Nederlandse innovaties antwoord op Japanse vraag

De Japanse landbouw staat aan de vooravond van een moderniseringsslag. Het Nederlandse agrobedrijfsleven helpt door innovatieve producten in dit land af te zetten.

Evert Jan Krajenbrink
Evert Jan Krajenbrink

De Japanse landbouw gaat een onzekere toekomst tegemoet. Agrarische bedrijven zijn met uitzondering van bedrijven in de regio Hokkaido en de veehouderijsector kleinschalig. Ook kampt het land met vergrijzing: de gemiddelde leeftijd van de boeren ligt met 67 jaar hoog. Op de productie van rijst na, is het land wat betreft agrarische grondstoffen niet zelfvoorzienend. Voor de boeren vormen de recent afgesloten vrijhandelsakkoorden (met EU en met TTP-landen rondom de Stille Oceaan) een bedreiging. Hoewel kwalitatief hoogstaand, ligt hun kostprijs veel hoger. Het zal hen daarom moeite kosten de internationale concurrentie aan te gaan. De Japanse overheid probeert haar boeren te wapenen door het geven van ruimhartige investeringssubsidies die kunnen oplopen tot 50%.

Japanse techbedrijven

Japanse technologische reuzen als Panasonic, Toyota, Kubota, Yanmar, NEC en Mitsubishi maken daarom recent hun intrede in de agrosector. Ze ontwikkelen niet alleen nieuwe technologische producten, maar produceren ook op een professionele wijze voedsel in Japan.

Gezien de uitstekende reputatie op agrarisch gebied, is Nederland voor de professionele producent in Japan een belangrijke partner. Japanse bedrijven werken samen met Wageningen UR en kennisinstellingen als Nizo en Delphy. Daarnaast investeren ze in onderzoekscentra in Nederland. Zaadveredelaars als Takii en Sakata Seeds, maar ook zuivelbedrijven Meiji en Yakult en bierproducent Asahi zetten R&D-centra in Nederland op. Veel van deze bedrijven werken ook samen met Food Valley.

Om de uitwisseling van kennis extra te bevorderen, startten het ministerie van LNV in Nederland en hun collega-ministerie MAFF in Japan in 2016 een landbouwdialoog. Het Japanse onderzoeksinstituut NARO heeft een wetenschappelijke liaison gestationeerd bij Wageningen UR die zich vooral richt op de tuinbouwsector.

Kansen voor Nederland

De goede reputatie én de toenemde vraag naar innovatieve producten bieden kansen voor Nederlandse bedrijven. Neem nu de zuivel. Japan is voor zuivelproducten voor 60% zelfvoorzienend. De Japanse overheid wil de melkproductie de komende jaren fors omhoog schroeven. Er ontstaan grotere ondernemingen waarbij verlaging van de kostprijs cruciaal is. Hogere efficientie en minder arbeid zijn daarbij cruciaal. Door de vergrijzing zijn er nauwelijks mensen te vinden die in de landbouw willen werken. Automatisering is dan een passende oplossing. Door de inzet van robots is een forse besparing op arbeid mogelijk. Lely, producent van onder meer melkrobots en mestrobots, verwacht dat de afzet van robots verder toeneemt. Maar ook de perspectieven voor fabrikanten van voermengwagens, krachtvoer en uitgangsmateriaal (o.a. rundersperma) en de inzet van agrarische consultants zijn gunstig.

Lely-robot in Japan
Lely-robot in Japan

Aardappelen

Voor de plantaardige sector zijn eveneens goede afzetkansen, meldt Evert Jan Krajenbrink, Nederlands landbouwraad in Japan. Vorig najaar bezocht een Nederlandse zuivel/aardappelhandelsmissie de regio Hokkaido. In dit gebied vindt 80% van de Japanse aardappelproductie plaats. De aardappelproductie op deze bedrijven ligt echter met 30 tot 35 ton per hectare veel lager dan in Nederland. Door strikte fytosanitaire eisen hebben ze een beperkt aantal rassen tot hun beschikking. De Japanse aardappelverwerkende industrie klaagt dan ook over de kwaliteit van de rassen en over voldoende aanvoer van grondstoffen. Dit en de tariefverlagingen van het vrijhandelsverdrag EPA bieden kansen voor de afzet van onder meer bevroren aardappelproducten uit Nederland.

Glastuinbouw en vertical farming

Door het gebrek aan landbouwgronden is vertical farming in Japan populair. De Japanse consument heeft minder moeite met agroproductie onder geconditoneerde omstandigheden. Zeker na de kernramp in Fukushima hecht de Japanner veel waarde aan gezond, vers en pesticidevrij voedsel. Het aantal plantfactories neemt dan ook gestaag toe. Ook trekt sinds het bezoek van premier Abe aan Nederland in 2014 de moderne glastuinbouw in Nederland de aandacht van Japan. In Japan bestaat grote belangstelling voor tuinbouwkennis uit Nederland, vooral ten aanzien van robotisering, ICT en big data, aldus Krajenbrink.

'In Japan bestaat grote belangstelling voor tuinbouwkennis uit Nederland, vooral ten aanzien van robotisering, ICT en big data'

Forse groei export

De Nederlandse agribusiness liet Japan tot voor enkele jaren geleden min of meer op zijn beloop. Het zou een moeilijk land zijn om naar te exporteren. Krajenbrink constateert dat de belangstelling voor Japan weer is toegenomen. De agrarische export naar dit land is vorig jaar opnieuw spectaculair gestegen. Met een agrarische exportwaarde van zo’n € 900 miljoen vanuit Nederland en een groei van 17% eindigde Japan op de eerste plaats van de snelstgroeiende exportlanden. De groei zit zowel in food als in technologie. Krajenbrink verwacht dat de export dankzij EPA zomaar kan verdubbelen in de komende vijftien jaar. “Het Nederlandse bedrijfsleven weet goed in te spelen op de vraag naar kwalitatief hoogwaardige en innovatieve producten. Nederlandse melkrobots, automatische voer- en mestsystemen gaan hier inmiddels als warme broodjes over de toonbank.”

Mei 2019

Deze bijdrage maakt deel uit van de Agrospecial 100 jaar Landbouw Attaché Netwerk. Via onderstaande link kunt u meer lezen over het thema Innovatieve technologie waaronder dit artikel valt.