Sinds oktober 2024 is Patricia de Vries werkzaam als LVVN-raad op de Nederlandse ambassade in Marokko. Met een lange staat van dienst in Latijns-Amerika en een achtergrond als landbouwkundig ingenieur verkent ze nu de Marokkaanse context. Haar eerste indruk toen ze aankwam? ‘Rabat is een sprookje – maar de uitdagingen zijn groot.’
Patricia de Vries
Patricia de Vries werkt al bijna veertig jaar voor het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN). Ongeveer de helft van die tijd bracht ze door in het buitenland als landbouwraad: van Mexico-Stad, via São Paulo en Praag tot Brasília en Bogotá. ‘Ik heb op allerlei plekken ter wereld gewerkt, maar Marokko stond nooit op mijn radar. Ik was er nog nooit geweest en had er eigenlijk ook niet echt een beeld bij. Maar ik ben enorm positief verrast door dit land en de mensen. Inmiddels voel ik mij na meer dan een half jaar aardig op mijn plek.’
Privé betekende deze nieuwe post ook een nieuw avontuur: haar man reisde met haar mee, samen met hun twee Braziliaanse honden van veertien en twaalf jaar oud. ‘Zij maken iedere verhuizing een pittige logistieke uitdaging, maar ze horen bij ons. Waar wij gaan, gaan zij.’
Rabat aan zee
Haar eerste indrukken van Marokko na aankomst zijn zeer positief. ‘Rabat is veilig, schoon, georganiseerd en bovenal: gastvrij. Mensen zijn trots op hun land en doen er alles aan om je welkom te laten voelen.’ De ligging aan zee en het milde klimaat dragen bij aan de levenskwaliteit. ‘Ik ben graag buiten, wandel veel met de honden en geniet van de natuur. Mijn favoriete plek? De Chella, een oude necropolis met uitzicht op de rivier de Bouregreg, vol ooievaars. Daar kom ik helemaal tot rust.’
Uitdagingen bij de start
Toch was het begin niet altijd eenvoudig. ‘Er zijn personele wisselingen geweest en mijn team is tijdelijk kleiner van samenstelling. Dat vroeg om rust en opnieuw opbouwen. We brengen eerst de basis op orde, vervolgens bouwen we verder aan een duidelijke agenda en een stevig team.’
Samen met Koppert Maroc op bezoek bij een van de telers van Comaprim in het tuinbouwgebied Souss Massa; biologische gewasbescherming in paprika’s, pepers en frambozen
Marokko is een landbouwland
Wat haar inhoudelijk meteen opviel, is de grote rol van landbouw in Marokko. ‘Op papier lijkt de sector klein, maar in werkelijkheid is landbouw van groot belang voor de economie en de werkgelegenheid.’ Tegelijkertijd ziet ze grote contrasten. ‘Er bestaan twee parallelle landbouwwerelden in Marokko,’ zegt ze. ‘Enerzijds is er een technologische, exportgerichte tuinbouwsector die goed georganiseerd is. De export van Marokkaanse groenten en fruit neemt een grote vlucht. Hierin is ook al veel Nederlandse betrokkenheid, via teelt, handel, toelevering en technologie. Anderzijds is er een traditionele sector met kleine familiebedrijven, vaak zonder toegang tot irrigatie of moderne technieken. Juist daar hakt de aanhoudende droogte erin. Die kloof tussen beide werelden wordt steeds groter.’ Volgens haar lukt het nog onvoldoende om alle boeren mee te nemen in de noodzakelijke transitie van de landbouw.
Waterschaarste
De allergrootste uitdaging? Water. ‘Na zeven jaar droogte is de nood hoog. Het klimaat verandert. De beschikbaarheid van water bepaalt wat er wel of niet kan in de landbouw. Zonder regen of irrigatie is er simpelweg geen landbouw mogelijk in dit land.’
De Marokkaanse overheid zet groots in op het vergroten van het aanbod: nieuwe stuwmeren, koppeling van rivieren, irrigatiekanalen en negen nieuwe ontziltingsinstallaties voor 2030. ‘Als de urgentie gevoeld wordt, kan er hier ongelofelijk snel worden gebouwd. Maar er is nog weinig aandacht voor waterbesparing, hergebruik en efficiëntie. Daar liggen dan ook kansen voor samenwerking met Nederland.’
De oogst van sperziebonen bij Fresh Grow in bij Tarroudant, aan de voet van de Hoge Atlas in de regio Souss Massa. Alle boontjes gaan richting Nederland.
Nederlandse kansen in Marokko
Juist op het vlak van slim watergebruik ziet Patricia veel potentieel voor Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen. ‘We kunnen bijdragen aan klimaatslimme- en precisielandbouw, irrigatietechnologie en watermanagement – mits we goed luisteren en aansluiten bij wat Marokko nodig heeft. Geen Nederlandse oplossing voor een Marokkaans probleem.’ Een aantal Nederlandse bedrijven zijn actief in Marokko, sommige al sinds de jaren negentig van de vorige eeuw zoals Enza Zaden, Rijk Zwaan en Koppert. Dat gaat altijd via sterke lokale partners. ‘Kort gezegd: zonder relatie, geen zaken. Als je denkt even snel zaken in Marokko te kunnen doen, kun je misschien beter thuisblijven,’ vertelt Patricia.
‘Op het vlak van slim watergebruik is veel potentieel voor Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen’
Twee sporen, twee belangen
Patricia ziet ook beleidsmatig twee sporen. In de meer moderne landbouwsector draait het om handel, innovatie en export. ‘Daar ligt het verdienvermogen, ook voor Nederlandse bedrijven.’ In de traditionele sector spelen andere thema’s: voedselzekerheid, inkomen voor het platteland, inclusiviteit van jongeren en vrouwen. ‘Dat is van groter politiek belang voor de Marokkaanse overheid. Maar dat raakt ook aan de politieke prioriteiten van Nederland, zoals migratie, veiligheid en regionale stabiliteit. Beide sporen zijn relevant.’
Biodiversiteit als verbindende factor
Een derde pijler op haar agenda is biodiversiteit. ‘Marokko telt 38 wetlands waar weidevogels uit Nederland overwinteren, waaronder de grutto en de kievit. Als we die populaties willen beschermen, moeten we ook hier in actie komen.’ Patricia heeft recent een biodiversiteitsproject gehonoreerd gekregen dat zich richt op de bescherming van deze weidevogels in Marokko. Ze ziet dit project niet alleen als een concrete stap voor natuurbehoud, maar ook als een opstap naar dialoog, netwerken en verdere samenwerking met Marokko.
Aardbeienteelt in de regio Kenitra – Larache. Marokko is een belangrijke producent en exporteur van roodfruit
Strategisch aanhaken
In haar werk probeert Patricia aansluiting te zoeken bij grotere programma’s. ‘De EU is hier zeer actief met landbouwprojecten, net als de FAO. Door strategisch aan te haken, kunnen we als Nederland met beperkte middelen meer impact maken.’ Ook kijkt ze naar de bredere exportcijfers van Marokko. ‘Een kwart van de export is groenten, een kwart fruit en een kwart vis. Die laatste sector wordt vaak vergeten, maar is hier groot en biedt kansen voor Nederlandse bedrijven bijvoorbeeld in visteelt, voeding en verwerking.’ Het resterende kwart bestaat uit diverse andere exportproducten.
Investeren in relaties
Patricia heeft tot slot een duidelijk advies voor Nederlandse partijen die kansen willen benutten in Marokko: investeer in relaties. ‘Zakendoen hier draait om vertrouwen. Je moet fysiek aanwezig zijn, een betrouwbare partner vinden en echt bouwen aan contact. Zonder gunfactor kom je nergens.’ Volgens haar zijn de mogelijkheden talrijk. ‘De Marokkaanse overheid is verrassend toegankelijk en oplossingsgericht. Ze willen vooruit. Maar wel op hun manier, en terecht. Als we daar met respect voor de lokale context op inspelen, kunnen we veel voor elkaar betekenen.’
‘Zonder water geen landbouw, zonder relatie geen zaken’
Op bezoek bij het NL bedrijf Messem in Larache dat fruit en groenten invriest. Samen met Jan Sevenhuyzen, CEO van Messem en Mohammed Sirou, plant manager
Partners in Business: collectieve slagkracht
Er is veel belangstelling vanuit het Nederlandse bedrijfsleven voor de ontwikkeling van met name de tuinbouwsector in Marokko. Zo lopen er verschillende projecten, al dan niet mede ondersteund door de Nederlandse overheid.
Binnenkort gaat in Marokko een nieuwe Partners in Business (PIB) van start, gericht op de combinatie van tuinbouwtechnologie en watermanagement. Dit publiek-private programma biedt volgens Patricia een uitgelezen kans om als Nederland met één gezamenlijke boodschap de Marokkaanse markt te benaderen. ‘Het momentum is er. Door klimaatverandering, droogte, plantenziekten en toenemende kwaliteitseisen is er een groeiende behoefte aan innovatieve, maar ook betaalbare oplossingen die we als Nederland kunnen bieden.’
Het PIB-programma is niet bedoeld om simpelweg Nederlandse producten te verkopen, benadrukt ze. ‘We willen bijdragen aan Marokkaanse oplossingen. En wie weet, ontstaan daar ook weer nieuwe innovaties uit die elders in Afrika toepasbaar zijn.’
De coördinatie ligt bij Dutch Greenhouse Delta. Bedrijven die willen deelnemen of meer willen weten, kunnen zich bij hen melden.