De wereldwijde steun aan de landbouw blijft toenemen. Overheden pompten de afgelopen jaren gezamenlijk ruim 840 miljard dollar per jaar in hun agrarische sectoren. Dat blijkt uit het nieuwste rapport Agricultural Policy Monitoring and Evaluation 2025 van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Toch waarschuwt de organisatie dat veel van die steun nog altijd de markt verstoort en te weinig bijdraagt aan innovatie en milieudoelen.
Agricultural Policy Monitoring and Evaluation 2025.
Meer geld, maar niet altijd goed besteed
Tussen 2022 en 2024 steeg de landbouwsteun met bijna 20 procent ten opzichte van de periode vóór de coronapandemie. Maar terwijl de productie zelf nog sterker groeide, blijft de manier waarop landen hun boeren ondersteunen grotendeels onveranderd.
Een groot deel van het geld gaat naar prijssteun en subsidies voor inputs zoals kunstmest of brandstof – vormen van steun die volgens de OESO vaak leiden tot overproductie, handelsspanningen en milieudruk.
Slechts een half procent van alle steun wordt besteed aan kennis en innovatie in de landbouw. “Dat is zorgwekkend weinig,” stelt de OESO. “Zonder gerichte investeringen in onderzoek en innovatie is het moeilijk om de landbouw toekomstbestendig te maken.”
Milieumaatregelen groeien, maar langzaam
Ongeveer vijf procent van de totale steun wordt ingezet voor vrijwillige milieumaatregelen, bovenop bestaande regelgeving. Hoewel dit aandeel stijgt, blijft het volgens de OESO onvoldoende om de klimaat- en biodiversiteitsdoelen te halen.
De organisatie ziet dat veel landen hun milieubeleid koppelen aan handelsafspraken – bijvoorbeeld via duurzaamheidsclausules in handelsverdragen of eisen aan exportproducten – maar dat deze aanpak nog versnipperd is.
Beeld: © OECD (2025)
Grafiek: Totale steun aan de landbouw.
Handel als hefboom voor duurzaamheid
Een opvallend thema in het rapport is de toenemende verwevenheid tussen handel en milieu. Landbouwproducten maken steeds vaker deel uit van wereldwijde waardeketens, en handelsmaatregelen worden meer gebruikt om milieudoelen te ondersteunen.
Bijna 60 procent van alle recente handel-gerelateerde milieumaatregelen werd ingevoerd sinds 2018. Zo nemen landen maatregelen om broeikasgasemissies in voedselketens te beperken of om de import van niet-duurzame producten te ontmoedigen.
Toch waarschuwt de OESO dat zulke regels ook risico’s hebben: ze kunnen leiden tot extra handelsdrempels en hogere kosten voor boeren, vooral in ontwikkelingslanden.
Grote verschillen tussen landen
De verschillen tussen landen zijn groot. In India komt 95 procent van de boerensteun uit de meest marktverstorende vormen van beleid. In landen als Australië, Chili en de Verenigde Staten ligt dat aandeel onder de één procent.
Ook de besteding aan kennis en infrastructuur verschilt sterk: sommige landen investeren vooral in wegen, irrigatie of opslag, terwijl uitgaven aan kennis en innovatie wereldwijd zijn gehalveerd ten opzichte van twintig jaar geleden.
Oproep tot hervorming
De OESO roept regeringen op hun landbouwbeleid te hervormen. De organisatie pleit voor:
- het afbouwen van prijs- en inputsubsidies,
- meer investeringen in kennis, innovatie en duurzaamheid,
- en betere afstemming tussen handel en milieubeleid om ongewenste handelsbarrières te voorkomen.
Volgens de OESO kan landbouwsteun effectiever worden ingezet door boeren te belonen voor prestaties op het gebied van klimaat, biodiversiteit en waterbeheer, in plaats van voor de hoeveelheid die ze produceren.
Aansluiting bij Nederland en de EU
Voor Nederland sluit de analyse van de OESO nauw aan bij actuele discussies over de transitie naar een duurzamere landbouw. Het Nederlandse landbouwbeleid richt zich steeds meer op kringlooplandbouw, innovatie en verduurzaming, maar ook hier klinkt de roep om slimmer gebruik van publieke middelen.
De aanbevelingen van de OESO – meer investeren in kennis, innovatie en milieuprestaties – raken direct aan de uitvoering van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) van de EU en aan de verdere ontwikkeling van Europese duurzaamheidsnormen in de handel.
Daarnaast benadrukt de OESO dat internationale handel cruciaal blijft voor duurzame groei. Voor een exportland als Nederland, dat sterk afhankelijk is van toegang tot buitenlandse markten, is het essentieel dat duurzaamheidsregels in handelsovereenkomsten goed op elkaar aansluiten en geen nieuwe belemmeringen vormen.
Nederland kan volgens de OESO profiteren van zijn sterke kennispositie in landbouw en voedsel, maar moet die rol blijven versterken met gerichte investeringen in onderzoek, innovatie en samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen.
Jochem Wiers van de Permanente Vertegenwoordiging van Nederland bij de OESO spreekt tijdens de lancering van het rapport Agricultural Policy Monitoring and Evaluation 2025.
Het OESO-rapport schetst een duidelijke boodschap: landbouwbeleid wereldwijd beweegt nog te traag richting innovatie en duurzaamheid. Terwijl de financiële steun stijgt, is de vraag urgenter dan ooit hoe dat geld slimmer kan worden besteed.
Voor Nederland betekent dat: niet méér, maar beter gerichte landbouwsteun – en een actieve rol in het verbinden van handel, kennis en duurzaamheid.
Het rapport is te downloaden via: Full Report: Agricultural Policy Monitoring and Evaluation 2025 | OECD