Voedselzekerheid prioriteit van landbouwraad in West-Afrika

Agrarische bedrijven en kennisinstellingen uit ons land kunnen van grote betekenis zijn voor de ontwikkeling van de land- en tuinbouw in West-Afrika. Vooral op het gebied van pluimvee, uitgangsmaterialen en klimaatslimme landbouwtechnieken zijn er kansen, zegt Bram Wits. Wits is nu precies een jaar actief als landbouwraad op de Nederlandse ambassade in Accra, de hoofdstad van Ghana.

Ghana
Bram Wits

Na een decennialange afwezigheid heeft het ministerie van LNV sinds februari 2018 weer een landbouwraad in West-Afrika. Het werkgebied van Bram Wits (35) omvat naast Ghana ook Ivoorkust en Nigeria.

Op zijn eerste dag als landbouwraad, nu een jaar geleden, zei Wits in een interview met Agroberichten Buitenland: “Ons land is wereldleider als het gaat om land- en tuinbouw. De Nederlandse agrofoodsector kan daarom een belangrijke rol spelen bij de agrarische ontwikkeling in deze landen. Ik vind het een uitdaging om hierin als landbouwraad een ondersteunende rol te kunnen spelen.”

Dat klonk optimistisch. Wat zijn uw ervaringen op basis van de alledaagse werkelijkheid?
“Dat zou ik nu weer zeggen. De vraag naar voedsel in deze regio is enorm en groeit de komende decennia door. Alle reden om de agrarische productie in deze landen te vergroten en efficiënter te maken. Een aantal bedrijven uit de Nederlandse agrofoodsector pakt deze handschoen al op, maar nog meer bedrijven zijn huiverig. Het is mijn taak om de kansen van deze regio beter voor het voetlicht te brengen en die zijn er absoluut. Daar ben ik hard mee bezig.”

Wat zijn mee- en tegenvallers in uw eerste jaar?
“Helder is dat de overheden van Ghana, Ivoorkust en Nigeria topprioriteit geven aan de landbouw. Nederlandse bedrijven zijn welkom. Investeringen en kennisoverdracht uit Nederland wordt zeer op prijs gesteld.

De voedselketen is niet goed georganiseerd. De postharvest-verliezen zijn daardoor groot. De keten van boer-opkoper-transporteur-verwerker-consument is ondoorzichtig. Gebrek aan transparantie maakt het moeilijk om de keten efficiënter te maken. Dat is nog meer het geval dan ik had verwacht, maar ik spreek liever over een uitdaging dan een tegenvaller.”

U spreekt over kansen voor Nederland. Op welke terreinen vooral?
“Ik noem dan als eerste de zaaizaadsector. De klimaatverandering heeft forse gevolgen voor de boeren in West-Afrika. De landbouw is hier voor een belangrijk deel nog regenafhankelijk. Verandering van het regenpatroon leidt tot tegenvallende oogsten. Daarom is er veel behoefte aan droogtetolerante zaden en gewassen. En aan kennis over goede teelttechnieken. Bedrijven als Rijk Zwaan, Bejo en East-West Seed zijn goed in beide: betere zaden én kennisoverdracht. De verschillende zaadbedrijven profileren zich sinds kort ook gezamenlijk in deze regio. Dat maakt hun positie ten opzichte van zaadbedrijven uit andere landen sterker.

De pluimveesector biedt ook kansen voor Nederlandse bedrijven. Feit is dat in Afrika kip erg populair is onder consumenten. Als je daar de snelle groei van de bevolking bij optelt dan is de conclusie duidelijk: de behoefte om de pluimveeketen productiever te maken is groot. In alle schakels van de keten zijn investeringen nodig: broedkuikens, voer, huisvesting, verwerking en transport. Bedrijven als Trouw Nutrition en Koudijs/De Heus realiseren zich dat terdege. Koudijs/De Heus is recent begonnen met de bouw van een veevoerfabriek in de buurt van Accra. Deze bedrijven hebben de intentie om op termijn hun grondstoffen uit deze regio te halen.”

'Investeringen en kennisoverdracht uit Nederland wordt zeer op prijs gesteld'

Bram Wits
Bram Wits

Aan welke thema’s geeft u komende jaren prioriteit?
“Het weerbaar maken van de landbouw voor klimaatverandering heeft topprioriteit. Nederlandse bedrijven kunnen daar zeker een bijdrage aan leveren. Naast de levering van betere zaden denk ik dan aan irrigatie. Door deze landen stromen grote rivieren. Dat water kan veel beter worden benut voor voedselproductie.

Voedselzekerheid in de steden is een ander speerpunt. Neem Lagos, de hoofdstad van Nigeria. Daar wonen nu 25 tot 30 miljoen mensen. De verwachting is dat Lagos in 2050 zo’n 80 miljoen mensen telt. De uitdaging is om de uitdijende steden van voldoende voedsel te voorzien. Dat vraagt om verbetering van de hele voedselketen, van boer tot consument, bijvoorbeeld op het terrein van opslag en gekoeld transport. De Nederlandse agrofoodsector kan daarbij een belangrijke rol spelen. Niet alleen met technologie, maar ook met kennisoverdracht over verbetering van de organisatie in de keten.”

Recent heeft landbouwminister Schouten Ghana en Ivoorkust bezocht. Wat heeft dat opgeleverd?
“Dat de minister deze landen zo snel bezoekt na het creëren van deze post, zegt veel over het belang dat LNV hecht aan goede relaties met landen in West-Afrika. We hebben veldbezoeken afgelegd, rondetafelgesprekken gevoerd en politieke dialogen op gang gebracht. De ervaringen die zijn opgedaan tijdens het bezoek leveren onder andere input op voor de brief die landbouwminister Schouten en minister Kaag van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking binnenkort naar de Tweede Kamer sturen. De aanwezigheid van de minister opent natuurlijk vele deuren. Zowel bij de politiek als bij het bedrijfsleven en daar kan ik mooi op verder bouwen.”

Minister Schouten bij opening van fabriek van Koudijs/De Heus in Accra (video)