Wat als een Belgische retailer zich inlaat met het primaire landbouwproductieproces?

Colruyt Group is met een marktaandeel van 30% en meerdere supermarktformules (Colruyt, Okay, Bioplanet, Cru….) marktleider op de Belgische retailmarkt. In België neemt het geregeld de rol van voorloper op zich op het gebied van innovatief en duurzaam ondernemen. Zo is het bedrijf onder andere actief op het gebied van groene stroom, dierenwelzijn, CO2-uitstoot (door middel van carbon farming en boomaanplanting) en afvalstromen. Daarnaast zet het ook maximaal in op lokaal geproduceerde voedingsmiddelen. Daartoe gaat het (exclusieve) samenwerkingscontracten met Belgische landbouwers en veehouders aan en begeeft het zich via zijn vastgoedbedrijf Colim op de Belgische grondmarkt. Al met al breidt het zijn retaileractiviteiten uit naar de primaire sector.

Dierenwelzijn

Op het gebied van dierenwelzijn neemt Colruyt Group soms een voortrekkersrol op zich en wendt het zijn invloed als grote afnemer aan om dierenwelzijn in de bedrijfsvoering van de boer/toeleverancier te bevorderen. Zo is Colruyt al vroegtijdig gestopt met het verkopen van eieren uit legbatterijen en is het ook een voorloper met het verbod op biggencastratie voor varkensvlees in zijn winkelschappen.

In 2021 engageerde Colruyt zich om in 2026 aan de vereisten van het label “Better Chicken Commitment” te voldoen. Daarvoor is het een samenwerking met 17 Belgische kippenhouders aangegaan, die zich verplichten om o.a. de NestBorn-techniek (eitjes worden in de stal gelegd en de kuikens komen daar uit) en betere welzijnsnormen voor kippen toe te passen.

Maximaal aanbod van lokaal geproduceerde voedingsmiddelen

Als retailer streeft Colruyt Group naar een maximaal aanbod van Belgische voedingsmiddelen. Daarvoor zet het in op 3 bevoorradingskanalen: Belgische veilingen, (exclusieve) samenwerkingscontracten met Belgische landbouwers en productie op eigen landbouwgronden.

Een goed voorbeeld van (exclusieve) samenwerkingscontracten met Belgische landbouwers is de bovengenoemde samenwerking met Belgische kippenhouders. Een ander voorbeeld is het partnerschap met Belgische telers voor de teelt van exotische groenten en fruit zoals gember, kurkuma, abrikozen en meloenen. Soms gaat het hierbij om exclusieve samenwerkingscontracten: de afzet verloopt buiten de dagmarkt en veiling om, maar in ruil daarvoor krijgen de telers vaste afzet- en prijsgaranties.

Inmiddels zou de retailer al met 600 landbouwbedrijven een directe samenwerking hebben afgesloten.

Aquacultuur op een Noordzee-boerderij

De Colruyt Group gelooft in het markt- en toepassingspotentieel van zeewier en wil op termijn een eigen productie in Belgische Noordzee-wateren opstarten. Om ervaring met het productieproces op te doen, heeft Colruyt een financieel belang genomen in de Nederlandse startup The Seaweed Company, die met het geld van Colruyt de productie van zeewier wil gaan opschalen.

Alvorens zich met de productie van zeewier te gaan bezighouden, heeft Colruyt een zeeboerderij voor de productie van mosselen voor de kust van Nieuwpoort gepland. De federale overheid gaf de benodigde vergunningen voor de bouw ervan uit in 2020 en het initiatief van Colruyt past in het nationaal strategisch plan voor aquacultuur van de Belgische overheid. Echter, lokaal stuitte het initiatief op veel verzet van zowel de stad Nieuwpoort als de vissers wegens vermeende negatieve gevolgen voor het lokale toerisme en de lokale (kleinschalige) visserij-activiteiten. De rechter stelde de Colruyt Group in een korte gedingprocedure in het gelijk, maar er loopt nog een procedure bij de Raad van State.

Ondanks deze hangende procedure is de eerste mosseloogst voorzien voor zomer van 2023. De Colruyt Group wil de productie van de zeeboerderij in de toekomst uitbreiden naar zeewier en oesters.

Grondaankopen

Tot slot heeft Colruyt Group zich ook begeven op de markt van landbouwgronden. In het sterk verstedelijkte Vlaanderen zijn landbouwgronden een schaars goed en liggen de prijzen hoog. Als outsider zou Colruyt Group over financiële middelen beschikken die boven de financiële capaciteit van landbouwers gaat en zou het daarmee een drijvende kracht zijn achter de sterk stijgende grondprijzen. Verder vreest de sector dat de retailer de gronden door onzekere seizoenscontracten in plaats van degelijke pachtcontracten aan landbouwers gaat verhuren en daardoor de boeren zal reduceren tot “schijn-zelfstandigen”. Immers, ook de teelt- en afzetvrijheid zouden met deze contracten in gevaar kunnen komen.

Via zijn vastgoedbedrijf Colim heeft de Colruyt Group ruim 175 hectare landbouwgrond in bezit. Volgens de Colruyt Group wil dat zeggen dat zijn landbouwareaal te klein van omvang is om enige invloed op de grondprijzen te kunnen uitoefenen. Ook zou het slechts gronden kopen van boeren die het bedrijf rechtstreeks benaderen voor verkoop. Daarnaast bieden volgens Colruyt de huurovereenkomsten juist het voordeel van afzet- en prijszekerheid aan de boeren dankzij zijn kennis als laatste schakel in de keten. Tot slot kan Colruyt Group met zijn primaire landbouwactiviteiten nu juist actief bijdragen aan een herlokalisering van de productie van voedingsmiddelen.

Conclusie

Of de verschillende initiatieven eigen zullen blijven aan Colruyt of dat Colruyt een front runner is, die op termijn andere retailers mee zal trekken in het concept van verticale integratie, zal moeten blijken. Dat dit ook nieuw is voor de sector blijkt uit de gemengde gevoelens die deze initiatieven van Colruyt soms oproepen. Maar aan de andere kant  bieden deze initiatieven van Colruyt ook opportuniteiten voor andere stakeholders in de keten. Daarnaast passen de duurzaamheidsprojecten van Colruyt ook in de Farm-to-Forkstrategie van de Europese Commissie waarin verduurzaming van voedselsystemen een onderdeel is.