeren.

De Nederlandse deelnemers hebben donderdag tijdens het seminar laten zien welke kennis en technologieën zij beschikbaar hebben die toegepast kunnen worden in de context van China. Een ding is duidelijk: oplossingen voor het mest probleem moeten economisch duurzaam zijn.

De boer op

Vrijdag 13 oktober verlaten we de vergaderzalen en vertrekken we in de vroege ochtend naar een groot pluimveebedrijf. Groot is ook echt groot. Het bedrijf heeft 300 miljoen legkippen en produceert 200 ton mest per dag. Het zal interessant zijn om te zien wat de verschillen zijn tussen theorie en praktijk.

Bezoek pluimveebedrijf

Ondanks het feit dat het vrijdag de 13e was, bezochten de deelnemers van de agro-innovatiemissie het pluimveebedrijf DQY Ecological, de belangrijkste eierproducent van Beijing die 6% marktaandeel in China heeft. Meneer Pan, vicepresident van dit grote agrocomplex, ontving de delegatie vrijdag op een koude maar zonnige dag in het noorden van Beijing.

Met subsidie van de Chinese overheid kan dit grote agrocomplex met verschillende vestigingen in het land investeren in circulaire systemen. Het blijft dus niet bij de productie van grote hoeveelheden veilige eieren voor de metropool Beijing. De mest die ontstaat en het afvalwater van de fabrieken en de kantoren worden gebruikt voor het maken van biogas en organische meststoffen. Voeder voor de kippen komt van lokale boeren en hoeft (nog) niet uit andere landen geïmporteerd te worden.

Na een rondleiding en overrompeld te zijn door de schaalgrootte (alle vestigingen van dit bedrijf hebben samen twee keer zoveel legkippen dan in Nederland, namelijk 70 miljoen) en de mate van automatisering, konden de Nederlandse bedrijven hun technologieën pitchen voor de gastheer, meneer Pan.

En die nam dit heel serieus: de Nederlandse deelnemers werden onderbroken voor kritische vragen en ook over de kosten werd al onderhandeld. Meneer Pan probeerde de bedrijven te verleiden om een deel van de hightech machines in China te laten bouwen, dat zorgt immers voor een verlaging van de kosten wanneer hij op grote schaal wil investeren in Nederlandse technologie. Visitekaartjes zijn uitgewisseld en de eerste dinerafspraken zijn gemaakt. Want daar begint het natuurlijk bij, een goed diner.

Reductie chemische meststoffen

60% van de mest komt van meer grootschalige bedrijven in China. Maar wat is de situatie op meer doorsneebedrijven? De stank tegemoetkomend brachten we een bezoek aan het waarschijnlijk kleinschaliger bedrijf geheten “Beijing Beilangzhong pig farm”.

Hier worden de varkens in gesloten stallen gehouden en wordt de mest in een zogenaamde “lagoon” (niet duiken graag, zie foto) verzameld, met als gevolg dat er veel ammoniak en methaan de lucht ingaat. Kortom, niet zo duurzaam. De mest wordt vervolgens verwerkt tot organische meststoffen die gedeeltelijk worden opgekocht door de Chinese overheid. Dit is namelijk een van de maatregelen om de grote hoeveelheid chemische meststoffen in China terug te brengen. Boeren kunnen deze gesubsidieerde organische meststoffen voor een gereduceerd tarief inkopen. Op deze manier gaat de overheid de strijd aan tegen wijd gebruik van chemische meststoffen die nog steeds veel goedkoper zijn dan organische meststoffen.

Circulaire economie

Van het veld terug naar de vergaderzaal op zaterdag voor een inhoudelijke sessie over circulaire economie. Professor Dong Renjie somde een indrukwekkende lijst van onderwerpen op waar Nederland de Chinezen mee kan helpen: efficiënt composteren, het terugwinnen van nutriënten uit afvalwater, het ontwikkelen van business cases voor circulaire producten en geïntegreerde regelgeving op circulaire onderwerpen. Professor Dong Renjie illustreerde dat per jaar 30 miljoen ton nitraat de Chinese grond in gaat waar gewassen worden verbouwd. Maar er zit 140 miljoen ton nitraat in mest. Daar ligt dus nog een kans om chemische meststoffen in China terug te brengen en mest om te zetten een nieuwe waardevolle resource.

Ketenbenadering

Rob Maas van RIVM startte met het geven van een historisch overzicht van de Nederlandse situatie, de nitraat management keten en Europese regelgeving. Ook noemde hij de grootste uitdagingen voor het realiseren van een circulaire economie: elektronisch afval, plastic én mest. Sinds 1962 importeert Nederland grote hoeveelheden soja en tapioca met nutriënten uit Azië en Latijns Amerika. Er werd veel vlees geëxporteerd maar er bleef nog steeds 70% van de ingevoerde nutriënten achter in het Nederlandse milieu. Een advies aan zowel de Nederlandse als Chinese partners: hanteer een ketenbenadering en behoud nutriënten in elke schakel van de keten. Een terugkerende vraag voor de Nederlandse bedrijven is hoe je inspeelt op de Chinese wens voor hoge kwaliteit en lage kosten. Het antwoord is: schaalgrootte.

Debriefing

Zaterdagavond komen alle Nederlandse deelnemers bijeen voor een debriefing. Op basis van de ervaringen en impressies van afgelopen dagen bespreken we met elkaar welke korte maar ook lange termijn kansen we zien voor kennis en technologie samenwerking tussen de Nederlandse organisaties maar ook met China. We zullen bespreken welke vervolgacties en activiteiten we gaan opzetten de komende jaren en op welke manier de Nederlandse overheid hierbij kan helpen. Met een blik op de toekomst, op een meerjarige samenwerking, sluiten wij de eerste agro-innovatiemissie richting China af.