Spaanse tuinbouw volgt eigen weg naar duurzame teelt

De productie van kasgroenten in Spanje concentreert zich steeds meer aan de Zuidoostkust, vooral in Almería. Daar domineren plastic kasgebieden op sommige plaatsen het landschap volledig. Deze dichtheid aan kassen vergt een aparte benadering met betrekking tot duurzaamheid. Drie thema’s staan centraal: optimalisatie van water- en meststoffengebruik, recycling van reststromen en efficiënter gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.

Kassengebied rond El Ejido, Almería
Kassengebied rond El Ejido, Almería

Met 30.000 hectare kassen neemt de provincie Almería een steeds groter deel van de totale Spaanse export van kasgroenten voor zijn rekening. Inmiddels komt 61% van de Spaanse tomaten uit Almería, bijna driekwart van de geëxporteerde paprika’s (73%) en komkommers (75%) en respectievelijk 82% en 85% van de Spaanse courgettes en aubergines (data: COEXPHAL).

Nederland belangrijke afnemer

Nederland is een belangrijke afnemer, goed voor 10% van de Spaanse exportgroenten. Dat is iets minder dan het volume dat een bestemming vindt in Frankrijk (12%) of Groot-Brittannië (14%). Duitsland is, evenals voor de Nederlandse tuinders, de grootste klant (32%).

In de afgelopen jaren zijn in Almería de arealen van alle gewassen gegroeid, met uitzondering van tomaat. Vooral in dit gewas weegt zwaar dat de productiekosten in twee jaar tijd met ruim 10% zijn gestegen. De stijging van de minimumlonen is hiervan de belangrijkste oorzaak. Dit brengt Almería in een lastige positie ten opzichte van Marokko, met precies dezelfde productiekalender. In Marokko bedraagt het arbeidsloon een fractie van die in Spanje. Voor het eerst heeft Marokko in 2019 méér tomaten op de Europese markt gebracht dan deze Spaanse provincie.

'Nederlandse toeleveranciers kunnen een belangrijke rol spelen bij verbetering van irrigatietechnieken'

Druppelirrigatie
Druppelirrigatie in grondgebonden tomatenteelt

Zuinig omspringen met water

In de droogste uithoek van Europa moet men zuinig omspringen met water. De invoering van druppelirrigatie, zo’n 30 jaar geleden, helpt daar flink bij. Terwijl in Nederland vrijwel alle kasteelten wortelen in substraat, met een gesloten systeem en recirculatie van drainagewater, is de teelt op substraat in Spanje nooit echt van de grond gekomen. Naar schatting bedraagt dit slechts 15 tot 20% van het areaal. Dat zal niet snel groeien, onder meer door het toenemend aandeel van de biologisch gecertificeerde productie. Recirculatie van drainage is vaak ook lastig omdat water van veel bronnen dusdanig veel zout bevat dat de concentratie ervan snel oploopt tot onaanvaardbare waarden.

Water uit ontziltingsinstallaties

Op de meeste plaatsen in Almería is nog steeds bruikbaar grondwater beschikbaar, afkomstig uit de bergen in het achterland. In sommige streken is dat echter niet meer het geval, en is het water afkomstig van ontziltingsinstallaties aan de kust. Dit water is aanzienlijk duurder, maar moet steeds vaker een oplossing bieden.

Water vormt geen grote kostenpost. Dit leidt ertoe dat tuinders eerder te veel dan te weinig water geven. Er is naar schatting 25 tot 30% besparing op water mogelijk door verbeterde irrigatietechnieken in de grondgebonden kasteelten. Nieuwe mogelijkheden, met elektronische sensoren die communiceren via Internet, maken dit mogelijk.

Het ontwikkelen van praktische technieken, en de massale invoering ervan onder de 15.000 tuinders, is een van de belangrijkste uitdagingen voor de nabije toekomst. Nederlandse onderzoekers, nu al betrokken bij sommige projecten, en Nederlandse toeleveranciers kunnen een belangrijke rol spelen in dit proces. De Nederlandse ambassade heeft in 2018 een langjarig traject voor water opgezet. Na een seminar in 2019 organiseert de ambassade op dit moment samen met Water Alliance meerdere webinars om bedrijven in de watertechnologiesector te ondersteunen bij het zakendoen in Spanje.

Landbouwreststromen

Plantenresten worden gecomposteerd of, vooral in de biologische kassen, versnipperd en in de kasgrond gebracht als groenbemesting. Veel belangrijker is echter wat er met het plastic gebeurt. Hiervan wordt jaarlijks ongeveer 30.000 Tm afgedankt (gegevens COEXPHAL), wat betekent dat ongeveer 9 gram plastic nodig is per kilo geproduceerd kasproduct.

Het grootste deel hiervan, waaronder de kasbedekking, leent zich uitstekend voor recycling waardoor tuinders het kosteloos kunnen laten afvoeren. Andere materialen, zoals het dunne plastic dat nodig is bij grondontsmetting door solariseren, zijn lastiger te verwerken. Er is becijferd dat het percentage recycling van tuinbouwplastic ruim boven de 75% ligt, veel hoger dan het percentage plastic dat wordt teruggewonnen uit huisvuil. De overige 25% komt, samen met het huisvuil, terecht in verbrandingsovens.

Niettemin is de tuinbouwsector zich ervan bewust dat rondzwervend plastic slecht is voor zijn imago. Zolang een gering percentage illegaal wordt gestort, of door de wind rond geblazen, is een duurzame productie moeilijk geloofwaardig te maken.

Biologische bestrijding

In meer dan 80% van de teelten, waaronder alle paprika en vrijwel alle tomaat, vormt biologische bestrijding de basis van de plaagcontrole. Nederlandse kennis heeft hieraan bijgedragen. Zo is Koppert Biological Systems al lange tijd actief op de Spaanse markt. Hierdoor kunnen de Spaanse tuinders voldoen aan de strikte eisen van de belangrijkste klanten omtrent residuen van bestrijdingsmiddelen, dezelfde eisen die gelden voor hun Nederlandse collega’s. Biologische bestrijding maakt ook mogelijk dat inmiddels ongeveer 12% van de kassen gecertificeerd is voor biologische teelt.

Het wordt steeds duidelijker dat voor duurzame plaagbestrijding meer nodig is dan het uitzetten van beestjes. Belangrijk is om de monotonie van kassen te doorbreken, door het aanplanten van groenstroken of heggen tussen de kassen. Deze beplanting remt de verspreiding van plaaginsecten en er ontstaan schuil- en broedplaatsen voor natuurlijke vijanden. Er zijn steeds meer voorbeelden van plagen die, geheel of gedeeltelijk, onder de duim worden gehouden door beestjes die niet zijn uitgezet, maar spontaan uit de omgeving binnenkomen.

Inheemse soorten

Voor de groenstroken heeft men autochtone struiken, zoals oleander of rozemarijn, zo geselecteerd dat ze geen waardplanten zijn van schadelijke insecten maar wel speciale mogelijkheden bieden aan natuurlijke vijanden. Zo heeft oleander zijn eigen bladluis, Aphis neri, die niet op de teelten kan overleven maar wel geschikt is als prooi voor sluipwespen en predatoren van bladluis in de kas.

Tot nu toe is deze agro-ecologische aanpak niet erg zichtbaar in ‘de zee van plastic’, maar dit gaat snel veranderen. Een mooi voorbeeld is het werk van een van de grootste coöperaties in Almería, MURGIVERDE, die gratis planten beschikbaar stelt aan zijn leden. In 2019 is door deze leden meer dan 30 kilometer aan heggen geplant; in 2020 verwacht men dat er minstens 75 kilometer bijkomt.

Hommels
Hommels

Nederlands model

Twintig jaar geleden werd verwacht dat de Spaanse tuinbouw zich langzaam zou ontwikkelen naar Nederlands model. Hoewel men in Almería nog steeds opkijkt naar de Nederlandse sector, is dit toch maar gedeeltelijk gebeurd. Productie in onverwarmde plastic kassen is uitermate competitief, resulterend in een lagere kostprijs per geproduceerde kilo kasgroente. Toch blijft de invloed van Nederland groot. Zowel via toeleveranciers, zoals van plantenzaden en biologische bestrijding, als in de afzet, waar inmiddels geen belangrijke taalbarrières meer zijn.

Spanje en Nederland zijn grote handelspartners over en weer. Zo exporteerde Spanje in 2019 groente en fruit ter waarde van 1,3 miljard euro naar Nederland. En zijn er veel grote Nederlandse bedrijven succesvol op de Spaanse markt zoals Rijk Zwaan, Bejo Zaden, Enza Zaden en de eerder genoemde Koppert Biological Systems.

Omdat het dichtbevolkte Nederland al langer gedwongen was om duurzaamheid centraal te stellen, kunnen ook in dit opzicht ervaringen worden overgenomen. Voor andere zaken, zoals het verwerken van plastic en de agro-ecologische aanpak, moet Almería een eigen weg vinden om te overleven. Duurzaam, en tegelijk concurrerend met goedkopere landen als Marokko.

Landbouwteam Spanje & Jan van der Blom (COEXPHAL)
E-mail landbouwteam: mad-lnv@minbuza.nl
Twitter: @AgriSpanje

December 2020

Deze bijdrage maakt deel uit van de Agrospecial Bedekte voedingstuinbouw. Via onderstaande link kunt u alle overige bijdragen lezen over dit thema.