Myanmars groene hart klopt voor de aardappel

Myanmar produceert zo’n 600.000 ton aardappelen. Sleutel tot verdere groei is toegang tot een bredere range van hoog kwalitatief Nederlands pootgoed. Diverse Nederlandse bedrijven, kennisinstellingen en de Nederlandse ambassade in Yangon helpt om de aardappelteelt in Myanmar een impuls te geven.

Uitgangsmateriaal
Aardappeltraining door Frank ter Beke (WUR).

Myanmar produceert zo’n 600.000 ton aardappelen op 40.000 hectare. De meeste aardappels worden verbouwd in het groene, circa 1.000 – 1.500  meter hoog gelegen hart van Myanmar, Shan State.

De aardappel neemt echter snel in populariteit toe en het areaal groeit mee. In Southern Shan is een professionaliserende groep van aardappeltelers actief. Zij werken nauw samen met specialisten van diverse Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen zoals Wageningen UR en de Aeres group om kennis over de teelt, maar ook bewaring en verwerking, te verbeteren.

Sleutel tot verdere groei en diversificatie is daarbij toegang tot een bredere range van hoog kwalitatief Nederlands pootgoed. Nederland – met NAKTuinbouw in de lead – helpt daarom Myanmar ook om de bestaande kwekersrechtbescherming, op het daarvoor noodzakelijke hogere niveau (UPOV’91) te brengen.

Belangrijk gewas

De aardappel is in Myanmar niet alleen een belangrijk voedingsgewas maar voor boeren ook een belangrijke cash crop. Met huidige opbrengsten rond 20 – 25 ton/ha en prijzen rond 25 – 30 eurocent is de aardappel met afstand het meest rendabele gewas om te telen. Bovendien komt het geïnvesteerde geld snel weer beschikbaar in deze korte teelt (vaak minder dan 100 dagen).

Op het moment wordt de aardappel nog vooral in curries en als groente gebruikt. Chips worden alleen in de zogenaamde cottage-industrie, kleinschalig aan huis, geproduceerd. Een fritesverwerker is er nog niet. De markt voor frites en andere aardappelproducten is zich nog aan het opbouwen. De aardappelconsumptie per hoofd van de bevolking zal toenemen naarmate het inkomen toeneemt en de urbanisatie doorzet. Myanmar heeft al een thuismarkt van 55 miljoen mensen en enkele miljarden wonen letterlijk bij de buren in India en China, en nog vele honderden miljoenen in de nabije Zuidoost-Aziatische landen. De potentie voor export is groot.

Grotere productie mogelijk

Door goed uitgangsmateriaal te gebruiken met een aangepaste, goede teelttechniek en passende mechanisering kan de productiviteit minimaal verdubbelen. Ook kan nog veel goed hoogland in Shan State bestemd worden voor de aardappelteelt. Een voorzichtige schatting is dat ook het beschikbare areaal voor aardappelteelt in heel Myanmar de komende jaren makkelijk kan verdubbelen. Samen leidt dit tot een verviervoudiging van de opbrengstpotentie voor de komende jaren.

De hogere productie zal ook gepaard moeten gaan met diversificatie van marktstrategieën. Daarbij is uitbreiding van gekoelde opslagcapaciteit, die nog overwegend ontbreekt, om jaar rond te kunnen leveren en het rendement te kunnen vergroten cruciaal. Ook zal geïnvesteerd moeten worden in verwerking tot vooral chips en in beperktere mate in frites en andere (vers ingevroren) aardappelproducten. Dit vergt naast investeringen in opslag en verwerking ook het opzetten van de bijbehorende ketens.

Opzetten van samenwerking

De Nederlandse ambassade in Yangon heeft direct na de eerste verkenningen in Myanmar, de aardappelsector aangewezen als een prioriteit in haar werkzaamheden. Daar is aan gewerkt met een serie activiteiten vanaf 2014, onder meer met een bezoek aan Nederland van een groep Myanmarese telers en hoogwaardigheidsbekleders in 2015, waarbij al meteen de eerste orders voor Nederlands pootgoed werden geplaatst. Op aanvraag van de telersgroep in Shan zijn bovendien twee missies uitgevoerd met processing/verwerking (2016) en opslag (2017) als thema. In 2016 is op aanvraag van de Myanmarese stakeholders een zeer geslaagde capaciteitsopbouw / trainingscursus opgezet en uitgevoerd. De training werd afgesloten met twee demodagen die door de cursisten zelf georganiseerd werden en ruim 900 bezoekers trokken. Als onderdeel van deze inspanning zal het Potato Signals boek dit jaar nog in een Myanmarese editie verschijnen.

Nederland favoriet

De ervaringen met de eerste pootgoedpartijen zijn goed. Telers hebben gezien dat de Nederlandse rassen hogere opbrengsten en een beter rendement geven. Ze zijn geïnspireerd om op deze weg verder te gaan. Inmiddels hebben alle inspanningen geresulteerd in een breed netwerk van contacten met boeren, bedrijven en overheid, waarbij Nederland zonder twijfel de meest geprefereerde partner is. Ook aan Nederlandse kant wordt hier verder op ingezet. Op het moment wordt een “Partners in Internationale Business”(PIB)- coalitie gevormd (RVO instrument) met een serie Nederlandse bedrijven uit de hele keten die actief willen worden in Myanmar. Inzet is de Shan-aardappelketen en sector te versterken en blijvende handelsrelaties op te zetten.

Uitgangsmateriaal

Potentie voor Nederlandse pootgoedproducenten

Hoogwaardig pootgoed is de sleutel tot en basis voor de ontwikkeling van de aardappelsector in Myanmar. De import van de afgelopen twee jaar smaakt naar meer, telers vragen al specifiek om Nederlands pootgoed. Myanmar heeft door de diverse teeltcondities (grondsoorten, hoogteligging etc) en marktbestemmingen (vers, processing) een brede range van nieuwe rassen nodig met in ieder geval voldoende resistentie tegen phytophthora.

Ook in andere delen van Myanmar zal de vraag toenemen. Nu al wordt vermeerderd Nederlands pootgoed doorverkocht aan de opkomende teelt op de rivieroevers van de Ayeyarwaddy in Centraal Myanmar. Schatting is dat komende jaren de markt voor Nederlands pootgoed groeit naar circa 2.000 ton/jaar.  De potentie voor export neemt echter toe en kan groeien naar 5.000 ton in de volgende tien tot vijftien jaar.

Volgende stappen

Om daar te komen, is actie op vele fronten nodig. Te beginnen met de introductie van Nederlandse rassen, maar even cruciaal is het opzetten van goede lokale organisatorische structuren (Agriterra is sinds kort ook actief in Myanmar), het vinden van de goede partners voor lokale vermeerdering, juiste en betaalbare mechanisatie, opslagcapaciteit, verwerking en het realiseren van afzetketens met bijbehorende logistiek. Een begeleidend programma van capaciteitsopbouw, demonstraties en steunen van bedrijven die voorop lopen is daarbij onontbeerlijk om de ontwikkeling gericht te kunnen versnellen. Nederland is daarop al actief bezig. Een groeiende aardappelsector zal extra cash flow genereren die de nodige investeringen mogelijk zal maken.

Niet alleen de pootgoedbedrijven kunnen zaken doen met deze opkomende industrie in Myanmar, maar er liggen kansen voor vele Nederlandse bedrijven met verschillende producten en diensten. Misschien ook iets voor U.

Landbouwteam Myanmar, met medewerking van Frank Wijnands (Wageningen Universiteit & Research)

Juni 2017