De Zuid-Afrikaanse landbouwsector is er een van ‘twee snelheden’. Een moderne, exportgerichte sector staat er naast miljoenen kleine boeren die kampen met droogte, watertekorten en bodemdegradatie. Tegelijkertijd groeit de aandacht voor regeneratieve landbouw, klimaat-slimme teelt en verduurzaming van ketens, vertelt Evert Jan Krajenbrink die in augustus 2025 als LVVN-raad is begonnen op de Nederlandse Ambassade in Pretoria. Zuid-Afrika is bovendien een strategisch belangrijk land voor Nederland: het is een G20- en BRICS-land, benadrukt hij. ‘Het is belangrijk om hier stevige politieke en economische contacten te hebben.’
Evert Jan Krajenbrink
Evert Jan Krajenbrink is samen met zijn vrouw in Zuid-Afrika. Het is hun eerste buitenlandse avontuur met z’n tweeën; hun twee jongvolwassen kinderen studeren in Nederland. Zuid-Afrika maakte vanaf het begin indruk op hem. ‘Het is in alle opzichten een warm land,’ zegt hij. ‘Een lekker klimaat, vriendelijke mensen, goede service, heerlijk eten en lekkere wijnen. Het kan minder, zouden we in Groningen zeggen, de provincie waar ik vandaan kom.’
Dat Groningse referentiekader krijgt betekenis wanneer hij vertelt over zijn achtergrond: hij groeide op in een klein wierdedorp in de buurt van Appingedam en studeerde geschiedenis en internationale relaties aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zijn promotieonderzoek ging over het Landbouwschap, een semi- overheidsorganisatie die tussen 1954 en 1999 als koepel fungeerde voor landbouworganisaties en werknemersorganisaties in de landbouw. En eigenlijk vormde dat zijn entree in de sector.
In 2005 begon hij bij het toenmalige ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), waarna internationale uitzendingen volgden: eerst vier jaar Oekraïne, daarna vier jaar Japan. In Den Haag hield hij zich recent bezig met internationale innovatiesamenwerking en partnerschappen, en werkte hij als Brexit-coördinator bij LNV. Zuid-Afrika, zegt hij, stond al lang op zijn wensenlijst. ‘Zuid-Afrika is echt een springplank naar de rest van het continent,’ zegt hij. ‘Juist op het gebied van innovatie liggen er veel kansen om samen op te trekken.’
‘Zuid-Afrika is een springplank naar de rest van het continent; juist op het gebied van innovatie liggen er veel kansen om samen op te trekken’
Warm welkom in Pretoria tijdens de aanloop naar de G20
Toen Krajenbrink in Pretoria aankwam, werd hij op de Nederlandse ambassade hartelijk ontvangen. ‘Collega Timo Cober, LVVN-attaché, haalde me op,’ vertelt hij. ‘De ambassadeur en de andere collega’s zorgden ervoor dat ik me meteen welkom voelde. We hadden zelfs direct een braai.’
Het LAN team, met v.l.n.r. Timo Cober, Bernard Likalimba, Evert Jan Krajenbrink, Dalene Breytenbach en William Bowden
Het team van het LVVN Attaché Netwerk (LAN) bestaat uit meerdere collega’s. ‘Behalve Timo maken ook landbouwadviseur Bernard Likalimba, beleidsondersteuner William Bowden en managementassistent Dalene Breytenbach deel uit van het team. In elk land werkt samenwerking weer anders,’ zegt hij. ‘Oekraïne was anders dan Japan, en Zuid-Afrika is opnieuw een heel andere context.’ Volgens hem werkt hij in een omgeving waarin collega’s zich uitspreken en betrokken zijn: ‘Ze zijn heel open.’ Daarnaast prijst hij de professionele kwaliteit van het team: ‘Ze hebben kennis van zaken; er is echt veel ervaring in het team.’
In zijn eerste maand na aankomst had hij direct een bijzondere ervaring: de G20 vond plaats in Kaapstad. ‘Voor mij was het een geweldige kans om het netwerk te leren kennen en te zien wat er wereldwijd speelt. Een droomstart.’
Zuid-Afrikaanse landbouwkracht, Nederlandse ketenimpact
Pas buiten de vergaderzalen van de G20 zag Krajenbrink hoe divers de landbouw in Zuid-Afrika is. De Zuid-Afrikaanse landbouwsector is volgens hem goed voor 3% tot 4% van de economie, en met verwerking meegerekend zelfs meer dan 10%. ‘Het is een sector van twee snelheden, gaat hij verder. ‘Aan de ene kant een moderne, professionele sector die goed ontwikkeld is op het gebied van robotisering en digitalisering; aan de andere kant een omvangrijke informele sector van kleinere boeren. Maar ze lopen allemaal tegen dezelfde problemen aan: klimaatverandering, watergebruik en verlies van biodiversiteit.’
‘Daarom richten we ons – zowel in de citrus- en avocado-productiegebieden van Limpopo, binnen het Kruger2Canyons-biosfeergebied, als in de Kaapregio, waar met de bron-tot-zee-benadering (Source2Sea) wordt gewerkt – op de Nexus Water–Landbouw–Biodiversiteit. We zetten ons in om landbouw, waterbeheer en biodiversiteit beter met elkaar te verbinden met Nederlandse kennis over duurzaam watergebruik, klimaatslimme en regeneratieve landbouw en ecosysteemherstel.’
Volgens Krajenbrink is Nederland voor Zuid-Afrika van groot belang. ‘Wij zijn voor Zuid-Afrika de belangrijkste afzetmarkt in de wereld,’ zegt hij. ‘Dat komt doordat we via de haven van Rotterdam grote hoeveelheden citrusvruchten en druiven importeren.’ Die positie brengt volgens hem een duidelijke ketenverantwoordelijkheid met zich mee. ‘Watergebruik is iets wat wij vanuit de keten belangrijk vinden, en waar Zuid-Afrikaanse producenten echt iets mee moeten, want de opbrengsten gaan hier achteruit.’
Met de Zuid-Afrikaanse minister van Landbouw John Steenhuisen na afloop van de landbouwministeriële G20-bijeenkomst. V.l.n.r. Evert Jan Krajenbrink, Ralf van de Beek (directeur Internationale Agribusiness en Voedselzekerheid bij het ministerie van LVVN), minister John Steenhuisen en Timo Cober
Inkomende missies
Het komende jaar staan twee missies centraal. De eerstkomende is een innovatiemissie op het gebied van regeneratieve landbouw, gepland voor de eerste helft van volgend jaar. ‘Zuid-Afrika is een interessante plek voor regeneratieve landbouw,’ zegt hij. ‘Land is hier niet echt een probleem. Daarentegen zijn inputs als kunstmest, water en energie duur. Dat stimuleert om te zoeken naar natuurlijke alternatieven. In sectoren als de wijnbouw en tuinbouw gebeurt dat al volop: bemesting en teelt vinden daar steeds vaker plaats met natuurlijke middelen.’ Hij hoopt dat kennisinstellingen, publieke investeerder Invest International, ontwikkelingsbank FMO en groeifonds ReGeNL aansluiten bij deze innovatiemissie.
Aanmelden voor de innovatiemissie kan nog niet, zegt hij, ‘maar wie belangstelling heeft, kan alvast contact opnemen met ons LAN team in Pretoria. Dan zetten we ze op de shortlist.’
Daarnaast werkt hij met zijn team aan een missie rond duurzaam watergebruik, samen met IDH, een publiek-private organisatie die wereldwijd werkt aan het verduurzamen van landbouw- en handelsketens. De urgentie is groot: opbrengsten dalen door droogte en waterstress. De missie moet Nederlandse handelaren en retailers als Albert Heijn verbinden met Zuid-Afrikaanse partijen als retailer Woolworths en met producenten. ‘De ketenpartijen zullen moeten samenwerken met de producenten zodat ze er niet alleen voor komen te staan.’
Minister van Landbouw van de West-Kaap Ivan Meyer vertelt over landbouwinnovaties in de regio
Opening demonstratiekas in Grootvlei
Eind januari vindt de opening plaats van een demonstratiekas in Grootvlei, een gebied vlak bij Johannesburg. Die kas van een halve hectare is opgezet via de RVO-combitrack Toekomstgerichte Tuinbouw in Grootvlei. Concreet gaat het om een trainings- en demonstratiefaciliteit voor duurzame landbouw en tuinbouw. Nederlandse bedrijven als Seed2Feed, Holland Greentech, Svensson, Control Union, Bosmans van Zaal, Rijk Zwaan en in de beginfase Delphy leverden hardware, kennis en technologie. De kas moet dienen als demonstratiefaciliteit die helpt bij trainingen, onderzoeken en demonstraties.
Krajenbrink: ‘Het demonstratiecentrum is niet het einde van het project, integendeel. Als de kolencentrale definitief sluit in 2027, wordt het hele terrein rondom de centrale aangepast voor duurzame tuinbouw. Dat levert nog meer werkgelegenheid op. Het project heeft kortom grote maatschappelijke betekenis, zeker in de regio waar een energiecentrale van Eskom sluit en veel werkloosheid dreigt.’
Naast de innovatiemissie, de watermissie en de opening in Grootvlei wil hij de tuinbouwactiviteiten de komende jaren verder uitrollen. Voor Nederlandse bedrijven liggen er volgens hem volop kansen. ‘We zitten in dezelfde tijdzone, het seizoen is tegengesteld, de infrastructuur en het kennisniveau zijn goed en Zuid-Afrika is direct aan te vliegen. Veel zaadbedrijven en telers zitten hier al. Eigenlijk zijn er voor iedereen kansen.’
Deze week ontving Krajenbrink nog een delegatie van de NAJK (Nederlands Agrarisch Jongeren Contact) die in het kader van de landbouwwerkgroep een bezoek brengt aan Zuid-Afrika om de oprichting van een Zuid-Afrikaanse agrarische jongerenorganisatie AYWB (Agricultural Youth Without Borders) te ondersteunen. ‘Het is de bedoeling om jonge boeren hier een platform bij de overheid te geven, en dat volgend jaar een eigen organisatie in de Kaapregio wordt opgericht.’
Samen met Bernard Likalimba (r.) en Eskom-medewerkers voor de demokas in Grootvlei
Meer informatie
Voor meer informatie over de kansen voor Nederlandse stakeholders in Zuid-Afrika of de aankomende innovatiemissie, kunt u contact opnemen met het LAN team op de Nederlandse Ambassade in Pretoria:
Email: pre-lvvn@minbuza.nl
Telefoon: +27 12 4254570