US Farm Outlook for 2021

Eind september vond een Farm Outlook Forum plaats in Kansas City, MO waarbij vertegenwoordigers het US Department of Agriculture (USDA) en de American Farm Bureau Federation (AFBF) een uiteenzetting gaven over de huidige stand van zaken in de Amerikaanse landbouwsector en de verwachtingen voor 2021.

Door de twee USDA sprekers werd een redelijk positief toekomstbeeld geschetst. De American Farm Bureau Federation (AFBF), de grootste boerenorganisatie in de VS, liet daarentegen een meer kritische noot horen. Hieronder een korte beschrijving van de presentaties van het USDA en de AFBF en de presentaties zelf.

USDA outlook voor sector is positief: focus administratie op vrijhandelsverdragen, steun en innovatie

Steve Censky, plaatsvervangend minister van Landbouw gaf aan positief te zijn over de outlook om drie redenen: vrijhandelsverdragen, steun en innovatie. Volgens Censky is het openen van nieuwe markten prioritair, het bieden van nieuwe exportmarkten is cruciaal voor de ontwikkeling van de sector. Hij wees daarbij op USMCA en de overeenkomst met China en de vrijhandelsverdragen waaraan wordt gewerkt o.a. met het VK, Kenia en de EU (al zal die laatste nog lang op zich laten wachten volgens Censky). Ten tweede benadrukt hij hoe de Amerikaanse overheid de sector op vele verschillende manieren ondersteund heeft om zo de negatieve gevolgen van de COVID-19 pandemie op te kunnen vangen. Hij wees daarbij onder andere op de Coronavirus Food Assistance Program (directe betalingen aan boeren) en het Food Box Program. Bij het laatste punt, innovatie, greep hij terug op de innovatie agenda die het USDA tijdens de Outlook conferentie afgelopen februari heeft gepubliceerd. In die agenda stelt het ministerie het doel om voor 2050 de productiviteit van de landbouw sector met 40% te verhogen en tegelijkertijd de voetprint te halveren. Het ministerie werkt aan een onderzoeksagenda om deze doelstelling te ondersteunen waarbij onder andere indicatoren worden ontwikkeld om de voortgang in de sector te monitoren. Hij geeft daarbij ook aan dat er een duidelijk verschil is met de Farm to Fork strategie van de Europese Unie, die juist vooral de ontwikkeling en toepassing van innovatie zou hinderen zowel in Europa en elders op de wereld, aldus Censky.

Beeld: ©USDA

Boereninkomen in de VS in 2020 voor meer dan een derde afhankelijk van staatssteun

Een korte terugblik door Rob Johansson, Chief Economist van het USDA, liet zien dat als gevolg van COVID19 de prijzen van veel landbouwproducten onder druk hebben gestaan: melk (-25%), levend vee (-15%), varkens (-8%), mais (-7%), tarwe (-6%), rijst (-6.5%) en katoen (-5.5%). De prijs voor sojabonen steeg daarentegen met 5%.

Het USDA voorspelt dat het inkomen van Amerikaanse boeren dit jaar iets hoger zal uitkomen dan in 2019. Dit is voornamelijk het gevolg van directe steunbetalingen van de overheid (verantwoordelijk voor meer dan 33% van de inkomsten) en uitbetalingen van verzekeringspremies. De verhouding tussen eigendom en schuld van boerenbedrijven is met 13.95% volgens het USDA relatief laag gebleven. Ook zijn, als gevolg van de lage rentes, de kosten voor de financiering van deze schulden afgenomen, ondanks dat de schuld zelf met meer dan US$433.8 miljard historisch hoog is. Het aantal faillissementen is laag gebleven, maar lijkt nu wel wat te stijgen.

In een overzicht van de verschillende soorten Farm Programs is te zien dat de VS sinds 2013 is afgestapt van ontkoppelde steun en is overgestapt op deels-ontkoppelde steun (partially decoupled), met name middels risicomanagement- en verzekeringsinstrumenten en betalingen onder het Conservation Reserve Program. In 2018 en 2019 zijn daar gekoppelde en deels-gekoppelde betalingen bijgekomen, onder andere middels het Market Facilitation Program (MFP) dat door het USDA wordt uitgekeerd ter compensatie van de handelsdisputen met o.a. China en de daarop door China ingestelde extra heffingen op Amerikaanse landbouwproducten. Voor 2020 komt daar nu de steun aan de sector i.v.m. COVID19 bij. De verwachte uitgaven voor 2020 zijn US$ 18 miljard voor het Coronavirus Food Assistance Program 1+2, US$3,8 miljard voor MFP en US$ 5.8 miljard voor het Payment Protection Program. Inmiddels is US$9.92 miljard onder CFAP uitgekeerd aan telers van meer dan 150 verschillende gewassen. Dit bedrag is wat lager dan verwacht. Dit is volgens Johansson waarschijnlijk het gevolg van de limieten die zijn opgelegd.

Uit de presentatie van het USDA komt naar voren dat het aantal acres in productie voor de meeste gewassen, waaronder mais, sojabonen, tarwe, katoen en rijst iets hoger is geweest dan in februari werd voorspeld. Alleen voedergranen zagen een kleine reductie. Het USDA anticipeert dat als gevolg van verbeterde groeicondities en een lagere wereldwijde vraag de prijzen voor gewassen zullen dalen, met uitzondering van sojabonen (+ 8%).

De wereldwijde productie zal in 2021 volgens het USDA stijgen met uitzondering van katoen: tarwe (+6.5 MT), mais (+49.5 MT), katoen (-4.8 MT), rijst (+3.7 MT), sojabonen (+25.7 MT). De wereldwijde productie van rundvlees, varkensvlees en vleeskuikens blijft volgens het USDA redelijk stabiel van 106.3 miljard pounds in 2020 naar 107.3 miljard pounds in 2021. Milk productie stijgt van 222 miljard pounds naar 225 miljard.

Als gevolg van COVID19 zijn er tijdelijk duidelijke verstoringen geweest op de markt. De meest in het oog lopend was de zeer hoge prijs voor gehakt in de supermarkt eerder dit jaar en de uiterst lage prijzen voor levend rundvee in de VS. Een vergelijkbare situatie deed zich voor bij bacon en varkens. Inmiddels lijkt deze situatie zich hersteld te hebben en de verwachting is dat de dierstapel in de VS zal toenemen in 2021 evenals de prijzen voor rundvee, varkens en vleeskippen met respectievelijk 3%, 14% en 16%. Melkproductie zal volgens het USDA dalen met 7%.

Mondiale disruptie door COVID19 meer sector gerelateerd dan per land

De disruptie in de internationale handel als gevolg van COVID19 lijkt volgens Johansson meer sector gerelateerd dan per land. De handel in pulsen, tarwe en varkensvlees zijn wereldwijd bijvoorbeeld toegenomen, terwijl producten als vis, alcoholische dranken en katoen veel geleden hebben. Voor 2021 voorspelt het USDA dat de export in kleine mate zal stijgen in 2021.

De voorspelling is dat het aandeel van China in de Amerikaanse agrarische export zal toenemen van 10% (forecasted) in 2020 tot 14% in 2021. Dit zal een groot deel afhangen van de belofte van China om onder de Fase 1 afspraken met de VS meer landbouwbouwproducten uit de VS te importeren. De export in 2020 van sojabonen, mais, katoen en varkensvlees naar China is gestegen. Maar om aan de afspraken voor 2020 te voldoen zal China dit jaar nog voor US$ 12 miljard moeten importeren. De vraag is of dit zal lukken. De VS verwacht verder dat er nieuwe kansen zijn voor de export van Amerikaans varkensvlees naar China als gevolg van de ASF situatie in Duitsland.

Volgens Johansson zijn er tevens goede verwachtingen voor exporten naar USMCA partners Mexico en Canada en naar Japan. De presentatie van Johansson is beschikbaar via de volgende link.

Beeld: ©USDA

AFBF: de Farm Bill voldoet niet meer, boeren hebben nieuwe inkomstenbronnen nodig

Volgens John Newton, de Chief Economist van de AFBF maakt de Amerikaanse boerensector zich zorgen over de toekomst. Verschillende ontwikkelingen in de afgelopen jaren hebben voor het voetlicht gebracht dat de huidige Farm Bill, dat zich richt op risicomanagementinstrumenten en een verzekeringsprogramma, niet meer toereikend zijn. Newton refereerde daarbij specifiek aan 1. “climate viotility” (met droogte en overstromingen in verschillende delen van het land) in 2018 2.  de handelsdisputen van de Trump Administratie in 2019 en 3. de COVID19 pandemie dit jaar.

De opbrengst van het land is in de afgelopen paar jaar onvoldoende geweest om het hoofd boven water te houden en veel boerenbedrijven zijn voor een groot deel van hun inkomen afhankelijk van overheidssteun. De sector realiseert zich dat, gezien het budgettekort van de VS en de enorme staatsschuld, deze “ad-hoc” steun niet eindeloos verleend kan worden. Daarnaast, zo geeft Newton aan, wil de sector op eigen benen staan en niet afhankelijk zijn van deze overheidssubsidies. De Chief Economist benadrukte in zijn presentatie de belangrijke rol die landbouw kan spelen op het terrein van klimaat: “agriculture can be part of the solution”. Dit biedt kansen voor boeren om nieuwe inkomsten te genereren, door bijvoorbeeld “greening payments” onder het Conservation Reserve Program, zoals betalingen voor het planten van cover crops en andere groene diensten, zodat de landbouwsector een nieuwe inkomstenbron heeft maar ook bij kan dragen aan een oplossing voor het klimaat. De AFBF is tegen zogenaamde “set aside” programma’s waarbij landbouwgrond uit productie wordt gehaald, dit zou alleen maar ten goede komen aan andere landen die hun oppervlakten aan het uitbreiden zijn. De presentatie van John Newton is beschikbaar via de volgende link.