Gevolgen van het Vlaamse Klimaatplan voor de landbouw

De Vlaamse landbouwsector zal in de toekomst extra inspanningen moeten leveren qua vermindering van de CO2-uitstoot als gevolg van het Vlaamse Klimaat- en Energieplan, dat op 5 november 2021 werd gepresenteerd. Wel kan het daarbij rekenen op flankerende begeleiding vanuit het Departement Landbouw. Vlaams Minister Crevits heeft de eerste contouren van de nieuwe maatregelen en begeleiding geschetst.

Grazende koe
Beeld: ©Canva / Canva

Volgens cijfers van de FAO bedraagt het aandeel van voeding in de totale Belgische uitstoot ongeveer 20%. Van deze 20%  vindt ruim 40% plaats op de boerderij en de overige kleine 60% in de rest van de voedingsketen.

Toch heeft de Belgische landbouw de afgelopen jaren al een forse klimaatinspanning geleverd. Zo nam de koolstofvoetafdruk van Vlaamse melk af met 30% sinds het jaar 2000, aldus onderzoek van de KU Leuven, vooral dankzij een productiviteitsstijging per koe en een verbeterd voederrantsoen (bijv. getoaste veldbonen i.p.v. geïmporteerde soja). Daarnaast wordt er ook geëxperimenteerd met en/of ingezet op carbonfarming, precisielandbouwtechnieken en emissiearme stallen.

CO2-emissie Belgische agro-foodsector
Beeld: FAO

Stimuleringsmaatregelen voor verdere emissiedaling

Voor de jaren tot 2030 ziet de Vlaamse landbouw als gevolg van het nieuwe Vlaamse Klimaatplan zich geconfronteerd met aanvullende verstrengde normen ten aanzien van CO2-emissies: -31,3% tegen 2030 ten opzichte van 2005. De Vlaamse overheid wil deze emissiewinst bereiken door in te zetten op:

  • Versnelde afbouw van wkk’s op aardgas en afschaffing van investeringssubsidies voor micro-wkk’s op fossiele brandstoffen, beide reeds vanaf 2023 (de subsidies voor wkk’s op biogas en voor pocketvergisting blijft wel nog van kracht).
  • Het stimuleren van carbonfarming via een pre-ecoregeling voor het jaar 2022; daarbij wordt gedacht aan aangepaste teeltplannen, het verhogen van het organisch gehalte in de bodem en de aanleg (of het onderhoud) van kleine landschapselementen.
  • Stimuleren van de aankoop van lokaal en duurzaam vlees door de consument. 

Inkrimping van de veestapel is voor het ogenblik nog geen doelstelling an sich. Volgens Minister Crevits heeft dat ook weinig zin als de vleesconsumptie in Europa niet vermindert, aangezien de koolstofvoetafdruk van Belgisch witblauw rundvlees 50% lager ligt dan dat van Braziliaans rundvlees.

De Vlaamse landbouwsector wil zich constructief opstellen tegenover de extra CO2-uitstootvermindering van 10% die zij additioneel opgelegd heeft gekregen, op voorwaarde dat ze betrokken wordt bij de opstelling van de nieuwe maatregelen en dat er ook begeleiding voor boeren komt.

Flankerende maatregelen voor boeren

Naast deze stimuleringsmaatregelen voorziet de Vlaamse regering ook in flankerende begeleidingsmaatregelen voor boeren, de zogenaamde “4 V’s”:

  • Versterken via innovatie- en investeringssteun;
  • Veranderen van verdienmodel;
  • Vertrekken uit kwetsbare natuurgebieden
  • Verdwijnen (of stopzetten) als uiterste optie indien de 3 andere V’s niet haalbaar zijn.

De Vlaamse overheid heeft al 2 projecten lopen, die boeren begeleiden bij hun energietransitie: Klimrek en Enerpedia.