Brazilië staat voor agrologistieke uitdaging

Brazilië heeft de negende economie van de wereld en is een agrarische grootmacht. Het land produceert voldoende landbouwproducten zoals soja, suiker en vlees om 20% van de wereldbevolking te voeden. Het land heeft de ambitie om dat tot 2030 te laten groeien naar 40%. Maar Brazilië wil niet alleen méér produceren, maar wil dat ook duurzamer doen en met minder verspilling in de ketens. Dat biedt volop kansen voor Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen, bijvoorbeeld op het gebied van de agrologistiek.

Bert Rikken
Bert Rikken

In de agrologistiek en planning is in het gigantische Brazilië winst te boeken. Gemiddeld gaat van alle landbouwproducten in het land een kwart tot een derde verloren voor het de consument bereikt. De transportafstanden zijn groot, de koelfaciliteiten beperkt. Veel producten komen in een korte periode op de markt terwijl spreiding voor de afzet veel gunstiger zou zijn. De uitdaging is volgens landbouwraad Bert Rikken om voedsel sneller, met minder verliezen en beter gespreid door het seizoen bij de consumenten te krijgen.

Een voorbeeld zijn de enorme markten voor groenten en fruit in de zuidelijke steden São Paulo (14,7 miljoen inwoners) en Belo Horizonte (4,5 miljoen inwoners, inclusief voorsteden).

Op die markten doen grote groenten- en fruithandelaren zaken met bijvoorbeeld de supermarktketens, maar wordt ook veel aan particulieren verkocht. De importproducten komen daar ook binnen via de havens en worden vervolgens verhandeld. “Soms gaat 50% van een product verloren, vooral vanwege onvoldoende opslagfaciliteiten”, zegt Rikken.

Grote Braziliaanse groenten- en fruitbedrijven kijken onder meer naar de haven van Rotterdam met de enorme fruitterminal en de omvangrijke doorvoerhandel. “We zijn bezig om een missie te organiseren naar Nederland om Braziliaanse bedrijven in contact te brengen met bedrijven in onze netwerken in Nederland.”

'De uitdaging is om voedsel sneller, met minder verliezen en beter gespreid door het seizoen bij de consumenten te krijgen'

Beeld: ©Golub Sergei

Nederlandse coöperaties

In de zuidelijke staten São Paulo, Paraná en Rio Grande do Sul zijn zes coöperaties actief die rond 1950 werden opgericht door Nederlandse immigranten. Deze coöperaties presteren uitstekend. Ze zijn innovatief, onder meer actief met precisielandbouw en verwerken en vermarkten zelf melk, vlees en graan. De coöperatie Holambra I is leidend in de sierteelt in Zuid-Amerika. De coöperaties Castrolanda, Frisia en Capal hebben samen een supercoöperatie gevormd en gelden als drie van de technologisch meest ontwikkelde landbouwcoöperaties van Brazilië met onder meer zuivelfabrieken, een veevoerfabriek en de varkensslachterij ‘Alegre’. Rikken: “Er zijn wel wat contacten tussen deze coöperaties en Nederlandse agrobedrijven, maar dat kan nog veel intensiever. Deze coöperaties kunnen het vliegwiel zijn voor de doorontwikkeling van de Braziliaanse landbouw en veeteelt.”

Meer ruimte

Brazilië is een vrij gesloten land als het om import van landbouwproducten gaat. Zo exporteert het voor €4,6 miljard aan agroproducten naar Nederland, maar importeert omgekeerd voor slechts €250 miljoen. De nieuwe regering van de niet onomstreden nieuwe president Bolsonaro wil de landbouwsector meer ruimte geven en ook de grenzen meer openstellen. “Op den duur zou dat het voor Nederlandse agrobedrijven makkelijker moeten maken om naar Brazilië te exporteren of daar anderszins actief te zijn”, verwacht Rikken.

Na de VS, China en Hongkong is Nederland de vierde buitenlandse investeerder in Brazilië. Het rechttrekken van de disbalans in de onderlinge handel door meer markttoegang voor Nederlandse landbouwproducten, ziet Rikken als een grote uitdaging voor de komende jaren. Een nieuwe, grote handelsmissie zou dat bijvoorbeeld een flinke impuls kunnen geven. De laatste handelsmissie naar Brazilië was eind 2012.

Ondersteuning kleine veeboeren

In Brazilië zijn kleine low-tech veeboeren in de Amazone-wouden en de cerrado (het savanne-achtig gebied in het centrale westen) verantwoordelijk voor meer dan de helft van de illegale ontbossing. Op initiatief van landbouwraad Bert Rikken doen Wageningen UR samen met het Braziliaanse instituut voor landbouwonderzoek Embrapa, ontwikkelingsorganisatie Solidaridad en de Braziliaanse ronde tafel voor duurzaam vee (GPTS) een haalbaarheidsonderzoek voor demonstratie- en onderzoeklocaties.

Doel is om de kleine veeboeren te ondersteunen om efficiënter om te gaan met veevoer (betere eiwitbenutting), de weiden te verbeteren, alternatieven aan te dragen voor het gebruik van uitgeputte bodems en de genetica van het vee te verbeteren.

“Omdat er zoveel kleine veeboeren zijn in Brazilië is daar nog veel te winnen als het gaat om duurzame productie, intensiever werken, hogere opbrengsten te realiseren en ook om ontbossing tegen te gaan”, zegt landbouwraad Rikken.

In mei gaan de betrokken partijen een presentatie houden over het plan in Brazilië. Als het concept aanslaat, is het de bedoeling dat in het Amazone- en cerrado-gebied locaties komen om veeboeren te ondersteunen. Rabobank is geïnteresseerd om boeren, die duurzaam werken, te financieren. Het is de bedoeling dat hier ook mogelijkheden ontstaan voor Nederlandse agrobedrijven op het gebied van kennis en technologie.

Voor dit zogeheten Seed Money Project is €40.000 beschikbaar. Seed Money Projecten dienen als opstart voor een internationaal samenwerkingsverband waar de Nederlandse agrofoodsector is betrokken.

Mei 2019

Deze bijdrage maakt deel uit van de Agrospecial 100 jaar Landbouw Attaché Netwerk. Via onderstaande link kunt u meer lezen over het thema Van veel naar beter waaronder dit artikel valt.