Welke agrarische thema's spelen bij de Bondsdag verkiezingen?

Op 24 september aanstaande gaat Duitsland naar de stembus om een nieuwe regering te kiezen. In alle peilingen komt de CDU/CSU als grootste partij uit de strijd. De grootste vraag is met wie zij gaan regeren. Hoewel landbouw, tuinbouw en voeding niet op de voorgrond staan in de verkiezingscampagnes, zijn er wel degelijk verschillen tussen de politieke partijen die hun uitwerking kunnen hebben op de Europese agrarische verhoudingen en export. Favoriete partijen in de agrarische sector zijn CDU/CSU en SPD. De Agrar Zeitung  heeft de landbouwstandpunten van de kanshebbers op een rij gezet.

Duitse Verkiezingen

CDU/CSU

 

Uitgangspunt: Het uitgangspunt van de Christendemocraten is de “veelzijdige, duurzame en competitieve, grondgebonden en extensieve landbouw waar boeren de hand in hebben.” De diversiteit van familiebedrijven moet behouden worden. Conventionele en biologische landbouw zijn niet tegenstrijdig met elkaar en moeten beide doelgericht ondersteund worden.
Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB): De partijen zet zich ook na 2020 in voor de handhaving van directe betalingen en houdt vast aan het twee pijlers model. Binnen het GLB willen de partijen met name de jonge landbouwers, actieve landbouwers en kleine en middelgrote bedrijven ondersteunen.
Gewasbescherming: Hierover positioneren de Christendemocraten zich niet in hun verkiezingsprogramma.
Hernieuwbare energie: De uitbreiding van hernieuwbare energie moet voortgezet worden. Over de mate van sectorkoppeling, bijvoorbeeld warmtekrachtkoppeling, wil de CDU/CSU de stijgende kosten verminderen. In principe moet de energietransitie (Energiewende) marktgeoriënteerd zijn.
Gentechniek: Dit thema wordt kort aangestipt: er moet een “Biotechnologie-Agenda” komen om innovatieprocessen te bevorderen.
Veehouderij: de partijen streven op het gebied van dierenbescherming eenduidige normen voor de gehele EU na. De invoering van een nieuw, staatslabel voor dierenwelzijn moet de marktkansen van de bedrijven verbeteren.
Landbouwmarkt: Een solide fonds voor risicocompensatie moet bedrijven in staat stellen in goede jaren belastingvrij reserves voor zwaardere tijden op te bouwen. Markt en productierisico’s moeten niet alleen bij de producent liggen. Op EU-niveau willen CDU/CSU zich inzetten voor de verbetering het crisisinstrumentaria, waaronder de private opslag of een EU-crisisfonds.
Grond: De partijen willen actieve, lokale landbouwers voorrang geven bij aankoop van landbouwgrond. De bodemrechtelijke randvoorwaarden moeten verder ontwikkeld worden ter bescherming van de landbouwers.
Conclusie: Wie wil vasthouden aan de status quo en directe betalingen wil blijven ontvangen, zal op 24 september waarschijnlijk op de Christendemocraten stemmen.

SPD

Uitgangspunt: De SPD is toegewijd aan de conventionele en biologische rurale landbouw. De Sociaaldemocraten willen een landbouw die zich richt op milieu- en natuurbehoud, de belangen van de consument en dierenwelzijn. Daarnaast moet deze eerlijke arbeidsvoorwaarden en een billijke beloning zeker stellen.
Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB): De Sociaaldemocraten onderschrijven het principe “Gemeenschapsgeld is alleen voor gemeenschappelijke diensten” en zijn voor een geleidelijke afschaffing van de directe betalingen uit de eerste pijler tot 2026. Publieke goederen zijn volgens de SPD natuurbescherming, milieubescherming, dierenwelzijn en voedselzekerheid.
Gewasbescherming: het gebruik van gewasbescherming moet tot de noodzakelijke hoeveelheid verminderd worden. Er wordt geen positie ingenomen over glyfosaat of neoniciotinoïden.
Hernieuwbare energie: De SPD wil een verdere uitbreiding van hernieuwbare energie. Daartoe moeten ook alternatieve financieringsmodellen ontwikkeld worden. Wind- en zonne-energie zijn voor de Sociaaldemocraten op de lange termijn de meest kosteneffectieve vorm van energieopwekking.
Gentechniek: Zowel levensmiddelen als planten en dieren moeten vrij zijn van gentechniek. Bij nieuwe gentechnieken zoals CrisprCas wil de partij dat het voorzorgsprincipe geldt en de keuzevrijheid van de consument zekerstellen.
Veehouderij: De levensmiddelen uit de “diervriendelijke veehouderij” moeten met een keurmerk ondersteund worden door een staatslabel voor dierenwelzijn. Ingrepen bij dieren om economische redenen, zoals het couperen van varkensstaarten, moeten verboden worden. Het gebruik van antibiotica wil de SPD tot “noodzakelijke hoeveelheid” reduceren.
Landbouwmarkt: Een federaal programma voor regionale afzet moet regionale afzetinitiatieven versterken. De Sociaaldemocraten wijzen een landbouwproductie af, die zich alleen concentreert op export op de wereld markt.
Grond: In het geval van aankoop van grond, moeten landbouwers voorrang krijgen boven investeerders buiten de landbouwsector. De grondmarkt moet transparanter worden.
Conclusie: Landbouwers die willen uitbreiden en een interesse hebben in nieuwe technologieën, zullen waarschijnlijk niet zo snel op de SPD stemmen.

Bündnis 90/Die Grünen

 

Uitgangspunt: De partij noemt als uitgangspunt voor hun landbouwpolitiek de biologische landbouw. Deze moet volgens hen in de komende 7 jaar met 1 miljard euro ondersteund worden. De momenteel dominerende vorm van landbouw bestempelt de partij als grootste “veroorzaker van natuurschade uit onze tijd”.
Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB): De Grünen zetten in op een landbouwondersteuning volgens het principe “kwaliteit in plaats van massa” en “publiek geld voor publieke goederen”. Landelijke, ecologische en regionale landbouwpraktijken moeten gesubsidieerd worden in plaats van alleen het bezit van grond.
Gewasbescherming: Voor de partij staat gewasbescherming gelijk aan insectenvernietiging. Een verbod op glyfosaat en neonicotinoïden is vanzelfsprekend.
Hernieuwbare energie: Het doel is 100% groene stroom tot 2030. De Grünen willen de kortingen op de stroomprijs voor de industrie  tot een minimum beperken en groene energie projecten van “bureaucratische aanbestedingsplicht” bevrijden.
Gentechniek: De partij accepteert noch nieuwe noch oude biotechnologische methoden bij de plantenveredeling. Daarnaast willen de Grünen levensmiddelen op basis van dierlijke producten kenmerken, die op basis van genetisch gemodificeerd voer geproduceerd worden.
Veehouderij: De partij eist om meer ruimte in de stallen, toegang tot frisse lucht en daglicht, een verbod op amputaties en fok op extreme uiterlijke kenmerken, diervriendelijke voedering en aanzienlijk minder antibiotica. De “industriële massadierhouderij” moet binnen de komende 20 jaar beëindigd worden.
Landbouwmarkt: De Grünen zijn voor “goede producten op de weekmarkt” in plaats van “massaproductie voor de wereldmarkt”. Van de oriëntatie op export willen zij af: kleine boeren wereldwijd zouden niet met “flink gesubsidieerde Europese landbouwproducten” moeten concurreren.
Grond: De Grünen streven het nul-hectare doel na: in de toekomst moet er niet meer oppervlakte in gebruik genomen worden dan elders vrijgemaakt wordt. De grondmarkt moet transparant worden geregeld om de landbouw van sectorvreemde investeerders te beschermen.
Conclusie: Biologische landbouwers zullen op 24 september waarschijnlijk groen stemmen, in tegenstelling tot de conventionele landbouwers.

Die Linke

 

Uitgangspunt: Die Linke willen een sociaal rechtvaardige en biologische landbouw met focus op regionale productie, verwerking en afzet. Als leidend principe noemt de partij een op het algemeen welzijn georiënteerde landbouw, die op het internationale concept van voedselsoevereiniteit (democratisering voedselsysteem en betere verdeling) toegespitst is.
Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB): Na 2020 moet er alleen nog geld voor “concreet aantoonbare openbare diensten” zijn. Bij de oppervlaktepremie wil de partij zich inzetten dat er rekening gehouden wordt met maatschappelijk verantwoorde arbeid en investeerders als ontvangers uitgesloten worden. Hoger productieprijzen moeten landbouwers minder afhankelijk maken van subsidies.
Gewasbescherming: De partij staat achter een verbod op glyfosaat en neonicotinoïden.
Hernieuwbare energie: Die Linke zien dat de centrale pijlers van het hernieuwbare energiebeleid ondermijnd worden door het systeem van marktpremies en aanbestedingen. De huidige aanbestedingssystemen zijn voor energieprojecten van burgers te duur en te riskant. Over het algemeen pleiten die Linke voor een regionaal georiënteerde energietransitie. Elektriciteits- en warmtenetten moeten in handen van de staat gebracht worden.
Gentechniek: De partij wil de aanbouw en import van genetisch gemodificeerde planten verbieden.
Veehouderij: Die Linke streven het doel van een grondgebonden en aan de lokale vraag gerelateerde veeteelt na. Voor dit doel moeten bovengrenzen voor dierbestanden ingevoerd worden. Controles op gebruik van antibiotica willen die Linke graag verscherpen en overtredingen harder bestraffen.
Landbouwmarkt: Die Linke keren zich af van een verdere globalisering van de landbouwmarkten. Regionale afzet, productie en verwerking moeten meer gestimuleerd worden – als tegenstrategie tegen de macht op de markt van slacht-, zuivel- en handelsbedrijven.
Grond: Voor indirecte grondaankoop door beleggers door overname van bedrijfsaandelen moet tenminste een vergunningsvoorbehoud zijn. De wet inzake grondtransacties in huidige vorm regelt dat niet.
Conclusie: Wie geen probleem heeft met een sterke staat of een verbod op neonicotinoïden, kan op Die Linke stemmen.

Freie Demokraten (FDP)

Uitgangspunt: Agrarisch ondernemers moeten hun werk vakkundig kunnen voortzetten op een wijze die zij zelf bepalen. Want vooruitgang door prestatie moet volgend de FDP altijd mogelijk zijn. Digitale innovaties bieden grote kansen voor de landbouw.
Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB): Over het GLB staat  alleen het volgende in het partijprogramma: de FDP wil de vergroening kritisch volgen met het oog op praktische uitvoerbaarheid en bureaucratie.
Gewasbescherming: Werkzame stoffen moeten in voldoende mate beschikbaar zijn. Wanneer het Bundesinstitut für Risikobewertung (in Nederland het Ctgb) groen licht geeft, sluit de partij daarbij aan.
Hernieuwbare energie: De FDP wil het “permanente subsidiesysteem in de hernieuwbare energiewet” op basis van historische emissies beëindigen. De energietransitie moet tot een gezamenlijk Europees project omgezet worden. Economische aspecten, energiezekerheid en milieubescherming moeten bij de electriciteitsmix van de toekomst centraal staan.
Gentechniek: De FDP staat open voor nieuwe biotechnologische ontwikkelingen, die onder het begrip genome editing vallen.
Veehouderij: De partij wil zich inzetten voor een diervriendelijke veehouderij en diervriendelijke veevoeding. Wenselijke verbeteringen in de veeteelt moeten bereikt worden door een gerichte bevordering van landbouwinvesteringen.
Landbouwmarkt: De FDP wil een belastingvrij fonds voor risicocompensatie voor landbouwbedrijven mogelijk maken. Daarnaast moeten de kartelrechtelijke toezicht op misbruik en controle op fusies versterkt worden. Ook wil de FDP de “rigide leveringsrelaties” tussen producenten en coöperaties moderniseren. Landbouwexportsubsidies moeten in het kader van een coherent economische, handels- en ontwikkelingsbeleid tegen het licht gehouden worden.
Grond: Over grondbescherming en bodemmarkt wordt niet gesproken in het verkiezingsprogramma van de FDP
Conclusie: Op het gebied van gentechniek en gewasbescherming zal weinig worden ingegrepen als de FDP in de toekomst mag meepraten over landbouwbeleid. Ook mogen er minder subsidies gegeven worden.

Alternative für Deutschland (AfD)

 

Uitgangspunt: Als uitgangspunt noemt de AfD de familiebedrijven en coöperaties. Deze moeten weer in de positie gebracht worden, dat zij met hun inkomen hun familie kunnen onderhouden en kunnen investeren in het voortbestaan van het bedrijf. Een wereldwijde daling van de prijs ten laste van milieu, mens en dier wordt afgewezen.
Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB): De bevordering van regionale afzet- en productiestructuur gaat voor de AfD met de eis vergezeld om wetgevingsbevoegdheden van de EU op landsniveau terug te dringen. Daarnaast wordt een afbouw van de EU-bureaucratie geëist. De AfD geeft geen onderbouwde mening over het GLB.
Gewasbescherming: Hierover neemt de AfD geen positie in.
Hernieuwbare energie: De AfD wil de hernieuwbare energiewetgeving afschaffen zonder vervanging. Zolang het nog bestaat, moeten er geen nieuwe faciliteiten in bossen en beschermde gebieden gebouwd worden. Het gebruiken van prioritaire gebieden voor windenergiefaciliteiten mag alleen met toestemming van de betrokken burgers toegestaan zijn. De minimale afstand tussen windenergiefaciliteiten en woningbouw moet tien keer de totale hoogte van de faciliteiten bedragen.
Gentechniek: Gentechniekvrij geproduceerde levensmiddelen zijn belangrijk voor de partij.
Veehouderij: De AfD noemt als doel een medelevende en waardige behandeling van alle dieren. In dit opzicht eist de AfD een afschaffing zonder vervanging van paragraaf 4a, lid 2, nummer 2 van de dierenwelzijnswet. Deze staat onverdoofd slachten op religieuze gronden toe.
Landbouwmarkt: Op het gebied van landbouw is de AfD kritisch over de globalisering. De partij keert zich tegen de “negatieve uitwerkingen van een wereldwijde prijsdaling” en wil in plaats daarvan de regionale levensmiddelenproductie en directe afzet door landbouwbedrijven versterken.
Grond: De AfD eist een recht op eerste weigering voor lokale landbouwbedrijven en een speculatieperiode van tien jaar bij grondaankoop, zoals die al in de onroerend goed-sector bestaat.
Conclusie: Op landbouwbeleidsthema’s blijft de positionering van de AfD relatief vlak. Grote stappen zijn van deze partij waarschijnlijk niet te verwachten.

Visserij

Hoewel er in de landelijke partijprogramma’s geen focus op visserij ligt, wordt daarin wel een beknopte inkijk gegeven in de posities op dit thema van de zes relevantste politieke partijen. Deze staan hieronder op een rij.

CDU | Zetten zich in om de belangen van de zee visserij te vertegenwoordigen in het Brexit proces.
SPD | Zetten zich in voor een milieuvriendelijke visserij. Zij willen overbevissing vermijden door gebruik van wetenschappelijk onderbouwde vangquota's.
Bündnis 90/Die Grünen | Willen de overcapaciteit van de Europese vloot afbouwen en overeenkomsten inzake visserij ecologisch en sociaal vormgeven. Natuurgebieden moeten vrij zijn van bodemtrawler en de visserij moet in lijn zijn met het mariene milieu. Zij zijn tegen olieboringen in nationale parken en Unesco gebieden. Daarnaast zetten zich in voor hervorming van de visserij in lijn met de duurzame ontwikkelingsdoelen.
Die Linke | Zetten zich in voor goede arbeidsvoorwaarden in de visserij en willen een respectvolle omgang met mens, natuur en dier verzekeren. Natura-2000 gebied in Noord- en Oostzee moet beschermd worden dus deze horen vrij van visserij te zijn. Alternatieve vangmethodes moeten onderzocht worden en bodemtrawl vermeden worden. Die Linke staan voor een duurzame visserij met wetenschappelijk onderbouwde vangquota's.
FDP | Willen een visserij die visbestanden, de natuur en dieren beschermt. Bodemtrawl beperken. Zien moderne en duurzame aquacultuur als oplossing voor overbevissing.
AfD | Heeft voor zover bekend geen standpunt over visserij.

Bron

Agrarzeitung Online. az parteiencheck :Von „A“ wie Agrarmarkt über „G“ wie Gentechnik bis „T“ wie Tierhaltung. 15 september 2017

Bekijk ook

Biologische landbouw thema bij Duitse verkiezingen