Brexit is slecht nieuws voor de Deense agrifoodsector

De onzekerheid rond het Britse besluit om de EU te verlaten remt eventuele geplande investeringen van Deense agrifoodbedrijven in de Britse markt.

Feiten export Deense agrifoodsector naar Groot-Brittannië:
• In 2015 exporteerde de Deense agrifoodsector voor DKK 12,9 mld (ruim €1,7 mld) naar Groot-Brittannië. Daar bovenop komt een miljardenafzet van Danish Crown en Arla via hun Britse fabrieken;
• Deze krappe DKK 13 mld staat gelijk aan een derde deel van de totale Deense warenexport naar de Britse markt. Voedselexport over de Noordzee is de laatste jaren belangrijker geworden voor Denemarken, aangezien het redelijk stabiel is gebleven, terwijl de totale Deense voedselexport gedaald is van DKK 53 mld (ruim €7 mld) in 2013 naar DKK 39 mld (ruim €5 mld) afgelopen jaar;
• De verkoop van agrifoodproducten bestaat voor bijna negen tiende deel uit voedselproducten. De verkoop van landbouwmachines en andere agrotechniek bestaat slechts uit een paar procent.

In het gunstigste geval zal de onzekerheid zo’n twee jaar aanhouden. Ná het inroepen van artikel 50 VEU (Verdrag betreffende de Europese Unie), moet namelijk binnen dit tijdsbestek een EU-exit afgerond zijn. Indien er na twee jaar geen terugtrekkingsakkoord tussen Groot-Brittannië en de EU tot stand is gekomen, dan zal de EU-wetgeving niet meer gelden voor Groot-Brittannië, en dat geldt ook voor de handelsovereenkomsten van de EU met derde landen. Het gevolg hiervan is dat de Britten met ieder land wereldwijd from scratch aparte handelsafspraken zal moeten maken.
Het is de vraag of het de Britten zal lukken om binnen twee jaar een deal te sluiten met de EU, alleen al vanwege het feit dat er nog geen overeenstemming is wanneer artikel 50 VEU zal worden ingeroepen.
Dit creëert onzekerheid bij internationale bedrijven om (verder) te investeren in Groot-Brittanië, zo ook in de Deense agrifoodsector. De onzekerheid waarmee bedrijven als de landbouwtoeleverancier DLG, het zuivelconcern Arla en het vleesconcern Danish Crown te kampen zullen hebben de komende tijd kan verlammend werken voor hen. Landbrug & Fødevarer (hierna: L&F) als overkoepelende landbouworganisatie in Denemarken die zowel de Deense boeren als voedselverwerkingsbedrijven als Arla, Danish Crown en DLG vertegenwoordigt, beweert zelfs dat er duizenden banen op het spel staan voor de Deense agrifoodsector.

Doorgeschoven naar de toekomst

Het Deense landbouwconcern DLG heeft overwogen om een bedrijf over te kopen of zelf iets te starten in het Verenigd Koninkrijk, maar dat plan is naar de toekomst doorgeschoven. DLG is met een omzet van DKK 60 mld (ruim €8 mld) een van de grootste bedrijven in de Deense agrifoodsector. Volgens concernchef Kristian Hundebøll liggen er kansen voor DLG om hun vitaminen en mineralen aan de Britse landbouw te verkopen, maar wachten ze door de uitslag van het referendum af hoe het investeringsklimaat zich zal ontwikkelen.

Volgens hoofdeconoom Frank Øland, L&F, waren Deense bedrijven al terughoudend met investeren in het Verenigd Koninkrijk in de aanloop naar het referendum, maar deze uitslag heeft de onzekerheden bij bedrijven rond het investeringsklimaat alleen maar vergroot.

Ook slachterijconcerns Danish Crown en Tican (inmiddels overgenomen door het Duitse bedrijf Tönies) zijn sceptisch en hebben laten weten af te wachten hoe de Britse markt zich ontwikkelt en wat voor politieke (wetgevings)beslissingen er het komende jaar zullen worden genomen.

Hetzelfde geldt voor Deense visverwerkende bedrijven. Topchef van Royal Greenland, Mikael Thinghuus, vindt het ‘absoluut waardeloos’ dat de Britten de EU verlaten. De bezorgdheid leeft bij hem vooral wegens het feit dat Groot-Brittannië ’s werelds grootste afnemer is van gekookte en gepelde garnalen, wat een groot onderdeel vormt van de bedrijfsactiviteiten door Royal Greenland. Velen in de Deense visserij delen zijn zorgen. Visser Fridi Magnussen vist de helft van zijn tijd in Britse vaarwateren, dat jaarlijks DKK 50 tot 75 mln (ruim €6,7-10 mln) oplevert, of anders gezegd meer de helft van zijn omzet. Bovendien had Magnussen ideeën om zijn bedrijf verder te ontwikkelen op de Britse markt, maar die ideeën staan nu op standby vanwege alle onzekerheid. Ook denkt hij dat het moeilijk zal zijn om investeringen gefinancierd te krijgen, aangezien de banken zekerheid vergen.

Arbeidsplaatsen in gevaar

Volgens een analyse van L&F, komen er duizenden arbeidsplaatsen in de Deense agrifoodsector in de gevarenzone nadat de Britten de EU de rug hebben toegekeerd. De Britse economie zal verslechteren en de pond zal zwakker worden. Dit betekent dat de export naar Groot-Brittannië hierdoor zal dalen alsook hogere prijzen voor Deense producten zijn te verwachten vanwege eventuele opgetrokken handelsbarrières. Sommige bedrijven daarentegen hebben een soort natuurlijke valutawaardebescherming. Dit betekent dat zo’n bedrijf niet alleen inkomsten genereert in de lokale valuta, maar ook zijn uitgaven doet met, in dit geval, de pond. Kasper Elbjørn, persverantwoordelijke bij bierbrouwer Carlsberg, meent dat de onzekerheid van een Brexit enige negatieve invloed zal hebben. Echter, Carlsberg brouwt in lokale brouwerijen in Groot-Brittannië, heeft lokale loonkosten, etc. Om die reden verwacht Elbjørn dat de directe negatieve gevolgen van een zwakke pond beperkt zullen blijven.

Volgens Frank Øland, L&F, blijft de grote vraag in welke mate Deense bedrijven de gevolgen zullen voelen ten aanzien van de verkoop van Lurpak (een bekend Deens botermerk), varkensvlees, jam/marmelade, drankwaren etc. ‘Welke afspraken en regels er ter vervanging van het EU-systeem zullen komen is onduidelijk. Dat zullen we op z’n vroegst volgend jaar weten. Het enige dat we weten is dat het moeilijker zal worden om handel te drijven met Groot-Brittannië.’ L&F blijft echter enigszins positief door te benadrukken dat door een Brexit, de Britten nu niet ineens geen bacon meer zullen eten. Het land is een groot importeur van etenswaren uit veel verschillende EU-landen. Ze zullen dus een grote behoefte behouden aan buitenlandse voedselproducten, ook zonder de EU.

Joost Dijkshoorn, Kopenhagen, 28 juni 2016