Met het einde van zijn termijn in Rome neemt Marcel Beukeboom afscheid als Permanent Vertegenwoordiger bij de drie VN-organisaties voor voedsel en landbouw. Vanuit zijn functie als Nederlands ambassadeur bij FAO (Food and Agriculture Organization), WFP (World Food Programme) en IFAD (International Fund for Agricultural Development) zette hij zich onvermoeibaar in voor een volhoudbaar mondiaal voedselsysteem, humanitaire hulp en duurzame ontwikkeling. ‘Als je biodiversiteit niet op orde hebt, kun je geen toekomstbestendig landbouwsysteem opbouwen.’

Marcel begon zijn functie in Rome in coronatijd. ‘Een surrealistische ervaring: instellingen dicht, straten leeg, maar ons werk ging door.’ Zijn achtergrond als klimaatgezant en eerder als hoofd voedselzekerheid bij het ministerie van Buitenlandse Zaken vormde een stevige basis voor zijn nieuwe rol. ‘Ik ben intrinsiek gemotiveerd om bij te dragen aan mondiale publieke goederen zoals voedselzekerheid, water, klimaat en biodiversiteit.’ Hij benadrukt dat zijn hele loopbaan in het teken staat van de publieke zaak. ‘Ik ben niet geïnteresseerd in winst maken, maar wil bijdragen aan collectieve vooruitgang.’

Een bestuursfunctie met impact

In Rome vertegenwoordigde hij Nederland bij drie VN-organisaties. ‘Bij FAO ben je als het ware parlementariër in een soort mondiaal ministerie van Landbouw. Bij WFP zit je als donorregering in het bestuur dat toeziet op noodhulp. En bij IFAD ben je aandeelhouder in een fonds voor plattelandsontwikkeling.’ Elk van deze rollen vergde een andere vorm van opereren, maar steeds met hetzelfde doel: het terugdringen van honger. Binnen deze functies ging het niet alleen om vergaderen en beleidsstukken beoordelen. ‘Het echte werk speelt zich af in landen waar voedselzekerheid onder druk staat door klimaatverandering, conflicten of economische instabiliteit. Rome is het hoofdkwartier, maar onze impact moet daarbuiten gevoeld worden.’

Minister Liesje Schreinemacher (links, in rode trui) tijdens een bezoek aan de FAO in Rome, met Marcel Beukeboom naast haar en FAO-directeur-generaal Qu Dongyu tegenover haar.

Een hecht team in een stille stad

Marcel kwam terecht in een uitzonderlijke situatie. 'We waren met een klein team van acht mensen, en ondanks de omstandigheden (coronapandemie) konden we binnen de geldende regels samen op kantoor werken. Dat heeft ervoor gezorgd dat we een hecht team zijn geworden. In het eerste jaar ben ik misschien vijf keer fysiek bij FAO binnen geweest – de instellingen waren grotendeels gesloten. Maar intern hielden we de vaart erin.’ Hij beschrijft het team als professioneel, betrokken en goed op elkaar ingespeeld. ‘We hebben elkaar erdoorheen getrokken, juist doordat we niet op afstand werkten. Die samenwerking neem ik mee als een waardevolle ervaring.’

Biodiversiteit als rode draad

Marcel is zichtbaar trots op wat hij heeft bereikt: ‘Ik heb het thema biodiversiteit binnen FAO echt op de kaart kunnen zetten. Als voorzitter van de Group of Friends of Biodiversity heb ik een netwerk opgebouwd van gelijkgestemde lidstaten. Dat werkte: biodiversiteit wordt steeds meer erkend als onmisbaar onderdeel van het voedselsysteem.’

Hij beschrijft hoe hij stug bleef agenderen, ondanks weerstand. ‘In het begin wilden landen niets weten van een systeembenadering. Door bij verschillende onderwerpen uit te zoomen naar het systeemniveau en de onderlinge verbanden te tonen, gingen steeds meer collega’s het grotere plaatje zien. Daardoor kwam er uiteindelijk beweging. Een lidstaat die eerst fel tegen was, vroeg anderhalf jaar later zelf of voedselsystemen niet standaard als onderwerp op de agenda kon komen. Dan weet je dat je iets bereikt hebt.’

Hij benadrukt ook de kracht van informele netwerken. ‘De Group of Friends of Biodiversity gaf ons speelruimte buiten de formele vergaderruimtes. Dat is belangrijk als je binnen de Romeinse VN-organisaties iets nieuws wilt aankaarten of versnellen.’

Marcel Beukeboom tijdens Rome Water Dialogue

Geopolitiek en tegenwind

De geopolitieke realiteit wierp echter ook obstakels op. ‘De Russische inval in Oekraïne drukte een zwaar stempel op de multilaterale samenwerking. Het vertraagde besluitvorming, polariseerde debatten en had zelfs direct effect: onze voorziene zetel in de FAO-raad werd geblokkeerd door Wit-Rusland.’

Ook bepaalde mondiale trends baren hem zorgen. ‘Solidariteit neemt af, internationale samenwerking staat onder druk. Terwijl we deze uitdagingen alleen samen aankunnen. Dat besef dreigt verloren te gaan door kortetermijndenken en een focus op het (vermeende) eigenbelang.’

Marcel zag ook hoe politieke druk invloed kreeg op inhoudelijke thema’s. ‘Sommige lidstaten vinden dat bepaalde termen, zoals “climate change”, niet meer gebruikt mogen worden in officiële documenten. Dat heeft directe gevolgen voor het werk dat we doen.’

Marcel Beukeboom: ‘De tegenkrachten zijn sterk, dus moeten wij sterker organiseren’

Waarom dit werk ertoe doet

Waarom moet Nederland zich eigenlijk met deze organisaties bemoeien? Marcel is helder: ‘De Nederlandse handel in landbouwproducten is enorm. Het vaststellen van betrouwbare normen en standaarden, een van de hoofdfuncties van de FAO, is direct in ons belang. Maar denk ook aan de effecten van plant- of dierziektes, ook op onze eigen gezondheid. Daarnaast draagt voedselzekerheid, waar ook IFAD en WFP een belangrijke rol in spelen, bij aan stabiliteit. Dat heeft weer effect op irreguliere migratie. Bovendien zijn welvarender landen ook aantrekkelijkere handelspartners voor ons.’

‘De wereld is onderling steeds meer verbonden. Pandemieën, dierziekten, klimaatproblemen: die stoppen niet bij de grens. Kortom, we hebben alle belang bij een goed functionerend multilateraal landbouwsysteem.’

Verbinding met Nederland

Zijn werk in Rome had een directe link met Nederlandse organisaties en belangen. ‘Bij bezoeken van kennisinstellingen zoals Wageningen University, bedrijven als Rabobank of collega’s vanuit ministeries zetten we ons netwerk in en adviseren we over de inzet. Die brugfunctie is essentieel.’

Marcel noemt het versterken van het Nederlandse netwerk binnen de Romeinse organisaties als een van zijn wapenfeiten. ‘We hebben meer Nederlanders bij de VN-instellingen aan het werk kunnen krijgen en er ook voor gezorgd dat hun kennis en ervaring benut worden.’

Terugkijken met voldoening

Naast biodiversiteit en klimaat noemt hij ook het bredere denken in voedselsystemen als een wapenfeit. ‘Het besef dat alles met alles samenhangt was niet vanzelfsprekend. Maar ik heb daar consistent op gestuurd. Uiteindelijk zijn integrale benaderingen cruciaal om tot oplossingen te komen.’

Hij herinnert zich nog hoe terughoudend landen waren toen de VN-voedselsysteemtop (Food System Summit) in 2021 voor het eerst deze benadering introduceerde. ‘Sommige lidstaten vreesden dat het een negatief effect zou hebben op hun landbouwpraktijken. Maar stap voor stap is er acceptatie gekomen. En dat is belangrijk, want voedselbeleid moet rekening houden met bodem, water, biodiversiteit en economie.’

‘Ik zie het werk dat FAO nu doet op de benadering ‘true cost of food as the first step in making agrifood systems more inclusive, resilient and sustainable als een grote stap in de goede richting. Als voorzitter van een coalitie die zich hiervoor inzet, heb ik hier ook een bijdrage aan kunnen leveren.’

Marcel Beukeboom bij het Naturalis symposium Tijd voor biodiversiteit

Een nieuw hoofdstuk: Naturalis

Na Rome keert Marcel terug naar Nederland en begint hij als algemeen directeur bij Naturalis. ‘Naturalis is het nationale instituut voor de biodiversiteit. Veel mensen kennen het vooral van het prachtige museum, maar het instituut vervult ook een centrale rol in het wetenschappelijk onderzoek rond biodiversiteit, waarbij de technologische infrastructuur en indrukwekkende natuurhistorische collectie een cruciale rol spelen.  Voor Marcel voelt het als een logische volgende stap: ‘Het is een geweldige nieuwe uitdaging, maar met duidelijke lijnen van continuïteit: biodiversiteit blijft een belangrijk thema, ook in relatie tot landbouw en internationale samenwerking. En er zijn verbindingen met verschillende ministeries die ik al goed ken.’

Hij is enthousiast over zijn nieuwe rol. ‘Toen ik de vacature zag, dacht ik meteen: dit gaat over mij. Biodiversiteit, publiek engagement, internationale samenwerking – het komt allemaal samen.’ Naturalis is volgens hem goed gepositioneerd om het brede publiek, beleidsmakers, wetenschappers en het bedrijfsleven bij elkaar te brengen. ‘Ik wil het verhaal over biodiversiteit verder brengen. Niet alleen als urgent ecologisch vraagstuk, maar ook als economische en maatschappelijke noodzaak.’

‘Van Rome naar Naturalis: bruggen bouwen in biodiversiteit en landbouwsystemen’

Samenwerken met het LAN

De link met het LVVN Attaché Netwerk (LAN) wil hij behouden. ‘Ik hoop dat ik het LAN eens mag ontvangen bij Naturalis. De LVVN-raden werken allang niet meer alleen voor de export. Ze dragen bij aan systeemverandering en biodiversiteit is daarin een fundament. Samen staan we sterker.’

Hij ziet Naturalis als logische partner voor kennisdeling. ‘Er liggen kansen op samenwerking, zeker nu biodiversiteit ook in internationale landbouwdiplomatie steeds belangrijker wordt. Ik zie uit naar gezamenlijke initiatieven.’

Blik op de toekomst

Zijn agenda bij Naturalis ligt nog open. ‘Ik begin met luisteren. Naturalis is een sterke organisatie met veel expertise. Daar wil ik op voortbouwen.’ Hij wil in de eerste maanden vooral in gesprek gaan met collega’s, partners en stakeholders. ‘Wat werkt goed? Waar liggen kansen? Ik ga zeker niet binnenkomen met een waslijst aan veranderingen.’ 

Tot slot benadrukt hij het belang van biodiversiteit voor Nederland zelf. ‘Het gaat slecht met onze natuur. Dat raakt direct aan ons landbouwsysteem. Bestuivers, schimmels, gezonde bodems: zonder die basis werkt geen enkel voedselsysteem. We moeten echt diverser worden – ook op ons bord.’

‘Gebruik het, of verlies het,’ citeert hij. ‘Als we biodiversiteit niet actief inzetten en beschermen, raken we het kwijt. Daar ligt een gezamenlijke verantwoordelijkheid.’ Vanuit zijn nieuwe rol bij Naturalis wil hij die boodschap blijven uitdragen. ‘Biodiversiteit is niet iets voor experts alleen. Het raakt iedereen – van boer tot burger, van wetenschapper tot beleidsmaker. Alleen samen kunnen we het verschil maken.’