Mestexport loopt flink terug
De export van dierlijke mest loopt fors terug. Vooral de uitvoer naar Duitsland en Frankrijk daalt. Weersomstandigheden en aanpassing van de mestregels in buurlanden zijn belangrijke oorzaken van de daling.
De exportcijfers worden gepubliceerd door RVO. Om de spanning op de Nederlandse mestmarkt te verlichten, is export van rundvee-, varkens- en pluimveemest van groot belang. Na een jarenlange toename van de export is dit jaar sprake van een forse afname.
Over de eerste negen maanden van dit jaar bedroeg de totale mestexport 2,4 miljoen ton. In dezelfde periode in 2017 was dat 2,8 miljoen ton, een afname van 14,5%. Uitgedrukt in fosfaat en stikstof liep de export terug met respectievelijk 23% en 14%.
| Jaar | Miljoen ton | Fosfaat miljoen kg | Stikstof miljoen kg | Verschil in % ton |
|---|---|---|---|---|
|
2013 |
1,89 | 22,3 | 27,5 | |
| 2014 | 2,15 | 26,7 | 30,3 | +13,6% |
| 2015 | 2,51 | 30,9 | 34,6 | +17,1% |
| 2016 | 2,76 | 33,8 | 35,7 | +9,8% |
| 2017 | 2,76 | 34,0 | 33,7 | 0,0% |
| 2018 | 2,36 | 26,3 | 28,5 | -14,5% |
De belangrijkste exportlanden voor dierlijke mest uit Nederland zijn Duitsland, België en Frankrijk. Van deze drie landen is Duitsland de grootste importeur van dierlijke mest. Dit land heeft dit jaar veel minder mest afgenomen. De aanscherping van het mestbeleid is de belangrijkste oorzaak hiervan. Ook de weersomstandigheden – een nat voorjaar en extreem droge zomer – spelen een rol mee.
Ook de export naar Frankrijk daalde. In de eerste negen maanden werd 9 miljoen ton fosfaat naar Frankrijk gebracht, dat is 0,5 miljoen ton minder dan in dezelfde periode van 2017. De mestexport naar België groeit nog.