Better Chicken Commitment: Britse sector sceptisch over effect op dierenwelzijn

Recentelijk hebben verschillende Europese dierenwelzijnsorganisaties in toenemende mate druk uitgeoefend op supermarktketens en bedrijven in de food service sector om zich te committeren aan de ‘European Chicken Commitment’, in het Verenigd Koninkrijk ook bekend als de ‘Better Chicken Commitment’ (BCC). Verschillende bedrijven, zoals KFC, Nestlé, Unilever en Marks & Spencer, hebben zich al verbonden aan de BCC. De National Farmers Union (NFU) in het VK zet echter vraagtekens bij de dierenwelzijnsclaims van de BCC en heeft daarom twee rapporten laten opstellen die hebben onderzocht in welke mate de BCC-standaarden, waar deze afwijken van de in het VK gangbare ‘Red Tractor’-standaard, een effect hebben op dierenwelzijn en wat de impact is van de hogere BCC-standaard op de vleespluimveesector. 

Chickens
Beeld: Image by engin akyurt from Pixabay

Better Chicken Commitment

Een groep van bijna 30 Europese dierenwelzijnsorganisaties, waaronder Compassion in World Farming en Een Dier Een Vriend, hebben in de European Chicken Commitment vereisten opgesteld die dierenwelzijn in de vleespluimveesector moeten bevorderen. In 2026 moeten bedrijven die zich committeren aan de European Chicken Commitment ervoor zorgen dat al hun toeleveranciers de volgende 6 vereisten in acht nemen:

  1. Voldoet aan alle EU dierenwelzijnswet- en regelgeving, ongeacht in welk land de productie heeft plaatsgevonden.
  2. Past een maximale bezettingsdichtheid toe van 30 kg/m² of minder.
  3. Gebruikt kippenrassen die aantoonbaar hogere welzijnsresultaten laten zien.
  4. Voldoet aan verbeterde omgevingsstandaarden (licht, lucht en verrijking).
  5. Past gecontroleerd atmosferisch verdoven (Controlled Atmospheric Stunning) toe met gebruik van inert gas of meerfasensystemen, of maakt gebruik van effectief elektrisch verdoven.
  6. Maakt naleving van bovenstaande standaarden aantoonbaar door middel van jaarlijkse onafhankelijke inspecties en openbare verslaggeving.

Red Tractor versus BCC

Voor 90% van al het Britse kippenvlees is de kwaliteit gewaarborgd onder de Red Tractor-garantie. De Red Tractor-standaarden liggen hoger dan de Europese minimale vereisten. Kippenvlees geproduceerd in het VK voldoet daarom al aan een aantal van de BCC-standaarden, bijvoorbeeld ten aanzien van verrijking, onafhankelijke inspecties en het volgen van EU-dierenwelzijnswetgeving. Maar op bepaalde gebieden verschillen de BCC-standaarden van de Red Tractor-standaarden. Met name vereisten 2 (bezettingsdichtheid) en 3 (rassen met hogere welzijnsresultaten) van de BCC wijken significant af en kunnen mogelijk grote gevolgen hebben voor de productiekosten van kippenboeren. Met minder kippen per vierkante meter en het gebruik van kippenrassen die minder snel groeien zal de output waarschijnlijk afnemen en zullen de kosten voor voer en huisvesting per kip toenemen. Verder zal het water gebruik en de CO₂-uitstoot per kip toenemen. De BCC-standaarden kunnen er dus voor zorgen dat de productiekosten zullen stijgen, terwijl de productie minder milieuvriendelijk wordt.

Conclusies National Farmers’ Union

In de rapporten die in opdracht van de NFU zijn opgesteld wordt geconcludeerd dat de eisen die de BCC stelt niet genoeg zijn uitgewerkt en dat niet kan worden vastgesteld dat de hogere standaarden van de BCC een positieve uitwerking hebben op dierenwelzijn. Zo is het voor de onderzoekers niet duidelijk hoe en waarom de BCC is uitgekomen op een maximale bezettingsdichtheid van 30 kg/m² in plaats van de 38 kg/m² die wordt gehanteerd door het Red Tractor-keurmerk. De NFU blijft erbij dat het vakmanschap van de vleespluimveehouder een grotere impact heeft op dierenwelzijn dan de grootte van het bedrijf of de productiemethode. De BCC is volgens de NFU een erg dure manier om kippenvlees te produceren (+18% productiekosten), met een groter watergebruik (+22%) en meer uitstoot van broeikasgassen (+23%), zonder dat deze een aantoonbare verbetering in dierenwelzijn teweegbrengt.

Kip van Morgen

In de vleespluimveesector bestaat de zorg dat de BCC-standaarden niet consumentgestuurd zijn en dat er in de samenleving te weinig draagvlak bestaat om de hogere kosten voor kippenvlees te rechtvaardigen. Er zijn op dat gebied raakvlakken met de Nederlandse Kip van Morgen. De Kip van Morgen was in 2015 een initiatief van supermarkten om diervriendelijker geproduceerd pluimveevlees in de schappen te leggen. De Autoriteit Consument en Markt (ACM) besloot echter dat de duurzaamheidsafspraak tussen supermarkten, boeren en kipverwerkers om alleen kip te gaan verkopen die aan bepaalde eisen van dierenwelzijn voldoet, in strijd was met het kartelverbod. De mededingingsrechtelijke nadelen van deze afspraak waren volgens de ACM groter dan de voordelen, zodat de afspraak aangepast moest worden. Overigens waren de welzijnseisen die bij de Kip van Morgen werden gesteld volgens de Nederlandse dierenwelzijnsorganisaties te laag. Zo zou het initiatief bijvoorbeeld geen ster hebben gekregen in het Beter Leven-keurmerk van de Dierenbescherming.