‘Indonesië biedt een aantrekkelijk investeringsklimaat’

Het ministerie van EZ heeft 48 afdelingen op Nederlandse ambassades waar landbouwraden en -attaché(e)s actief zijn.Lucie Wassnki was landbouwraad in Indonesië, Maleisië en Singapore tot juli 2018.

Lucie Wassink
Lucie Wassink

Is Indonesië een uitdagend land om actief te zijn als landbouwraad?
“Indonesië is zeker een uitdagend land. Het is een groot land, maar ook erg gevarieerd. De verschillen in ontwikkeling, inkomen, klimaat en landschap zijn enorm.

Indonesië biedt een aantrekkelijk investeringsklimaat voor buitenlandse bedrijven. Tegelijkertijd wil de overheid de eigen productie en verwerking beschermen.”

Wat is uw persoonlijke drijfveer als landbouwraad?
“Persoonlijk vind ik het probleem van voedselzekerheid inclusief goede voeding een erg boeiende. Voedselzekerheid gaat ons allemaal aan. Op dit terrein liggen veel kansen die nu nog niet worden benut, maar wel een oplossing bieden voor een wereldwijd vraagstuk. Vergroting van de productiviteit, terugdringing van voedselverliezen, urban farming, goed uitgangsmateriaal, de juiste voeding. Kortom er is veel te doen. Buiten dat, Indonesië is een prachtig land met geweldige mensen met humor.”

Staat landbouw hoog op de agenda van de Indonesische overheid?
“Landbouw staat zeer hoog op de agenda van de Indonesische overheid. Zelfvoorziening is een belangrijk thema. De inzet is daarbij vooral gericht op gewassen zoals rijst, cassave en suiker.”

Is Indonesië een interessant land voor het exporterend agrarisch bedrijfsleven in Nederland?
“Indonesië heeft een bevolking van circa 260 miljoen mensen. En dat aantal groeit snel. Het land biedt daarom een interessante markt. Het is een markt waar bedrijven moeite voor moeten doen. Het opbouwen van relaties kost tijd. Dat geldt ook voor de bureaucratische processen. Van groot belang is om een betrouwbare lokale partner te vinden. Bedrijven die geïnteresseerd zijn in Indonesië hebben vaak al handelsrelaties in omringende landen. Van snelle winst is vaak geen sprake.”

Voor welke sectoren liggen er vooral kansen?
“De zuivel is een sector die veel exporteert naar Indonesië. Er liggen kansen voor bedrijven die ingrediënten produceren, bijvoorbeeld voor bakkerijproducten. Gezond eten wordt steeds meer een item. Ook voor Nederlandse machinebouwers liggen er kansen. Dan gaat het wel om de grotere Indonesische bedrijven, voor de kleinere ondernemers in Indonesië zijn machines soms te duur. Dat gaat wel veranderen. Ik me voorstellen dat nieuwe producten een kans maken, vooral op het gebied van Halal-producten. En dan gaat het om een scala aan producten, van voedsel en veevoer tot cosmetica.”

Wat zijn voorbeelden van Nederlandse bedrijven die met succes in Indonesië actief zijn?
“Ik kan er vele opnoemen: Frisian Flag (FrieslandCampina), Trouw Nutrition, East West Seeds (ENKA-zaden), Q-spicing en All Seasons Holland (zacht fruit). En natuurlijk zijn er nog veel meer.”

Op welke gebieden kunt u het Nederlands bedrijfsleven terzijde staan?
“Als landbouwraad ben ik er voor alle schakels van het Nederlandse agrobedrijfsleven. Als bedrijven algemene of specifieke vragen hebben, proberen we die zo goed mogelijk te beantwoorden. Ze kunnen ons mailen, bellen of langskomen op de ambassade. Het maakt overigens wel uit hoe goed het bedrijf zich heeft voorbereid op een bezoek aan dit land. Voorwerk heeft altijd effect.”

Kunt u een recent succes noemen van uw werkzaamheden?
“Alle successen komen voort uit collectieve inspanningen. Om een voorbeeld te noemen: zonder de inzet van het ministerie in Den Haag, de fytosanitaire directie en de NVWA zouden we onze Nederlandse uien niet op de Indonesische markt hebben gekregen. Het dossier pootaardappelen is ook door een gezamenlijke inspanning losgetrokken. Het landbouwteam op de ambassade fungeert daarbij als spin in het web en als direct contact met de Indonesische quarantainedienst. Kortom, het is altijd teamwork.”

Korte levensloop

Drs. Lucie Wassink studeerde Geologie en Ecologische prehistorie aan de Universiteit van Leiden. In die laatste hoedanigheid was zij werkzaam bij het Rijksmuseum voor Oudheden en de Gelderse Archeologische Stichting. Voor het toenmalige ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) was Lucie werkzaam in verschillende functies. Zij was onder andere belast met dossiers op het gebied van ruimtelijke ordening en openluchtrecreatie. Van 2004 tot en met 2009 was Lucie secretaris van het Platform Agrologistiek. Van 2009 tot en met 2014 heeft zij zich beziggehouden met de coördinatie van de verduurzaming van agroketens. Zij was betrokken bij een visie met betrekking tot regionale handelsstromen gericht op West-Afrika en aanspreekpunt voor de voedselzekerheidsdeskundige in Ghana. Met het aantreden als Landbouwraad in Jakarta keerde ze weer terug naar haar geboorteplaats.