Stakeholderreacties op consultatie van Defra over de regulering van genetische technologieën

Landbouwministerie Defra heeft een consultatie gehouden over de regulering van genetische technologieën. De focus van deze consultatie lag met name op de regulering van gene-edited (GE) organismen met een genetische aanpassing die ook zou kunnen zijn gerealiseerd door gebruik van traditionele veredelingstechnieken. Daarnaast werd in de consulatie breder ingegaan op een regelgevend kader voor genetisch gemodificeerde organismen (GGO’s). Het Verenigd Koninkrijk heeft na Brexit de GGO-wet- en regelgeving zoals die van kracht is in de EU volledig overgenomen. Door het vertrek uit de EU heeft het VK nu de mogelijkheid om deze wet- en regelgeving aan te passen. De consultatie is op 17 maart gesloten en Defra zal te zijner tijd met een samenvatting van alle reacties en vervolgstappen komen. Aangezien veel stakeholders hun reacties ook al online hebben gepubliceerd volgt hieronder alvast een eerste blik op de meest relevante inbreng.

DNA
Beeld: Picture by Gerd Altmann via Pixabay

Grote landbouwbelangenorganisaties

De National Farmers’ Union (NFU) en de Country Land and Business Association (CLA), twee grote landbouwbelangenorganisaties, steunen de voorstellen van de overheid in de consultatie om gene-editing niet onder de GGO-wet- en regelgeving te laten vallen wanneer dezelfde uitkomst bereikt had kunnen worden door gebruik van traditionele veredelingstechnieken. Gene-editing kan volgens de NFU en CLA namelijk een rol spelen in het oplossen van problemen als klimaatverandering, het verlies aan biodiversiteit en bij het creëren van meer voedselzekerheid. Gene-editing kan boeren toegang geven tot gewassen en dieren die beter bestand zijn tegen ongedierte en ziekten, extreme weersomstandigheden en kan helpen om de impact van de landbouwsector op het milieu te verminderen door efficiënter gebruik van grondstoffen.

Beide merken wel op dat er specifieke en robuuste wet- en regelgeving nodig is die wetenschappelijk onderbouwd is, innovatie mogelijk maakt, publieke onderzoeksinstellingen in staat stelt om ontwikkeling te stimuleren en investering in producten voor de Britse markt toestaat. Verder moet rekening worden gehouden met belemmeringen in nationale en internationale handel, de perceptie van consumenten en de manier waarop GE-producten naast traditionele producten op de markt worden gebracht (denk aan etikettering).

Belangenorganisaties voor biologische en duurzame landbouw

Organisaties met een focus op biologische landbouw of duurzame landbouw, zoals de Sustainable Food Trust en de Soil Association, zijn van mening dat organismen die zijn ontwikkeld met behulp van genetische technologieën onder dezelfde wet- en regelgeving moeten vallen als GGO’s, zoals nu het geval is. Volgens hen kunnen genetische veranderingen die zijn gerealiseerd met behulp van gene-editing niet worden vergeleken met genetische veranderingen verkregen door het gebruik van traditionele veredelingstechnieken.

Deze organisaties zijn verder bang dat genetische technologieën zullen worden ingezet om een oplossing te vinden voor problemen die juist zijn ontstaan door gebruik van intensieve landbouw (zoals bepaalde ziektes in landbouwhuisdieren), in plaats van dat de fundamentele problemen in ons voedselsysteem worden aangepakt (zoals het verbeteren van dierenwelzijn zodat deze ziektes zich niet voordoen).

De organisaties pleiten daarom voor handhaving van de huidige strikte wetgeving, betere onafhankelijke controle op naleving van de wet- en regelgeving en meer maatschappelijke betrokkenheid in de discussie rondom genetische technologieën en GGO’s. De consultatie geeft volgens hen onvoldoende ruimte voor een serieus debat over het gebruik van genetische technologieën doordat het lijkt alsof er al een voorkeur wordt uitgesproken voor een bepaalde uitkomst, namelijk een deregulerende aanpak. Bovendien wordt naar hun oordeel in de consulatie geen rekening gehouden met alternatieve opties zoals agro-ecologische landbouw, verbeterde (dierenwelzijns)praktijken in de veehouderij en geïntegreerde plaagbestrijding.

Wetenschappelijke organisaties/onderzoeksinstellingen

Wetenschappelijke organisaties, zoals The Royal Society en Royal Society of Biology, en onderzoeksinstellingen, zoals Rothamsted Research en Fera, zijn van mening dat het gebruik van genetische technologieën niet onder de huidige GGO-regelgeving moet vallen. Tegelijkertijd vinden zij dat ieder nieuw planten- en dierenras gereguleerd moet worden op productniveau aan de hand van de uitkomst van de genetische aanpassingen die zijn gemaakt en de bijbehorende landbouwpraktijken, niet op procesniveau aan de hand van de gebruikte technologie.

Wet- en regelgeving moet er naar hun mening voor zorgen dat genetische aanpassingen geen negatieve impact hebben op de gezondheid van mensen en dieren, dierenwelzijn en het milieu, maar ook dat innovatie wordt gestimuleerd om zo uitdagingen rondom klimaatverandering, duurzaamheid en landbouwproductiviteit aan te kunnen pakken. De uitdaging voor proportionele regulering van genetische technologieën ligt volgens deze instellingen dan ook in het vaststellen van de drempelwaarden die bepalen wanneer een product moet worden beoordeeld op conformiteit en wanneer niet. Hiervoor is een bredere risicoanalyse nodig, waarbij idealiter rekening wordt gehouden met de publieke perceptie van genetische technologieën en wordt toegewerkt naar wereldwijde harmonisatie van regelgeving.

Overige, niet-veiligheidsgerelateerde, overwegingen

Handel

Het gebruik van gene-editing toestaan in het VK kan kansen opleveren voor Britse boeren doordat ze beter kunnen concurreren met boeren in landen waar gene-editing nu al is toegestaan (zoals Australië, Verenigde Staten, China en Argentinië). Het kan echter ook (belangrijke) markten uitsluiten omdat de regelgeving daar strenger is, zoals op dit moment in de EU.

Ook binnen het VK kan het toestaan van gene-editing voor problemen in het dagelijkse economische verkeer zorgen. Zo is regelgeving rondom genetische technologieën gedecentraliseerd (devolved), maar de interne handel in gene-edited producten binnen het VK niet. Dit betekent dat Schotland en Wales (die beide vooralsnog tegen het gebruik van genetische technologieën en GGO’s zijn) weinig tot geen mogelijkheid hebben om GE-producten uit Engeland (mocht gene-editing daar worden toegestaan) te weren.

Maatschappelijke aanvaardbaarheid/etikettering

Om de mogelijkheden van GE te kunnen benutten is het belangrijk dat er maatschappelijk draagvlak is voor deze technologie. Zonder dat draagvlak is de kans groot dat consumenten GE producten niet zullen accepteren, zelfs als wetenschappers zeggen dat de producten veilig zijn. Etikettering kan hierbij een rol spelen als het gaat om transparantie, door onderscheid te maken tussen bijvoorbeeld biologische producten, GGO-producten, GE-producten, etc.

Innovatie

De hoge kosten die gepaard gaan met het verkrijgen van wettelijke goedkeuring voor een GGO betekent dat over het algemeen alleen de grotere bedrijven dit kunnen betalen.  Door meer deugdelijke, transparante, wetenschappelijk onderbouwde en flexibele regelgeving voor GE-organismen in te voeren kunnen deze kosten worden verlaagd en krijgen kleinere bedrijven en start-ups de kans om zich op dit gebied te ontwikkelen, wat de innovatie in deze sector ten goede kan komen mits de gezondheid van mens en dier, dierenwelzijn en milieuveiligheid niet in het geding komt.

Dierenwelzijn/ethiek

Het gebruik van gene-editing bij dieren werpt ethische en welzijnsvragen op. Zo zou resistentie tegen bepaalde ziektes kunnen worden gerealiseerd door middel van het gebruik van gene-editing. Maar tegelijkertijd zouden er onbedoelde en onvoorziene genetische fouten kunnen optreden. Verder onderzoek en technologische ontwikkelingen zijn nodig om kennis van de onderliggende biologische complexiteit te vergroten.