Nederlandse kennis en technologie boosten Marokkaanse tuinbouw dankzij Centre d'Excellence Horticole

In Marokko is met behulp van Nederlandse kennis, bedrijven en gedeeltelijke financiering een moderne kas gebouwd, die de Marokkaanse tuinbouw een impuls moet geven. Het eerste plantmateriaal gaat er volgende maand in, maar landbouwraad Jaap Satter is al bezig met uitbreiding van het project.

Cengtre d'Excellence Horticole

Nederlands-Marokkaanse samenwerking

Satter is zeer tevreden over de Nederlands-Marokkaanse samenwerking rond de kas, in het kader van het Centre d’Excellence Horticole, dat is gevestigd op het terrein van het Complexe Horticole d'Agadir, een onderdeel van de Hassan II universiteit. ‘De eerste ideeën voor dit project ontstonden al in 2016,’ vertelt Satter. ‘Wageningen University and Research heeft vervolgens een verkennende studie uitgevoerd om te bepalen hoe zo'n centrum eruit zou moeten zien en wat je ermee kunt doen. Daar kwam een plan uit voort, waarop het Marokkaanse ministerie van landbouw positief reageerde.’

Hypermoderne kas

Het resultaat, een state-of-the-art kas, is in december 2022 geopend door de Marokkaanse minister van landbouw en de Nederlandse ambassadeur in Marokko. Satter: ‘Het is echt een samenwerking tussen partijen uit beide landen, we hebben de kas daar niet zomaar geparachuteerd. Aannemers voor de bouw waren HortiXS uit Poeldijk en het Marokkaanse HortiSud. Verder waren de Nederlandse bedrijven Ridders, HortiTech, Zyztemz, Koppert Biological, Hoogendoorn en RoyalBrinkman erbij betrokken. Samen hebben ze een kas van een hectare gebouwd, die vol zit met de modernste Nederlandse hard- en software. Het project heeft 3 miljoen euro gekost, waarvan 2 miljoen door Marokko is gefinancierd en 1 miljoen door de Nederlandse overheid. Dat geld is teruggeploegd in de Nederlandse bedrijven die bij de bouw en inrichting van de kas betrokken waren.’

Marokkaans eigendom

Satter: ‘De kas en het hele centre zijn bedoeld voor demonstratie en onderzoek en kan, als incubator, ook nieuwe ontwikkelingen in de Marokkaanse tuinbouw aanjagen. Door de locatie bij Agadir is Nederlandse kennis en technologie nu midden in het hart van het belangrijkste tuinbouwgebied van het land beschikbaar. De kas is ingebed in het tuinbouw-ecosysteem in de regio. Het is de bedoeling het aantal hectaren verder te vergroten. Een commerciële uitbreiding, die ten goede komt aan zowel de bedrijven als de kennisinstellingen die betrokken zijn.' 
Marokko is nu volledig eigenaar en is verantwoordelijk voor de kas, aldus Satter. 'Dat vind ik een groot succes van de samenwerking. Door de kennisoverdracht en Nederlandse rol in het project, kan het zich in Marokkaans eigendom verder ontwikkelen.’

Landbouwraad Jaap Satter
Landbouwraad Jaap Satter

Veel Marokkaanse tuinbouworganisaties en -bedrijven hebben belangstelling om nieuwe technologie te implementeren, die Nederlandse bedrijven kunnen leveren.

Meer regio's

Nederland heeft hiermee volgens Satter veel krediet opgebouwd in Marokko. ‘Veel Marokkaanse tuinbouworganisaties en -bedrijven hebben belangstelling om nieuwe technologie te implementeren, die Nederlandse bedrijven kunnen leveren. Marokko is een van de landen die zijn aangewezen voor de combi approach: ontwikkelingssamenwerking in combinatie met handel en investeringen. Nederland draagt daarmee bij aan duurzame en inclusieve economische ontwikkeling van Marokko en het verminderen van armoede en sociale ongelijkheid op het platteland, terwijl we het internationale verdienvermogen van Nederlandse bedrijven stimuleren.’
De Nederlandse betrokkenheid bij de landbouw in Marokko is veel breder dan alleen het Centre d’Excellence Horticole in Agadir, benadrukt Satter. ‘We willen in meer regio’s actief worden, zoals Nador aan de Middellandse Zeekust en Meknès in het midden van het land bij Rabat. Het gaat niet alleen om tuinbouw, maar ook om bijvoorbeeld agro-ecologie, zilte teelten, het besparen van water, het terugdringen van het gebruik van chemische middelen en uiteindelijk om het bevorderen van de bredere agro-economische ontwikkeling. Het Centre d’Excellence Horticole is een kern, van waaruit we bredere activiteiten ontwikkelen.’

Interesse wederzijds

Het LNV-team op de Nederlandse ambassade in Rabat blijft het centrum in Agadir op de voet volgen. ‘Maar het is meer dan alleen kijken hoe het gaat,’ zegt hij. ‘We hebben veel contact, ook met het Marokkaans ministerie van landbouw, en verkennen verdere mogelijkheden. De kas wordt commercieel uitgebreid met meer hectaren, waarbij Nederlandse bedrijven zullen helpen.’ 
De samenwerking vormt een kantelpunt in de onderlinge relatie, denkt Satter. ‘Marokko had voorheen moeite om Nederlandse bedrijven te interesseren in mogelijkheden hier. Nu, na dit succes, is dat heel anders. Nederlandse bedrijven willen nu veel meer actief zijn hier, en in Marokko is de vraag naar Nederlandse kennis en kunde aangewakkerd. Er komt ook meer samenwerking op gang op het gebied van kennisontwikkeling. Zo stuurt de Marokkaanse overheid in het kader van het Centre d’Excellence Horticole studenten en promovendi naar Wageningen University and Research. Ze zijn overtuigd van de kwaliteit die Nederlandse kennisinstellingen en bedrijven kunnen bieden.’