Nederland zet in op verduurzaming en innovatie in de Amerikaanse pluimveesector op de 2023 IPPE

Van 24 – 26 januari 2023 vond de International Production & Processing Expo (IPPE) plaats in Atlanta, Georgia. De IPPE is s’ werelds grootste jaarlijkse beurs voor gevogelte, pluimveevlees en de diervoerderindustrie, waar internationale ondernemers en beleidsmakers kennis nemen van de nieuwste updates en om te netwerken met de belangrijkste contacten in de industrie.

Ook dit jaar waren de Landbouwbureaus van de ambassades in Washington, D.C. en Mexico stad, samen met het consulaat generaal in Atlanta, aanwezig om met Nederlandse deelnemers verder te bouwen aan partnerschappen met Amerikaanse en Mexicaanse partners ter verduurzaming van de pluimveesector.

De Amerikaanse pluimveesector

De VS is de grootste producent van kippenvlees ter wereld en is de tweede exporteur van pluimveevlees. Ook is de VS een belangrijke producent van consumptie-eieren. De Amerikaanse consumptie van pluimveevlees (slachtkuikens, andere kip en kalkoen) is aanzienlijk hoger dan die van rund- of varkensvlees, maar minder dan de totale consumptie van rood vlees (zie ook grafiek). Doordat bijna 18 procent van de totale pluimveeproductie wordt geëxporteerd, wordt de Amerikaanse pluimvee-industrie sterk beïnvloed door valutaschommelingen, handelsafspraken en economische groei in importerende markten. De sector is sterk gericht op kostenefficiëntie en heeft een hoge mate van verticale integratie (waarbij één bedrijf meerdere schakels in de productieketen beheert).    

Beeld: ©USDA / Economic Research Service, USDA

Uitdagingen voor de Amerikaanse pluimveesector

De Amerikaanse pluimveesector kent een aantal uitdagingen. Langzaam, maar zeker, wordt ook de Amerikaanse consument steeds kritischer op de herkomst en het productieproces van voedsel. Ook bestaat er veel zorg over dierziekten; ook in de VS heeft men te maken met vogelgriep uitbraken en ondanks de grote afstand tussen bedrijven komen besmettingen van bedrijf op bedrijf regelmatig voor. Recent zijn de voedselveiligheidsvoorschriften aangescherpt, onder andere op het gebied van salmonella. Meer dan 90% van de vleeskuikenbedrijven zijn salmonella positief, maar door maatregelen op de slachterij kon men tot op heden blijven voldoen aan de wetgeving. De verwachting is dat met de nieuwe wetgeving, de maatregelen op de slachterij niet meer afdoende zullen zijn. Dit vraagt om rigoureuze veranderingen van pluimveehouders op het bedrijf rondom hygiëne en bio-veiligheid.  Daarnaast zijn sinds de Covid-pandemie het vinden en behouden van arbeidskrachten een uitdaging voor bedrijven in de rurale gebieden. 

Innovatie nog beperkt

Door de sterke integratie in een traditioneel conservatieve sector is er weinig ruimte voor innovatie in de keten door individuele ondernemers. De grote integraties, zoals Tyson Foods, Pilgrim’s, Perdue Farms, betalen boeren om de kuikens te mesten en schrijven daarbij voor onder welke omstandigheden dit moet gebeuren. Innovaties moeten worden geïntroduceerd via de keten en wetenschappelijk onderzoek is nodig ter ondersteuning van de onderbouwing. Daardoor is onderzoek door en bij één van de pluimvee departementen van de universiteiten, zodat integraties de waarde van een innovatie met eigen ogen kunnen aanschouwen en beoordelen, zeer belangrijk voor Nederlandse innovaties. Er wordt veel onderzoek gedaan bij universiteiten, onder andere de University of Georgia en bij Georgia Tech. Deze hebben beide uitgebreide pluimvee onderzoeks- en onderwijsprogramma’s. Beide universiteiten hebben goede contacten met de integraties en deze zijn goed aangesloten bij deze programma’s en de kennis die daaruit voortkomt.

Veel vleeskuikens en grootouderdieren in Georgia

De staat Georgia kenmerkt zich o.a. door een grote vleeskuikensector. De sector wordt gekenmerkt door grote volumes: grote aantallen in combinatie met een hoger slachtgewicht dan in Europa. Maar ook door kleine marges, waardoor kostenefficiëntie en -reductie zeer belangrijk zijn. Vernieuwingen op het gebied van arbeidsefficiëntie slaan daarom goed aan. De technische universiteiten doen veel onderzoek op het gebied van automatisering en robotisering. Dierenwelzijn en duurzaamheidsuitdagingen zijn momenteel nog van ondergeschikt belang en worden ook door de overheid (nog) niet actief gestimuleerd. Daarnaast is het aantal consumenten dat hier kritisch naar kijkt nog relatief beperkt.  De wat kleinere, regionale integraties, die vaak voor het hogere consumentensegment produceren, staan over het algemeen meer voor open voor innovaties gericht op verduurzaming, dan de grote nationale integraties.

Een andere sector die relatief groot is in Georgia is de (groot)ouderdierensector. Er worden veel broedeieren geproduceerd, gedistribueerd en verkocht, inclusief export naar buiten de VS.

Kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven: Leghennensector - van kooi naar scharrelhuisvesting

In Georgia zijn relatief weinig kippenbedrijven die zich richten op de productie van consumptie-eieren. Deze sector is sterker vertegenwoordigd in het Midwesten van de VS. De sector bevindt zich op dit moment een transitie, die begonnen is in Californië. California heeft de zogenaamde Proposition 12 ingevoerd in 2018, waarmee minimale afmetingen van 9 dm2/929 cm2 (= 1 square foot) kooiruimte voor leghennen wordt voorgeschreven. Meerdere staten, zoals Arizona, Colorado, Florida, Maine, Michigan, Ohio, Oregon en Rhode Island, hebben ook strenge wet- en regelgeving voor de stalinrichting. Dat betekent dat uiteindelijk niet alleen het houden van leghennen in kooien zal kunnen worden verboden, maar ook het importeren van producten die nog wel uit deze huisvesting komen. Het resultaat is dat veehouders die hun producten afzetten in de staat Californië, moeten overstappen naar verrijkte kooien of naar scharrelhuisvesting. Veel veehouders kiezen ervoor om de kippen los te laten lopen, en ook in andere staten zien we steeds meer veehouders omschakelen. Deze veehouders krijgen te maken met dezelfde uitdagingen die de veehouders in Nederland begin 2000 hadden toen er overgeschakeld werd naar kooivrije systemen. De Nederlandse kennis en expertise, op onderwerpen als kooivrije opfok, voorkomen van grondeieren en het tegengaan van pikkerij, bieden goede mogelijkheden voor samenwerking.

Kansen voor bedrijven, onderzoek, onderwijs en kennisoverdracht

Over het algemeen zijn er veel verschillen te vinden in de inrichting van de stallen en het management tussen Nederland en de VS, zowel voor vleeskuikens, legkippen en ouderdieren, waar veel kennis en ervaring over kan worden uitgewisseld. Pilots waarbij Nederlandse innovaties bij Amerikaanse kennisinstellingen getoond kunnen worden kunnen bijdragen aan het verspreiden van de Nederlandse kennis op dit terrein. Er moet daarbij rekening worden gehouden dat door de sterke integratie van de pluimveesector en de sterke focus op kostenefficiëntie, duurzaamheid anders wordt ingevuld in de VS. Ter illustratie staat in het duurzaamheidsrapport van de National Chicken Council, dat hun topprioriteit tweeledig is: 1) goede gezond van vitale werknemers in de keten en 2) het veiligstellen van de aanvoer van kip- en eierproducten voor de consumenten. Dierenwelzijn is hier nog geen onderdeel van. Door kennis- en innovatieuitwisseling wil Nederland op gebied van duurzaamheid en innovatie een bijdrage leveren aan de verdere verduurzaming van de Amerikaanse pluimveesector.

Inmiddels is Aeres gestart met verkennende gesprekken voor samenwerking met een aantal technische scholen in Georgia, waarbij wordt gekeken naar mogelijkheden om op MBO niveau gezamenlijke pluimvee onderwijsprogramma’s op te zetten. Daarnaast vindt een gesprek plaats met het Nederlandse bedrijfsleven hoe innovaties die bijdragen aan de verduurzaming van de pluimveesector verder in de VS in beeld kunnen worden gebracht, waaronder middels pilots bij kennisinstituten, maar ook andere opties worden daarbij in overweging genomen.