De Franse landbouw vergrijst in hoog tempo. Daaraan gekoppeld leven grote zorgen over leegloop van het platteland en vermindering van de agrarische productie. Er zijn in Frankrijk echter ook de nodige intreders in de landouw, die niet uit een agrarisch milieu afkomstig zijn. Er is zelfs een speciale term voor: de NIMA (Non Issu d’un Milieu Agricole). Maar wie zijn deze NIMA’s? Het Franse ministerie van landbouw liet een aantal onderzoeken doen hiernaar.
Beeld: Tijdschrift La France Agricole
5 rapporten verschenen, gefinancierd door het Ministerie
Sinds enkele decennia vestigen zich steeds meer boeren zonder dat hun ouders agrariër zijn geweest. De kennis over deze nieuwkomers was tot voor kort fragmentarisch. Het nader karakteriseren van deze “nieuwkomers in de landbouw”, begrijpen hoe ze in de sector passen en hoe overheidsbeleid hen kan ondersteunen, was voor de Franse overheid een belangrijke kwestie geworden. Dit was dan ook de reden om een vijftal onderzoeksprojecten te financieren.
- Het AgriNovo-onderzoek is gebaseerd op een grootschalige enquête onder boeren die zich tussen 2018 en 2022 vestigden (meer dan 29.000 mensen), en stelt een typologie op. Het identificeert 4 groepen: afhakers, carrier-switchers, sociaal mobielen, vroegtijdige roepingen. Voor veel mensen is een verandering van loopbaan ingegeven door desillusie over het oorspronkelijke beroep. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn voor mensen met een grote zorg voor het milieu, natuur en duurzaamheid, die het boerenbedrijf zien als een kans om een geschikter beroep uit te oefenen. Andere intreders hebben te maken gehad met professionele tegenslagen. Voor hen is de overstap naar de landbouw een kans om onafhankelijker te worden. De studie koppelt ook productiesystemen aan deze typologie. Mensen die uit eerdere beroepen stapten door desillusie, kiezen voornamelijk voor de tuinbouw, terwijl degenen met opwaartse of horizontale mobiliteit relatief vaak in de pluimveehouderij gaan werken. Intreders die op vroege leeftijd kennis maakten met de landbouw geven nogal eens de voorkeur aan de veehouderij, terwijl de zogenaamde afhakers vaak voor atypische productiesystemen kiezen. Zo kiezen afhakers maar ook carrier-switchers vaak voor biologische landbouw.
Caroline Mazaud (ESA Angers - LARESS) : « Portrait social des nouveaux agriculteurs » (AgriNovo)
- Het onderzoeksproject RenouvAgri analyseert de wegen die nieuwkomers in de landbouw bewandelen en de manier waarop ze bijdragen aan de verandering van de beroepsgroep. In de regio Morvan bestudeert het onderzoek de loopbaan van 44 landbouwers zonder landbouwachtergrond. De studie toont aan dat sommige van deze agrariërs landbouw niet alleen zien als een activiteit om te produceren, maar ook als een activiteit om het milieu en de biodiversiteit te beschermen. Deze visie strookt over het algemeen niet met die van boeren met een agrarische achtergrond, die een professionele (op de productie gerichte) benadering hebben.
- Het onderzoeksproject Trajectoires bestudeert de manier waarop boeren die niet uit een landbouwmilieu komen de vaardigheden en het kapitaal mobiliseren die ze hebben verworven door eerdere persoonlijke, professionele of educatieve ervaringen, bij het opzetten van hun bedrijf en het uitvoeren van hun projecten. Het is gebaseerd op interviews met 32 mensen.
- Het AgriTempo onderzoek kijkt naar de werktijd en levensstijl van ‘nieuwkomers’. Het combineert een vragenlijst met een reeks interviews met geitenhouders, tuinders en melkveehouders. De onderzoekers beschreven en analyseerden de heersende tijdsbesteding van boeren, de invloed van werk op hun dagelijks leven en de toewijzing van tijd aan niet-agrarische activiteiten. Het onderzoek benadrukt het feit dat de sterke tijdsdruk van het werk boeren van alle origines treft. Er zijn verschillen in de manier waarop het werk dagelijks en wekelijks wordt georganiseerd, maar deze zijn meer gerelateerd aan geslacht en opleidingsniveau dan aan het feit of mensen al dan niet een agrarische achtergrond hebben.
- Het AgriDinamo onderzoeksproject karakteriseert nieuwkomers in de landbouw in termen van hun afkomst, carrièrepaden, plannen om zich in de landbouw te vestigen en productieorganisatie. Het combineert een beschrijvende statistische analyse van gegevens van de landbouwtelling van 2020 met een kwalitatief onderzoek (66 interviews uitgevoerd in de departementen Hérault, Gard en Lozère). Het toont aan dat deze nieuwe werknemers, net als die van agrarische afkomst, betrokken zijn bij de vernieuwing van productiestructuren.
Dit onderzoek werpt een waardevol licht op de profielen van nieuwe landbouwers, wier trajecten soms atypisch zijn. Het verschaft het Franse ministerie van landbouw informatie voor het sturen en uitvoeren van het overheidsbeleid dat onder haar bevoegdheid valt. Al bij al blijken de Nima’s in veel opzichten niet eens zoveel te verschillen van de reguliere agrariërs, zeker als het gaat om zaken als de organisatie van het werk en innovatie.