CBS: agrofoodsector sterk afhankelijk van export

Van elke euro die de agrofoodsector verdient, wordt zo’n 75 cent door de export opgebracht. Dat meldt het CBS in het artikel De landbouw in de Nederlandse economie.

Volgens het CBS is het aandeel van de landbouw in de Nederlandse economie in het afgelopen decennium vrijwel gelijk gebleven, ondanks een krimp van het aantal landbouwbedrijven.

In 2019 bedroeg het aandeel van de toegevoegde waarde van de landbouw in het bruto binnenlands product (bbp) 1,4%, tegen 1,3% in 2009. Het totale agrocomplex, waaronder naast de landbouw ook de voedings- en genotmiddelenindustrie valt, was in 2018 goed voor 6,4 procent van het bbp. 

In de voorgaande decennia nam het aandeel van de landbouw in het bbp geleidelijk af. In 1995 was dat aandeel nog 2,8 procent.

Export
Beeld: ©SEO-LNV

Stijging landbouwprijzen

Hoewel het volume van de toegevoegde waarde van de landbouw na 2009 minder sterk toenam dan dat van de gehele economie, daalde het aandeel van de landbouw niet verder. Dat het aandeel van de landbouw na 2009 niet verder daalde, hing vooral samen met prijsontwikkelingen. De prijzen van landbouwproducten stegen na 2009 relatief snel.

In 2018 was het aandeel van de landbouw in de economie met 1,4 procent een stuk groter dan in de buurlanden. Het aandeel lag in Nederland ook boven het EU-gemiddelde van 1,1 procent.

Exporteren na verwerking 

De Nederlandse landbouw is sterk afhankelijk van export. Van elke euro die het agrocomplex in 2018 verdiende, werd 76 cent door uitvoer opgebracht. Veelal worden onbewerkte landbouwproducten, zoals rauwe melk, eerst door de industrie verwerkt (bijvoorbeeld tot kaas) en vervolgens geëxporteerd. 

De toegevoegde waarde van het totale agrocomplex bedroeg in 2018 circa 49 miljard euro. Daarmee draagt het agrocomplex ongeveer 6,4 procent bij aan het bbp. Een deel van de activiteiten van het agrocomplex hangt overigens samen met de verwerking van geïmporteerde grondstoffen, zoals cacao, granen en tabak.

Werkgelegenheid gestailiseerd

De werkgelegenheid in de landbouw is in de afgelopen jaren gestabiliseerd. Van eind jaren negentig tot en met 2012 daalde het aantal arbeidsjaren in de landbouw gestaag. Tussen 2012 en 2015 veranderde de werkgelegenheid in de landbouw nauwelijks, en in de jaren daarna nam het aantal arbeidsjaren iets toe tot 157.000 arbeidsjaren in 2019.

Sterke afname aantal boerderijen 

Het aantal landbouwbedrijven is in de afgelopen decennia overigens wel aanzienlijk afgenomen. De trend van schaalvergroting en de afname van het aantal bedrijven zette in het midden van de twintigste eeuw al in. In 1950 had een doorsnee bedrijf 5,7 hectare, inmiddels is dit 32,4 hectare.