Heineken streeft naar lokale inkoop van grondstoffen in Afrika

De Nederlandse overheid steunt Heineken bij de ambitie om in 2020 60% van alle inputs voor brouwerijen in Afrika lokaal in te kopen. De bierbrouwerij doet dat onder meer in Rwanda waar Heineken sinds 1957 actief is middels haar lokale dochteronderneming Bralirwa (Brasseries et Limonaderies du Rwanda). De lokale inkoop verbetert de voedselzekerheidssituatie en levensstandaard van de betrokken boeren en gemeenschappen.

Heineken is sinds 1957 actief in Rwanda middels haar lokale dochteronderneming Bralirwa (Brasseries et Limonaderies du Rwanda). Heineken bezit 75% van de aandelen van Bralirwa en 25% wordt verhandeld op de Rwanda Stock Exchange.

Bralirwa produceert en verkoopt diverse biermerken (o.a. Primus en Mutzig) en frisdranken (onder licentie van de CoCa Cola Company). Als onderdeel van Heinekens ‘local sourcing’-strategie, werkt Heineken sinds 2014, samen met EUCORD (een Nederlandse NGO gebaseerd in Brussel), International Finance Corporation (IFC) en Minimex SA aan de ontwikkeling van lokale inkoop van uitgangsmateriaal voor de brouwerij in Rwanda.

Heineken
Beeld: ©Eucord
Zemelen links, maisgrutten midden en maismeel rechts

In Rwanda gaat het daarbij vooral om maisgrutten (gebroken mais), die gebruikt worden voor het brouwen van Heinekens lokale biermerken. Om deze ambitie te bereiken is met 50% subsidie van de Nederlandse overheid het project Community Revenue Enhancement Through Agricultural Technology Extension (CREATE) gestart. Naast de doelstelling van Heineken om in 2020 60% van de inputs lokaal in te kopen, beoogt dit project ook de voedselzekerheidssituatie en levensstandaard van de betrokken boeren en gemeenschappen te verbeteren.

Uitdagingen local sourcing

Landbouw draagt 39% bij aan het BBP en ongeveer 80% van de Rwandese bevolking werkt in de landbouwsector. Ondanks de stabiele economische groei van de laatste jaren en de hoge score op de World Bank Doing Business Index (41 van 190 in 2018), is Rwanda nog steeds een laag-inkomens-land, met een BBP per hoofd van USD 776 (IMF 2018). Armoede is het gevolg van verschillende factoren; waaronder het lage niveau van algemene economische ontwikkeling, de zeer hoge bevolkingsdichtheid (>400/km2), lage gewasopbrengsten en inadequate opslagfaciliteiten voor landbouwproducten.

Een van de grootste uitdagingen blijft nog altijd de kwaliteit van de geproduceerde mais. De aflatoxinegehalten in de mais zijn vaak te hoog. Voor verwerking moet alle mais getest worden op aflatoxine en mais met een gehalte hoger dan 5 ppb is ongeschikt voor humane consumptie en wordt geweigerd (ongeveer 90%). Aflatoxinen zijn kankerverwekkende gifstoffen die veroorzaakt worden door schimmels (Aspergillus flavus en Aspergillus parasiticus).

Legerworm
Beeld: ©FAO
Legerworm

In 2017 hebben droogte in combinatie met een uitbraak van legerworm de maisoogst in de regio zwaar onder druk gezet, met als gevolg dat er een tekort was in de regio en de prijzen sterk waren gestegen (350 RWF/kilo ten opzichte van 210RWF/kilo). Het afgelopen seizoen 2018A is in het grootste deel van Rwanda voldoende regen gevallen, waardoor de prijs weer genormaliseerd is.

Vanwege de hoge bevolkingsdichtheid is er veel druk op het gebruik van land. De gemiddelde boerderij beschikt over 0,59 ha land, dat verdeeld is over vier tot vijf percelen. De kennis bij boeren over goede landbouwpraktijken is zeer laag. Irrigatie, gewasrotatie, bemesting en pestmanagement worden niet tot nauwelijks toegepast.

Voor het ontwikkelen van een goede waardeketen voor mais, was het belangrijk om boeren in coöperaties met elkaar te laten samenwerken, land te consolideren en goede voorlichters te trainen om boeren te begeleiden bij de productie van mais. Vanuit ervaring in andere landen wist Heineken dat het bedrijf niet alleen afhankelijk kon zijn van kleine boeren voor de levering van mais. Een betrouwbare keten bestaat uit zowel grote als kleine boeren.

Heineken
Beeld: ©Niels Hanssens
Maisvelden CREATE-project

Waardeketen

De brouwerij van Bralirwa heeft ongeveer 6.000 ton maisgrutten nodig voor bierproductie. Hiervoor is ongeveer 15.000 ton onverwerkte mais nodig.

Minimex is het grootste maisverwerkingsbedrijf in Rwanda en bevindt zich in Kigali, waar mais verwerkt wordt in drie producten: zemelen, grutten en meel. Voorafgaand aan het project opereerde Minimex slechts op de 14% van haar capaciteit, als gevolg van inconsistente aanvoer en lage kwaliteit van mais in Rwanda. Op dit moment verwerkt Minimex 144 MT mais per dag (50% van de maximale capaciteit). 70% van het eindproduct bestaat uit maisgrutten en maismeel dat verkocht wordt aan Bralirwa en World Food Program. 30% bestaat uit zemelen dat verkocht wordt aan veevoerfabrikanten.

Om de kwaliteit van de aangevoerde mais te verbeteren, is Minimex samen met lokale investeerders het zusterbedrijf ProDev gestart. ProDev sorteert en koopt kwaliteitsmais van boeren en coöperaties tegen de marktprijs en betaalt een meerprijs van 10RWF/kilo als de mais niet droog is en 30RWF voor gedroogde mais. ProDev droogt de mais verder tot een vochtgehalte van 16%. Vervolgens wordt de mais verkocht aan Minimex. ProDev heeft daarnaast ook een eigen veevoerlijn en werkt daarin samen met Nutreco.

Heineken
Beeld: ©Niels Hanssens
ProDev

Om zowel de kwantiteit als de kwaliteit van mais voor Bralirwa en Minimex te verbeteren, hebben de twee bedrijven de handen ineengeslagen en zijn gezamenlijk een joint venture ‘Bramin’ gestart. Bramin beheert een commercieel maisproductiebedrijf in het oosten van Rwanda (Kayonza District). Dit gebied wordt gekenmerkt door droogte en is daarom dunbevolkt. Bramin Farm heeft van de overheid van Rwanda 695 ha toegewezen gekregen. Op dit moment is 337 ha onder productie,  verdeeld over zes percelen van 56 ha met spilirrigatie. Bramin produceert tussen 1.600 en 2.000 ton mais per jaar (10-12% van de totale maisbehoefte van Bralirwa).

Inkoop bij kleine boeren

De overige mais wil Bralirwa inkopen bij kleine boeren. Het doel voor 2018 is om 9.000 ton af te nemen van kleine boeren in Rwanda. Daarvoor werkt Bralirwa samen met EUCORD en IFC. Het CREATE project in Rwanda werkt met 12.296 boeren in 53 coöperaties. EUCORD werkt met de boeren om de productiviteit en de kwaliteit van de mais te verbeteren door toepassing van goede landbouwpraktijken. Hiervoor worden trainingen en demonstraties georganiseerd, bijvoorbeeld op het gebied van landbewerking, verbeterde uitgangsmaterialen, onkruidbeheersing en bemesting. Met behulp van USAID hebben de coöperaties uit het CREATE-project kunnen investeren in een verbeterd post harvest management. In samenwerking met IFC worden er irrigatiedemonstraties georganiseerd en is er een garantstellingsfonds voor de boeren uit het project. Daarmee kunnen de boeren tegen een lager rentetarief (15%) dan de markt (24%) een commerciële lening afsluiten voor bijvoorbeeld investeringen in post harvest machines en verbeterde inputs.

Locaties CREATE-project in Rwanda

Bralirwa (Brasseries et Limonaderies du Rwanda)
Minimex
ProDev
Bramin
Partner Rol
De partners in het project
1 Seed Co/Pannar Seeds Tijdig leveren van hybride mais zaden
2 IFC

Uitvoeren van de baseline survey, ondersteuning coöperatie management, irrigatie demonstraties en toegang tot financiering.

3 RAB: Rwanda Agriculture Board

Voorlichting aan boeren over bemesting en beplanting

4 ProDev/Minimex Inkoop van mais en mogelijk soja (rotatiegewas)
5 BraMin-Farm Maisproductie en trainingslocatie voor boeren
6 Banken (SACCO, BPR, Duterimbere IMF, KCB, COPEDU) Kredieten en financiële diensten voor boeren
7 World Food Program/Farmer to Market Alliance WFP’s Farmer to Market Alliance (FTMA) programma geeft technische en financiële ondersteuning aan lokale  NGO partner RWARRI
8 RWARRI Lokale NGO geeft landbouwvoorlichting aan boeren
9 Tubura/One Acre Fund Ondersteunt de CREATE-coöperaties met een kredietschema
10 USAID/PSDAG Ondersteuning bij investeringen in post harvest management (50%)
11 ICCO/STAR Het STAR-project dat geïmplementeerd wordt door ICCO focust op de ondersteuning van coöperaties bij toegang tot micro-financiering.
12 Kumwe Logistics Transport van mais
13 Holland Greentech Bodemanalyse en bemestingsadvies.

Resultaten

Het project heeft tot nu toe opgeleverd dat de lokale inkoop van mais door Bralirwa is toegenomen van 693 ton in 2015 naar 4.616 ton in 2017. Bovendien was er 3.850 ton mais beschikbaar voor de betrokken huishoudens zelf. Met het vooruitzicht op voldoende regen en een goede beheersing van de legerworm-uitbraak, kan Bralirwa in 2018 waarschijnlijk 9.000 ton mais lokaal inkopen. 72.000 mensen in 12.000 huishoudens hebben direct voordeel gehad van het CREATE-project.

Heineken
Beeld: ©KIG LAN
Kwaliteitscontrole mais

Het project heeft veel banen gecreëerd. Het is moeilijk om aan te geven welke banen direct toegeschreven kunnen worden aan het project, maar naar schatting zijn op dit moment ruim 400 mensen werkzaam in de waardeketen – exclusief de werknemers van de brouwerij, de boeren zelf (die in enkele gevallen ook actief zijn voor de coöperaties), de mensen die werken in de toeleverende industrie (zaden, meststoffen) en de tussenhandelaren.

Naast een verhoogde productie voor Bralirwa en de banen die gecreëerd zijn in de waardeketen, heeft het project opgeleverd dat verschillende coöperaties extra land hebben kunnen aanschaffen en accountants in dienst hebben kunnen nemen. Tevens hebben bijna alle coöperaties ziektekostenverzekeringen voor de leden kunnen afsluiten en hebben die leden die nog geen toegang hadden tot elektriciteit, nu zonne-energie. Verschillende trainingen hebben ertoe geresulteerd dat een derde van de leden van de coöperaties vrouw is en een deel van de bestuursfuncties wordt bekleed door vrouwen.

Heineken
Beeld: ©KIG LAN
Chantal Uwamahoro

Ik ben Chantal Uwamahoro, moeder van 3 kinderen tussen 5 jaar en 14 jaar en voorzitter van de coöperatie. Ik heb een perceel van 0,48 ha, waar ik afwisselend mais en bonen op produceer.

Het CREATE-project heeft ons in vele opzichten geholpen. Voor het CREATE-project roteerde ik de gewassen niet, in plaats daarvan plantte ik de mais en bonen door elkaar. Ook gebruikte ik geen bemesting en had ik geen aandacht voor de kwaliteit van de zaden. Ik produceerde ongeveer 200 kg mais en 150 kg bonen per seizoen (twee groeiseizoenen per jaar). Omdat we nu een contract hebben met een vaste afnemer, heeft de overheid 10 ha in de vallei toegewezen aan de coöperatie voor de productie van mais, bonen en groenten.

Dankzij het project hebben we betere productiewijzen geleerd, zoals bemesting en rotatie. Nu produceer ik ongeveer 1200 kg mais en 500 kg bonen per groeiseizoen. Met de extra opbrengsten heb ik kleinvee kunnen aanschaffen, waarmee ik zelf de bemesting produceer. Ik heb een spaarrekening, waardoor ik nu ook leningen kan afsluiten. Daarmee kan ik ook tijdens de zware droge periode mijn gezin onderhouden. Doordat we nu betere opslagfaciliteiten hebben, kan de coöperatie bijna het jaarrond mais leveren en zelfs een reserve achterhouden voor slechte tijden. Met de extra 10 ha land en de toepassing van irrigatie, kunnen we extra gewassen telen. Nu produceren we mais, soja en groenten. Deze veelzijdigheid heeft de voedingszekerheid van onze gezinnen sterk verbeterd. Daarnaast hebben we allemaal een kitchen garden thuis, waar we ook groenten produceren. We hebben nu zoveel groente, dat we ze zelfs op de markt verkopen.

Ik heb veel vertrouwen in de toekomst. Mijn plan is om de komende twee jaar mijn land uit te breiden naar 1 ha.

Heineken
Beeld: ©KIG LAN
Urgence Kwizera

Ik ben Urgence Kwizera, vader van 3 kinderen en vice-voorzitter van de cooperatie. Mijn boerderij heeft een omvang van 1 ha, waar ik mais en bonen op produceerde. Voor het project produceerde ik ongeveer 1,5 - 2 ton mais per jaar, nu produceer ik 4,5 ton mais per jaar. Het project heeft mij heel veel gebracht. Ik ben nu een ontwikkelde ondernemer. Ik heb vee en was in staat mijn bedrijf met 0,25 ha uit te breiden. Ook heb ik een goed huis kunnen bouwen voor mijn gezin. Kijkend naar de toekomst wil ik vooral vasthouden wat ik al bereikt heb door het project. Verder wil ik investeren in manieren om aflatoxinen te vermijden.

Subsidie Nederlandse overheid

De Nederlandse overheid steunt Heineken bij de ambitie om in 2020 60% van alle inputs voor brouwerijen in Africa lokaal in te kopen. Het totale project in Rwanda heeft een begroting van €2,6M, waaraan het ministerie van Buitenlandse Zaken €1M bijdraagt.

Het ontwikkelingsniveau van de landbouw in Rwanda is nog steeds heel laag. Boeren hebben weinig kennis van goede landbouwpraktijken en de Rwandese overheid zelf heeft nauwelijks capaciteit voor voorlichting en training van boeren. De Nederlandse overheid juicht de ambitie van het Nederlands bedrijfsleven in Afrika toe om steeds meer uitgangsmaterialen lokaal in te kopen en daarmee inclusieve groei te realiseren en armoede te bestrijden, twee belangrijke ambities uit de beleidsnota ‘Wat de wereld verdient: Een nieuwe agenda voor hulp, handel en investeringen’.

Door met elkaar samen te werken bereiken zowel het bedrijfsleven als de overheid haar doelen met betrekking tot lokale inkoop en het verbeteren van de voedselzekerheidssituatie en levensstandaarden van kleinschalige boeren en boerengemeenschappen. Het grote voordeel van samenwerking met het bedrijfsleven is de duurzaamheid van de projecten, ook na afloop van de subsidie. Er wordt een duurzame keten opgebouwd waar Heineken, maar ook de lokale markten en andere bedrijven die mais als uitgangsmateriaal gebruiken nog jarenlang profijt van kunnen hebben.