Ethiopië houdt ondanks conflict potentie voor Nederlandse agrifoodbedrijven

Landbouwraad Meeuwes Brouwer in Ethiopië bleef sinds half november, toen voor heel het land een negatief reisadvies ging gelden, op zijn post in de hoofdstad Addis Abeba. Samen met zijn rechterhand, landbouwadviseur Mahlet Mekuria Dessie, probeerde hij de Nederlandse agrifoodbedrijven in de crisisperiode zo goed mogelijk te ondersteunen. Het gewapende conflict in het Noorden lijkt te luwen. Terugblikkend lijkt de directe schade voor de Nederlandse bedrijven in Ethiopië mee te vallen. En vooruitblikkend: “Ethiopië blijft veel potentie houden voor Nederlandse agrofood-bedrijven. We hopen op stabilisatie.”

Zo’n tien Nederlandse agrarische bedrijven in het noorden van Ethiopië en gebieden waar de strijd gevoerd werd, hadden hinder van het gewapende conflict dat daar nu ruim een jaar aan het escaleren is. Vrachtwagens die werden geconfisqueerd, strijdende partijen die soms geld wilden zien, en - half november - Nederlandse managers en hun gezinnen die vanwege code rood zo snel mogelijk het land moesten verlaten. Dat laatste trof ook de tientallen Nederlandse ondernemingen elders in het land. De Nederlandse bezetting van de ambassade werd half november afgeschaald tot een kernteam van 8 mensen, een derde van de normale bezetting. 

Brouwer begon op 24 augustus 2020 als landbouwraad in Ethiopië. Dat het al snel uit de hand zou lopen in het Noorden had hij – en velen met hem - niet voorzien. Op 4 november 2020 kwamen de spanningen tussen het Ethiopische leger en de Tigray People´s Liberation Front (TPLF) in de noordelijke regio Tigray tot een uitbarsting. Het gewapende conflict dat vervolgens ontstond, haalde geregeld de internationale pers. Rond 10 november dit jaar rukte de coalitie van strijdende partijen, verenigd in de Tigray Defense Forces, op tot zo´n 200 kilometer van Addis Abeba. 

“Het was een kritieke periode. Als er nog één bepaald gebied in de handen van de opstandelingen zou vallen, dan konden ze zo doorsteken naar de hoofdstad. Toen kwamen we op de ambassade echt in de crisismode”, vertelt Brouwer. De spreekwoordelijke koffers voor een eventuele noodevacuatie stonden klaar. “We hadden dagelijks contact met de Nederlandse bedrijven in het noorden en dichtbij het front. De mensen daar zijn ook onze ogen en oren in dat gebied. Gelukkig is het niet verder geëscaleerd. Vanaf rond 20 december is de situatie zelfs flink verbeterd, omdat de Tigray Defense Forces zich terugtrekken in Tigray zelf. Geleidelijk keren mensen uit Nederland nu weer terug.”

In totaal zijn er zo’n negentig Nederlandse investeerders actief in Ethiopië, waarvan ruim 80 procent in de agrofoodsector, zowel grote als kleinere. Veel daarvan zitten in de regio Oromia, ten zuiden van Addis Abeba. Brouwer: “Deze bedrijven zijn niet direct geraakt door het gewapende conflict, maar dat het management het land uit moest vanwege code rood is natuurlijk niet optimaal.”
 

Landbouwadviseur Mahlet Dessie had ook veel contact met de Nederlandse bedrijven in het noorden en dichtbij het front. Uitzoomend naar het grotere plaatje ziet ze dat de landbouw in het algemeen in Noord-Ethiopië fors te lijden had en heeft onder het gewapende conflict. “Veel oogsten zijn verloren gegaan, boeren gingen meevechten of juist vluchten, er kwam ook nog een droogteperiode overheen en covid. Er leven zo’n zes miljoen mensen in de noordelijk gelegen regio Tigray en hun voedselsituatie is heel slecht.”

Twee Nederlandse bedrijven zitten in Tigray zelf, nog z’n acht in het gebied daaronder. Het gaat onder meer om bedrijven met melkkoeien, pluimvee en een bedrijf dat sesamzaad oogst, verzamelt en perst tot olie. “Die bedrijven hebben afgelopen jaar wel flinke operationele problemen gehad”, vertelt Dessie. “Vrachtwagens die werden geconfisqueerd, er werd geld gevraagd om milities te steunen, of Ethiopische medewerkers werden gescreend om te zien of ze mee konden vechten. Dat heeft wel de dagelijkse gang van zaken beïnvloed. En toen moesten begin november ook de expats nog hals over kop het bedrijf en het land verlaten. De lokale werknemers probeerden de bedrijven zo goed mogelijk te laten draaien, maar er was zeker productieverlies, ook omdat aan en afvoer van grondstoffen en producten soms lastig was.”

De Nederlandse ondernemingen in het noorden en bij het front produceren vooral voor de lokale en regionale markt. Die afzet kon redelijk doorlopen, of wordt geleidelijk weer opgestart. Rond de hoofdstad Addis Abeba zitten onder andere grote sierteeltkwekerijen, waaronder de grootste rozenkwekerij van de wereld. Dessie: “Deze richten zich op de export, vooral naar Europa, het Midden-Oosten en Azië. De internationale luchthaven van Addis Abeba bleef open, waardoor de export gelukkig kon doorgaan.”

Lijken de directe gevolgen voor de Nederlandse agrifoodbedrijven mee te vallen, indirect is er wel bijkomende schade. “Er zijn verschillende Nederlandse bedrijven zeer geïnteresseerd om te investeren in Ethiopië. Nederland is van de Europese landen de grootste investeerder in Ethiopië. Er is hier veel vruchtbare landbouwgrond, er zijn grondstoffen. De bestaande bedrijven draaien goed en breiden dikwijls uit. Maar een gewapend conflict, politieke instabiliteit, kan investeerders afschrikken. We doen er alles aan om bestaande contacten te onderhouden, om nieuwe toetreders goed te blijven informeren.”

Landbouwraad Brouwer hoopt ook dat de focus weer snel op de gangbare dagelijkse werkzaamheden komt te liggen: Nederlandse bedrijven ondersteunen en problemen helpen oplossen. “Veel vragen die we krijgen gaan over landkwesties, bijvoorbeeld bij geplande uitbreidingen. Ook krijgen we geregeld vragen over belastingzaken, over markttoegang en bijvoorbeeld werkvergunningen. We hebben veel contacten bij ministeries, bij lokale en regionale overheden en blijven volop investeren in ons netwerk.”

Het landbouwteam in Ethiopië benoemde vier terreinen waar het de meeste kansen ziet: de tuinbouw – waaronder sierteelt, groenten en fruit, zuivel – zowel primaire productie als verwerking, pluimvee – de hele keten, inclusief diervoeders, en agro-logistiek, van transport tot opslag, koeling en verwerking. “We hopen dat de situatie in het noorden stabiliseert, want op al deze terreinen liggen volop kansen voor Nederlandse bedrijven. Ethiopië blijft voor hen veel potentie houden.”