Jaap Bond wil Topsector Tuinbouw regionaal profileren

De Nederlandse tuinbouw loopt mondiaal voorop. Dat geldt ook voor de sector uitgangsmaterialen. Die positie is niet vanzelfsprekend. De concurrentie staat namelijk niet stil. Des te belangrijker dat de Topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen aan de weg blijft timmeren. Dat zegt Jaap Bond, de opvolger van Loek Hermans als boegbeeld van de topsector.

De Topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen (T&U) is een van de negen topsectoren waar het bedrijfsleven en kennisinstellingen bijdragen aan de internationale concurrentiepositie van Nederland. Bedrijven, kennisinstellingen en overheid werken in de Topsector T&U samen om uitdagingen op het gebied van landbouw, water en voedsel samen aan te gaan.

Jaap Bond
Jaap Bond

Jaap Bond (62) is trots dat directeur-generaal Marjolein Sonnema van het ministerie van LNV hem vroeg Loek Hermans op te volgen als boegbeeld van de topsector. “Uit die vraag spreekt waardering voor mijn kennis en ervaring met deze sector.”

Ervaren bestuurder

Bond is een ervaren bestuurder. Zo was hij twaalf jaar – van 2007 tot 2019 – gedeputeerde in de provincie Noord-Holland. Zijn portefeuille varieerde, maar er was een constante, land- en tuinbouw maakte er steeds onderdeel van uit. Hij was voorzitter van de Greenport Aalsmeer en Greenport Noord-Holland Noord en was later mede-initiatiefnemer van de overkoepelende Greenports Nederland.

Innovatiekracht

Hij is nu boegbeeld van de topsector, zelf gebruikt hij liever het woord ambassadeur. Die ambassadeursfunctie is hem trouwens op het lijf geschreven. Urenlang kan hij doorpraten over de innovatiekracht van de sector, de concurrentiepositie van de tuinbouw wereldwijd en de intensieve samenwerking in de keten. “Weet u wel dat Nederlandse kassenbouwers 80% van hun omzet buiten onze landsgrenzen realiseren? Kunt u noteren dat de zaadbedrijven actief zijn in 250 landen en bijna 20% van hun opbrengsten investeren in onderzoek?”

Lees verder onder foto

Jaap Bond ontmoet minister Schouten tijdens Grüne Woche 2020 in Berlijn.
Jaap Bond ontmoet minister Schouten tijdens Grüne Woche 2020 in Berlijn.

Veel familiebedrijven

Van huis uit heeft Bond weinig met de land- en tuinbouw. Inmiddels voelt hij zich enorm betrokken bij de hele agrofoodketen. “Wat een prachtige sector! De ondernemers zijn toekomstgericht en innovatief, altijd op zoek naar nieuwe kennis, werken vaak in familieverband en stellen zich bescheiden op. Een mooi voorbeeld van die karaktertrek is zaadveredelaar Simon Groot die vorig jaar de Wereldvoedselprijs won. Een prestigieuze prijs, maar hij gaat echt niet naast zijn schoenen lopen.”

Weinig waardering in eigen land   

Hij snapt het eigenlijk niet. Waar hij ook komt – hij heeft afgelopen jaren deelgenomen aan vele handelsmissies –, overal wordt met respect gesproken over de Nederlandse tuinbouw. “De hele wereld kijkt naar ons. Maar in eigen land krijgt de sector weinig waardering. Onlangs werd de jaarlijkse Tuinbouwondernemersprijs uitgereikt. In de top-drie stonden tuinders die op het terrein van gewasbescherming, energie en duurzame technologie topprestaties leveren. Maar zie je hen bij Eva Jinek? Ze krijgen nul aandacht van de media. Dat is zo onterecht.”

De afgelopen jaren heeft de topsector veel bereikt. Een groot aantal projecten is uitgevoerd, er zijn tastbare resultaten geboekt. Bond: “Wat dat betreft is mijn bedje gespreid. Als het gaat om versterking van de concurrentiekracht, verdere verduurzaming en  meer samenwerking in de keten ga ik door op de ingeslagen weg.”

'De concurrentie zit niet stil. China, Japan en zeker ook de Verenigde Staten zijn bezig met een inhaalslag'

De regio in

Toch zal de buitenwereld merken dat de topsector een nieuw boegbeeld heeft. Hij gaat een aantal dingen anders doen. Bijvoorbeeld? “Ik wil de topsector in de regio bekend maken. Als je met ondernemers praat over de topsector dan kijken ze je wazig aan. De topsector is een leuk speeltje voor Den Haag en Wageningen, zo lijken ze te denken. Niks is minder waar.”

Met budget van de topsector kunnen innovatieve projecten worden opgezet, zegt Bond. “Iedereen kan daarvoor ideeën aanleveren. Ik ga dat stimuleren door een aantal regionale conferenties te organiseren. We brengen de topsector in de kas en op de veiling. Wie een concreet idee heeft om de concurrentiekracht verder te versterken, is mijn vriend. Dan gaan we vervolgens kijken welke partijen we daar bij gaan betrekken.”

Concurrentie zit niet stil

Hij geeft hoog op over de voorloperspositie van de Nederlandse tuinders en de bedrijven die uitgangsmateriaal leveren. Behaalde resultaten in het verleden bieden echter geen garantie voor de toekomst, zegt Bond. “De concurrentie zit niet stil. China, Japan en zeker ook de Verenigde Staten zijn bezig met een inhaalslag. Ik kan nog wel meer landen noemen die op tuinbouwgebied knappe prestaties leveren. De topsector is het voertuig om onze positie te behouden en liefst nog te versterken. Innovatie is daarbij het kernwoord.”

Handelsmissies

Bond trekt als boegbeeld komende jaren regelmatig met handelsdelegaties de wereld in. “Zulke missies zijn belangrijk. Maar ik zal altijd vragen: wie gaat er mee, wat is het beoogde resultaat en komen onze gesprekspartners later op bezoek in Nederland? Eigenlijk vind ik zo’n retourbezoek belangrijker. Want hier kun je zien, voelen en proeven waar de Nederlandse tuinbouw toe in staat is.”