Frankrijk investeert in korte keten projecten

Frankrijk stopt 80 miljoen euro extra in korte keten projecten. Deze zogenaamde projets alimentaires territoriaux (PAT) werden zes jaar geleden geïnitieerd en hebben tot doel om lokale landbouw en voedselvoorziening in de diverse regio’s te bevorderen. Inmiddels heeft al 80 % van alle Franse departementen minstens één zo’n korte keten project.

Korte Keten Frankrijk

Wat houdt dat in een PAT-project?

De Franse territoriale voedselprojecten, projets alimentaires territoriaux (PAT) genaamd, zijn uiterst divers. Ze bieden bijvoorbeeld financiële steun aan boeren die zich in bepaalde regio’s willen vestigen, ze dragen bij aan het verkorten van distributieketens, of bevorderen het gebruik van streekproducten in kantines. De projecten spelen een belangrijke rol in het versnellen van de landbouw- en voedseltransitie door het nader tot elkaar brengen van boeren, voedselverwerkers en distributeurs, maar ook lokale overheden en consumenten.

Lokale initiatieven binnen een nationale voedselstrategie

In het kader van de nationale voedselstrategie werd in 2014 door de Franse overheid een wet aangenomen over de toekomst van de landbouw (Loi d'avenir pour l'agriculture) die het mogelijk maakt lokale spelers te steunen in de ontwikkeling van dergelijke PAT projecten. Ze hebben tot doel:

  • het stimuleren van lokale agrofood productie;
  • het voorzien in de regionale voedselvoorzieningsbehoefte;
  • en aansluiten bij sociaal-economische kansen en uitdagingen op territoriaal niveau.

De PAT projecten moeten een duidelijke lokale verankering hebben en ze kennen drie dimensies:

Economisch: lokale waardeketens worden met deze projecten gestructureerd en geconsolideerd; men brengt vraag en aanbod dichter bijeen; de toegevoegde waarde kan in de regio worden behouden; men helpt boeren zich lokaal te vestigen; en landbouwgrond wordt veiliggesteld.

Milieu: men beoogt lokale productie èn consumptie van voedingsmiddelen van een hoge kwaliteit; en wil nieuwe vormen van agro-écologische productie stimuleren (vergelijkbaar met kringlooplandbouw), waaronder biologisch; er ligt nadruk op water- en landschapsbeheer; en het tegengaan van voedselverspilling.

Sociaal:  onderwijs en voedselvoorlichting zijn belangrijke onderdelen van de projecten; net als sociale cohesie; en het garanderen van toegang tot gezond voedsel voor alle sociale klassen; maar ook de promotie van het lokale erfgoed.  

Een PAT is per definitie een collectief project

De projecten kunnen geïnitieerd worden door allerhande partijen: van burgers, boeren, verenigingen en NGO’s, tot lokale overheden en financiers, onderzoeksinstellingen, of bedrijven en coöperaties die voedsel verwerken, distribueren of verkopen.

Om een PAT project te doen slagen moeten de lokale partners een gemeenschappelijk doel voor ogen hebben en een goed gecoördineerde bestuurlijke structuur hebben. De DRAAF’s, de regionale overheidsinstantie op het gebied van landbouwzaken,  bieden op departementaal niveau ondersteuning bij de projecten. Zij verstrekken informatie over methodologie en ondersteunen de initiatiefnemers ook door hen in contact te brengen met de juiste lokale instanties en sleutelfiguren.

Een PAT project moet passen binnen regionale en nationale programma’s voor duurzame landbouw en voedselvoorziening, maar er kunnen ook diverse beleidsmiddelen van lokale overheden bij worden ingezet, zoals: een lokaal coherentieplan, werkgelegenheidsakkoorden, of allerhande programma’s voor rurale vernieuwing en ontwikkeling, voor toerisme, lokale volksgezondheid, ruimtelijke ordening of voor duurzame en evenwichtige territoriale ontwikkeling, etc.

Ruim 80 miljoen subsidie

Op dit moment wordt deze ontwikkeling extra gestimuleerd door 77 miljoen euro uit het recente herstelplan France Relance (naar aanleiding van de corona crisis) aan te wenden voor reeds bestaande PAT projecten. Daarnaast wordt uit hetzelfde herstelplan 3 miljoen euro uitgetrokken voor de financiering van nieuwe projecten, die bovendien financiële steun krijgen in het kader van het nationale voedselplan (Programme National pour l’Alimentation). Hiermee komt de korte keten strategie in een stroomversnelling en wordt er nu ruim 20 keer meer aan PAT subsidie uitgegeven dan de afgelopen vier jaar. De subsidies moeten, afhankelijk van het type project, binnen twee of drie jaar besteed worden.

Lokale spelers grijpen hun kans

In december 2020 werd door de Franse overheid een oproep gedaan aan lokale spelers om dossiers in te dienen voor het ontwikkelen van nieuwe korte keten projecten. Dit resulteerde in grote deelname en inmiddels zijn al 65 projecten geselecteerd uit de eerste ronde inzendingen. Deze kunnen in totaal op 5,3 miljoen euro subsidie rekenen. Deze nieuwe projecten zijn verdeeld over 48 departementen, waarvan 15 nog geen door de Franse staat gesteund PAT project hadden.  80 % van alle Franse departementen krijgt nu minstens één korte keten project.

Landbouwminister Julien Denormandie wil dat er lokale keten projecten gecreëerd worden door het hele land:

Het herstelplan France Relance heeft tot doel aan zoveel mogelijk mensen lokaal geproduceerd voedsel te verschaffen. Dat is een flinke uitdaging, waarbij de lokale voedselprojecten van groot belang zijn. De kracht van de initiatieven ligt in de lokale en gemeenschappelijke ondernemersgeest en creativiteit. Van buurtwinkels voor het goede doel en mobiele verkooppunten tot vestiging van jonge boeren, deze projecten zijn noodzakelijk en per 2022 zullen ze in elk departement bestaan.

Beeld: Ministère de l'Agriculture et de l'Alimentation

De PAT-projecten verschillen per regio

Frankrijk is een divers land en iedere regio heeft zo zijn eigen kenmerken. De lokale korte keten projecten beantwoorden aan specifieke regionale uitdagingen. Een paar voorbeelden van projets alimentaires territoriaux (PAT):

  • In de tussen Parijs en Orléans gelegen gemeenten Cœur de Beauce en Pays Dunois (Eure-et-Loir), ligt de nadruk op het creëren van verkooppunten voor voedsel uit de regio, samenwerking met voedselhulporganisaties en het bevorderen van lokale producten in kantines.
  • Op het Bretonse eiland Bréhat (Côtes d’Armor) wil men agrarische productie terugwinnen en de voedselautonomie versterken door nieuwe boeren te laten vestigen. Maar ook door milieu-toerisme te ontwikkelen met een nadruk op lokale specialiteiten en gerechten. En door een vernieuwd beleid qua grondbezit.
  • De gemeente Arbois-Poligny-Salins, gelegen in het hart van de Jura, wil met het PAT-project vooral nieuwe boeren aantrekken en diversificatie van boerenbedrijven bevorderen. En daarnaast nieuwe bedrijfstakken ontwikkelen op het gebied van voedselverwerking en distibutie, waarmee men de econonomie van de gehele regio wil verbeteren.
  • In het dorp Cilaos, midden op het eiland La Réunion gelegen in de Indische oceaan, dient het korte keten project de armoedebestrijding en wil men lokale productie ontwikkelen in dit ingesloten en bergachtige gebied. Er wordt een experimentele boerderij opgericht die de lokale school van voedsel zal voorzien en waar met landbouw kan worden geexperimenteerd. Ook worden er opleidingen verzorgd voor lokale boeren en gaat men voorlichting geven aan scholieren. Er komt een nieuw gebouw voor voedselverwerking en ook een kippenslachterij. Dit alles om lokale voedselverwerking te bevorderen.
  • De nabij Bordeaux gelegen gemeente “Cœur Entre-deux-Mers” wil nieuwe voedselproducenten aantrekken, korte ketens ontwikkelen, gemeenschappelijke tuinen inrichten en consumptie van lokale producten bevorderen in kantines, maar ook door middel van het initiatief “Défi Foyers à Alimentation Positive” dat gezinnen aanspoort om “positief” (lees: gezond en lokaal) te eten.
  • In La Roche-sur-Yon en omgeving (Vendée) wil men lokale spelers samenbrengen door middel van voorlichting (educatieve boerderij), ontwikkeling van korte ketens (coöperatie), liefdadigheidswinkels en zogenaamde voedingstuinen (i.s.m. buurthuizen). Al meer dan 120 kantines werken hier nauw samen met een lokaal groenteverwerkingsatelier.
  • In de beroemde gemeente Mont-Saint-Michel (Normandie) legt men nadruk op landschapsbescherming en agro-ecologie (behoud van heggen, beperking van kaveluitbreiding), bevordert men korte ketens (producentengids, lokale producten in de restaurants) en wordt het lokale erfgoed (architectuur, cultuur, gastronomie) gepromoot.
  • De departementale raad van de Alpes-Maritimes geeft voorrang aan vestiging van biologische boeren, of boerenbedrijven met het hoogwaardig milieulabel HVE. Er wordt een platform ontwikkeld voor korte keten distributie van streekproducten in kantines en men onderneemt verschillende initiatieven om voedselverspilling tegen te gaan, o.a. door opleiding van personeel op middelbare scholen.
  • In Cœur de Lorraine (Meuse) krijgen restaurants steun voor hun bevoorrading met lokale producten, worden boeren met administratieve en technische raad bijgestaan, geeft men voorlichting aan consumenten over voedselverspilling en wordt samen met departementale liefdadigheidsorganisaties voedseldistributie georganiseerd voor de minstbedeelden waarbij kwaliteit van voedsel voorop staat.