Samen werken aan regeneratief voedselsysteem in Ivoorkust en Senegal

Duurzame ontwikkeling van agroketens in Ivoorkust en Senegal. Dat is de opdracht waarmee landbouwraad Ben Kubbinga komende jaren in beide landen aan de slag gaat. “Ketenontwikkeling in vooral tuinbouw, cacaosector en pluimveehouderij betekent voor deze landen een flinke stap voorwaarts. Aan mij de taak om hiervoor kennis en technologie van de Nederlandse agrofoodsector in te zetten.” 

Kubbinga is sinds de zomer 2022 als landbouwraad werkzaam op de Nederlandse ambassade in Abidjan, de hoofdstad van Ivoorkust. Tot voor kort waren de landbouwteams op de Nederlandse ambassades in Accra (Ghana) en Rabat (Marokko) ook actief in respectievelijk Ivoorkust en Senegal. Nu is er voor Ivoorkust en Senegal een ‘eigen’ landbouwteam met drie medewerkers onder leiding van Kubbinga.

Ben Kubbinga
Ben Kubbinga

“Dat is een logische keus”, zegt hij. “De ambassade hier in Abidjan is vrijwel helemaal gericht op de agrosector, maar er was geen landbouwraad. Dat is met mijn komst nu wel het geval. Zo hebben we meer armslag. De bundeling met Senegal ligt ook voor de hand: het zijn allebei Franstalige landen in sub-Saharan Africa.”

Ben Kubbinga  studeerde tropisch landgebruik in Wageningen en biologie in Leiden en werkte de afgelopen jaren bij RVO als adviseur circulaire agrifood-innovatie met als werkgebied Europa. Hij heeft veel ervaring met privaat/publieke samenwerking, met name in de agrofoodketen.

Transitie voedselsysteem

“Het huidige voedselsysteem heeft negatieve impact op het klimaat en de biodiversiteit”, zegt hij. “Dat vraagt om een transitie in de hele keten. Op zoek naar circulaire en natuurinclusieve oplossingen, efficiënter gebruik van inputs en kortere ketens. Dat geldt voor Nederland, maar zeker ook voor Ivoorkust en Senegal. Mijn drijfveer is om in deze landen een bijdrage aan de beoogde transitie te leveren. Ik wil de bevolking vooruithelpen door lokale kennis en kunde te combineren met Nederlandse expertise en technologieën, altijd met het oog op de transitie naar een regeneratief en natuurinclusief voedselsysteem.”

'Nederlandse bedrijven kunnen zeker een bijdrage leveren aan de duurzame ontwikkeling van de tuinbouw en cacaosector, bijvoorbeeld door coöperaties in deze sectoren te ondersteunen'

Metropool Abidjan

Hij is samen met zijn vrouw en twee kinderen (1 en 3 jaar) van Haarlem naar Abidjan verhuisd. Van een rustige stad naar een metropool met 6 miljoen inwoners. “Dit is een bizar grote stad, dat is voor ons natuurlijk wennen. De hectiek is groot. We hebben een woning gevonden in een rustige buurt, dat scheelt. De Ivorianen zijn sympathiek, open en vrolijk. Overal klinkt muziek. Hier leven en werken is bepaald geen straf.”

Verwerking cacaobonen

Productie en export van cacao is voor Ivoorkust een belangrijke inkomstenbron. Verreweg de meeste cacaobonen gaan onverwerkt per schip naar met name Nederland. Binnenlandse verwerking van cacaobonen, al is het maar tot halffabricaten, zou in Ivoorkust een forse bijdrage kunnen leveren aan de economie en zeker ook aan de werkgelegenheid. Kubbinga: “Vanuit de ambassade zetten we ons in om de binnenlandse verwerking van de bonen een impuls te geven. Ook vanuit de circulaire gedachte, dus met oog voor gebruik van energie en water en hergebruik van reststromen . De eerste verwerking van de bonen tot bijvoorbeeld cacaoboter vraagt ook om aanpassing van de hele logistieke keten. Ik ben ervan overtuigd dat zelfs de verwerking tot chocolade, wat nu al op kleine schaal plaatsvindt, kan worden opgeschaald.”

Landbouwteam, v.l.n.r. Viviane Faye (Dakar), Gina Ackah, Ben Kubbinga, Zacharie Thonon (Abidjan)

Ondersteuning opbouw coöperaties

Nederlandse bedrijven kunnen zeker een bijdrage leveren aan de duurzame ontwikkeling van de tuinbouw en cacaosector, denkt de landbouwraad. “Bijvoorbeeld door coöperaties in deze sectoren te ondersteunen bij de professionalisering van de organisatie op het terrein van financiën en marketing. Nederlandse ontwikkelingsorganisaties zoals Agriterra en IDH zijn hier trouwens al succesvol mee bezig.”

Toenemende welvaart

Op de strategische agenda’s van de ambassades in Ivoorkust en Senegal staan de sectoren tuinbouw en pluimveehouderij hoog genoteerd. Door de toenemende welvaart neemt de vraag naar kwaliteitsgroenten, eieren en pluimveevlees toe. “De uitdaging is om beide sectoren op te schalen, de productie te verhogen en tegelijkertijd radicaal te verduurzamen.”

Impact Cluster “HortIvoire”

In 2019 is op initiatief van de Nederlandse ambassade in Ivoorkust het tuinbouwproject “HortIvoire” gestart, niet ver van de hoofdstad Yamoussoukro. Een consortium van Nederlandse bedrijven werkt hier dankzij een RVO-subsidie samen met een lokale universiteit aan de ontwikkeling van low-tech kassen om de lokale productie van tomaten, komkommers, paprika’s en pepers een boost te geven. Studenten van de universiteit en boeren uit de buurt worden opgeleid en getraind om de nieuwe kennis en technologieën toe te passen. Eind november 2022 is er een MoU getekend met GIZ waardoor nog meer studenten kunnen deelnemen aan het trainingsprogramma.

Gebruik reststromen als pluimveevoer

Nederland kent het klappen van de zweep, weet hij. “Neem bijvoorbeeld het innovatieve Kipster waar de kippen worden gevoerd met louter reststromen uit de levensmiddelenindustrie. Ook op het gebied van logistiek en verpakkingen kunnen Nederlandse bedrijven Ivoriaanse en Senegalese bedrijven ondersteunen bij de zoektocht naar duurzame oplossingen.”

Twee combilanden

In de nota 'Doen waar Nederland goed in is' van minister Schreinemacher voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking staan Ivoorkust en Senegal beide genoemd als zogeheten combiland. Kubbinga: “Dat betekent bij ondersteuning vanuit Nederland dat ontwikkelingssamenwerking en handel, aid & trade, even belangrijk zijn. We helpen bij de opbouw van het land, in mijn takenpakket gaat het dan om het voedselsysteem, en dat levert tegelijkertijd business op voor Nederlandse bedrijven. Bovendien is deze aanpak mooi te combineren met de internationale strategie duurzame landbouw van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.”

Hulp bij de opbouw van het land
Hulp bij de opbouw van het land

Meerjarige programma’s

Tuinbouw, pluimvee en cacao zijn de drie sectoren waar de ministeries van BZ en LNV zich op richten in Ivoorkust en Senegal. Kubbinga is aan zet om hiervoor meerjarige programma’s op te zetten, in samenwerking met lokale overheden en het bedrijfsleven. Kubbinga hoopt dat de Nederlandse en Ivoriaanse overheid in 2023 een Memorandum of Understanding tekenen met heldere afspraken over de doelen, thema’s en looptijd van deze samenwerking. “Wat betreft de tuinbouw in Senegal ligt er al zo’n bilaterale overeenkomst. Dat biedt houvast voor alle betrokken partijen. We weten van elkaar waar we naartoe willen. Bij een politieke wisseling van de wacht kunnen we terugvallen op de gemaakte afspraken.”

Verzilting landbouwgrond

Ook op andere terreinen ziet de landbouwraad kansen voor Nederland. “Ik denk bijvoorbeeld aan verzilting van landbouwgebieden langs de Senegalese kust. Irrigatie met brak water, overmatig gebruik van kunstmest en binnendringen van zeewater in de ondergrond hebben geleid tot verzilting van de bodem, met daling van de opbrengsten tot gevolg. Door bodems regeneratief te herstellen, zouttolerante gewassen te introduceren en waterbeheer aan te passen is op deze gronden toch landbouw mogelijk. Nederland heeft in verzilte regio’s elders in de wereld bewezen hierover kennis in huis te hebben.”

Contact

Landbouwraad Ivoorkust en Senegal
E-mail: abi-lnv@minbuza.nl (Abidjan, Ivoorkust) en dak-lnv@minbuza.nl (Dakar, Senegal)
LinkedIn: Ben Kubbinga