De Wereldbank, organisatie van de grote getallen!

Omdat er nogal wat onduidelijkheden bestaan over wat de Wereldbank is en precies doet, probeer ik de kern samen te vatten. De Wereldbank is de grootste organisatie ter wereld die zich richt op ontwikkelingssamenwerking. Zij is een gespecialiseerde organisatie van de Verenigde Naties en heeft twee hoofdoelen, het beëindigen van extreme armoede per 2030 en versterken van de gedeelde welvaart (gemeten als het inkomen van de onderste 40% in elk land).

De Wereldbank bestaat uit twee onderdelen, de International Bank for Rural Development (IBRD) en de International Development Association (IDA). IDA richt zich op ontwikkelingslanden (laagste inkomenslanden) en financiert projecten met kredieten, subsidies en leningen. IBRD verstrekt alleen leningen aan middeninkomenslanden en kredietwaardige ontwikkelingslanden. De kracht van de Wereldbank ligt in het verstrekken van subsidies, kredieten en relatief zachte leningen met inbreng van wereldwijde kennis en ervaring en het samenbrengen van belanghebbenden.

De Wereldbank is onderdeel van de World Bank Group, samen met de International Finance Corporation (IFC, verstrekt leningen aan de private sector), het Multilateral Investment Guarantee Agency (MIGA, verstrekt investeringsgaranties voor niet-commerciële risico’s aan buitenlandse private investeerders) en het International Centre for Settlement of Investments Disputes (ICSID, bemiddelt tussen staten en investeerders of tussen staten onderling). IBRD en IDA (de”echte” Wereldbank dus) delen hun personeel en procedures onderling, maar delen die niet met de drie andere instellingen.

Dan nog even snel wat getallen

De Wereldbank heeft wereldwijd meer dan 10.000 medewerkers uit 170 landen verspreid over kantoren in 130 landen. De IBRD heeft 189 landen als aandeelhouder, die naar rato voor het door hen ingebrachte geld garant staan voor de obligaties die de IBRD uitgeeft op de internationale kapitaal markt voor de financiering van IBRD leningen. Het stemrecht van de aandeelhouders (landen) is ook naar rato van het door hen ingebrachte geld (one dollar, one vote). Zo heeft de VS het grootste aandeel (ca. 17%) en moet Nederland zich tevreden stellen met ca. 2%. IDA daarentegen is afhankelijk van donaties van donorlanden en elke drie jaar wordt een grootscheepse fondsenwerving (IDA replenishment) uitgevoerd. Momenteel is de IDA-18 replenishment gaande en de verwachting is dat dit ongeveer $75 miljard zal opbrengen. Deze pot met geld wordt dan tussen 1 juli 2017 en 30 juni 2020 omgezet in IDA kredieten voor de laagste inkomenslanden. Daarnaast gaat de winst van de IBRD ook naar IDA. In 2016 heeft de Wereldbank (IBRD en IDA) $45,9 miljard toegekend aan nieuwe leningen en $35,7 miljard uitbetaald. Wereldwijd lopen er nu meer dan 1700 projecten waarvan zo’n 160 agrarische projecten (voor India  resp. 100 en 18) en er zitten nog minstens 200 in de pijplijn.

Hoe werkt de Wereldbank?

Om maar direct het eerste misverstand uit de wereld te helpen: de Wereldbank financiert alleen investerings- en overheidsbeleidsontwikkelingsprojecten! Een echte bank dus. Zij verstrekt leningen aan rijksoverheden en/of overheden van deelstaten (in het geval van India, maar die zijn qua grootte vergelijkbaar met EU-landen). De overheid voert de projecten uit en is verantwoordelijk voor alles wat daarmee samenhangt. Voor investeringsprojecten geldt dit voor zaken als het opzetten van een projectbureau, tenders openstellen en opdrachten verlenen, financieel management, monitoring en evaluatie, etc. Wel houdt de Wereldbank gedurende de uitvoering van het project een oogje in het zeil (minstens twee missies per jaar, vooraf goedkeuring van de door de overheid opgestelde Terms of References van tenders, etc.) en verstrekt indien nodig technische assistentie. Als het project niet volgens plan verloopt, kan de Wereldbank in overleg met de overheid bijsturen. Voor beleidsontwikkelingsprojecten gelden andere procedures, maar het voert te ver om daar hier op in te gaan.

 De Wereldbank en Landbouw in India

India is een middeninkomensland en heeft vanaf 1 juli 2017 geen recht meer heeft op IDA-middelen. Dus alle nieuwe projecten worden vanaf dat moment gefinancierd met IBRD-leningen. Waren de vroegere Wereldbank-landbouwprojecten in India gericht op het verbeteren van de landbouwproductiviteit zelf, de huidige en toekomstige projecten zijn vooral gericht op het verbeteren van de concurrentiekracht en de groei van het platteland door:

  • Promoten van nieuwe technologie en hervormen van landbouwonderzoek, -onderwijs en -voorlichting,
  • Promoten van klimaatbestendige landbouw (onder meer slimme irrigatie, more crop per drop),
  • Productdiversifiëring (van granen naar producten met hogere marktwaarde) en ontwikkelen afzetmarkten (marketing, ketenontwikkeling, opslag, verwerking, transport, etc.), verhogen van private investeringen, waarbij de consumentenvraag centraal staat (van from farm to fork naar from fork to farm), dit alles mede om productverliezen na de oogst te verminderen.
  • Promoten van producten met een verwachte hoge groei, zoals melk, groenten, fruit en vis,
  • Verbeteren van de toegang van boeren tot financiering,
  • En last, but not least, versterken van de lokale gemeenschap, met name door het vergroten van de samenwerking tussen boeren onderling in coöperaties en versterken van de bijdrage van vrouwen in de gehele agrarische keten.

En wat is mijn rol daarin?

Ik werk dus bij de Wereldbank (IBRD en IDA), op het kantoor in New Delhi bij de kennisafdeling landbouw en plattelandsontwikkeling. Op deelstaatniveau ben ik momenteel projectlid van zo’n 5-6 projecten die deels in uitvoering, deels in ontwikkeling zijn (onder meer Uttarakhand, Orisha, Assam en Andra Pradesh). De nadruk van deze projecten ligt soms op irrigatie en soms op diversifiëring van productie. Mijn bijdrage zal echter steeds gericht zijn op agribusiness- en ketenontwikkeling en agrologistiek om de toegang tot de afzetmarkten te vergroten. Maar als ik op andere velden een bijdrage kan leveren zal ik dat zeker niet nalaten. Op landelijk niveau zal mijn inzet breder zijn. Ik ga me bezighouden met het versterken van het agrarisch hoger onderwijs en met het verbeteren van de voedselveiligheid in India.

Daarnaast ben ik ook gewoon consument. Ik eet dagelijks groente en fruit en af en toe vlees. Dan is het wel prettig om te weten hoe dat voedsel geproduceerd wordt en hoe veilig het eigenlijk is. De normen schijnen in het algemeen minder streng te zijn dan ik Nederland gewend was en hier kan ook de implementatie van regels wel eens achterblijven. In Europa kun je producten vaak traceren tot aan de boer. Dat is hier, als je broccoli op de markt koopt, zeker niet het geval, laat staan als je een maaltijd koopt bij een straattentje. Maar de Indiase regering heeft wel degelijk aandacht voor voedselveiligheid.

Door mijn werk krijg ik nu een kijkje in de keuken van de Indiase landbouw, het leven op het platteland en of mijn voedsel wel zo veilig en gezond is als ik hoop. Ik ben benieuwd.

Auteur: Fokke Fennema, Senior Agriculture Specialist – Agriculture Global Practice, South Asia Region, World Bank.

20 april 2017