Werkbezoek aan Central Valley Californië 25-27 juli 2019

Samen met het Consulaat Generaal San Francisco is van 25-27 juli een werkbezoek gebracht aan Central Valley Californië. Doel van het bezoek was een indruk te krijgen van een aantal belangrijke agrarische activiteiten, waaronder de melkveehouderij, om daardoor een betere bijdrage te kunnen leveren aan het uitbouwen van de reeds bestaande samenwerking tussen Californië en Nederland.

Een aantal zuivelbedrijven is bezocht evenals een coöperatie die zich met een nieuwe fabriek richt op het verwerken van melk tot melkpoeder. Tevens is een kaasfabriek bezocht die melk van het Jersey-ras van lokale boeren tot kaas en whey-ingrediënten verwerkt. Deze boeren nemen deel aan het FARM-programma – Farmers Assuring Responsible Management, een nationaal programma waarmee het dierenwelzijn wordt bevorderd.

Voorts is ook een bezoek gebracht aan een tuinbouwbedrijf dat naast meloenen en wortelen ook verantwoorde en gecertificeerde katoen produceert en verwerkt.

Arbeid is uitdaging

Bij alle bezochte bedrijven bleek dat arbeid een uitdaging is. Dat betreft zowel de beschikbaarheid als de kosten daarvan. Er is in Californië al een hoog minimumloon en dat zal in fasen worden verhoogd naar 15 dollar per uur in 2022.

Naast arbeidskosten zijn er hoge milieu- en waterkwaliteitseisen. Dat kan op zich al een uitdaging zijn om aan te voldoen maar doordat verschillende agentschappen, naar zeggen, te weinig samenwerken is dat nog lastiger.  De rol van het CDFA, het Californische ministerie van Voedsel en Landbouw, zou nadrukkelijker mogen zijn. Er is geen gevoel dat de stem van de boeren op politiek niveau echt wordt gehoord.

Druk op bedrijfsvoering

Door dit alles is er veel druk op de bedrijfsvoering. Gezocht wordt hoe daar mee om te gaan. Bij sommige melkveehouderijen bestaat twijfel om verder in efficiency – melkrobots, meer dieren, meer volume te investeren. De bezochte bedrijven variëren in omvang. Een bedrijf heeft 1.500 koeien en overweegt zelfs om naar 500 koeien terug te gaan en zich te richten alleen op het maken van eigen kaas. Dit bedrijf melkt Brown Swiss en Jersey-koeien omdat de melk van deze koeien een hoger vetgehalte heeft hetgeen goed is voor de kaasproductie. Het bedrijf verwerkt ongeveer 12-15 procent van de melkopbrengst tot verschillende soorten cheddarkaas die worden verkocht onder eigen naam. Overwogen wordt een brie-achtige kaas te gaan maken. De rest van de melk wordt verkocht aan Nestlé. Door sommige koeien te insemineren met Angus-semen ontvangt de boer een hoger bedrag voor de stierkalfjes. Een ander bedrijf dat 2.500 koeien heeft, is bezig met het installeren van een carroussel melkrobot die in éen keer 72 koeien kan melken.

De apparatuur en technologie daarvan komt uit Duitsland. Door de tarieven op staal is deze investering aanzienlijk duurder geworden. De investering zal uiteindelijk leiden tot een aanzienlijke vermindering van de kosten van arbeid.

Ook is een bedrijf bezocht met 5.000 koeien dat inmiddels is gesplitst in twee delen. Deze koeien worden gemolken in een traditionele melkstal waar veel arbeid aan te pas komt. De ene boer melkt de dieren 3 keer per dag. De andere 2 keer. Het melken vindt plaats in een traditionele melkstal waardoor veel arbeid nodig is.  De melkkoeien staan onder afdak, maar de jongere dieren niet.

Elektriciteit opwekken

De melkveehouderijen beschikken allen over digesters om mest (en soms restafval van restaurants) om te zetten in methaan. Door middel van een generator wordt de methaan omgezet in elektriciteit. Het bedrijf met de 5.000 koeien heeft een zeer goed functionerend systeem ontwikkeld en met een elektriciteitsbedrijf een groot contract afgesloten. Ook wordt gewerkt aan het compressen van gas tot CNG om het daarna naar elders te transporteren. Het Californische ministerie van voedsel en landbouw heeft programma’s om het gebruik van digesters te bevorderen.

De digesters kunnen verschillend van uitvoering zijn en er zijn verschillen in appreciatie tussen de boeren over de effectiviteit en de kosten ervan.

Naast de zuivelbedrijven met de digesters, de fabriek waar melk is verwerkt tot melkpoeder en de kaas- en wei-ingrediëntenfabriek, is ook een bezoek gebracht aan een bedrijf in de San Joaquin Valley dat duurzame katoen – Pimacott ELS Cotton - verbouwt evenals tomaten, meloenen, amandelen en wortelen. Het bedrijf heeft de afgelopen jaren een transitie doorgemaakt van volume naar toegevoegde waarde. De verwerkte katoendraad wordt voorzien van een DNA-marker en wordt gecertificeerd voordat het elders wordt gesponnen en geweven. Voor de energievoorziening maakt het bedrijf gebruik van zonnepanelen.

Alle medewerkers hebben een I-phone 8 en melden wat zij op de velden zien via de telefoon. Wat Agtech betreft merkt de executive vice-president op “that Agtech overpromises and under delivers”, dat boeren niet goed zijn om helder te verwoorden waar zij behoefte aan hebben en dat wat hem betreft “Agtech must make visible what cannot be seen”.

Het bedrijf beweegt zich ook op het vlak van het herstel van habitats – roofvogels, pollinators, native plants -.   

'Boeren kunnen op Agtech-gebied onvoldoende helder verwoorden waar zij behoefte aan hebben'

Kweek van insecten

Tot slot is een bezoek gebracht aan het Kearney Agricultural Research and Extension Center in Parlier. Het center heeft zo’n 40 laboratoria en doet onderzoek aan verschillende gewassen. Californië is binnen de VS bijzonder want er groeien zo’n  400 gewassen. Geen enkele andere staat is zo divers als Californië en het betreft ook gewassen als bessen, aardbeien, amandelen en pistachenoten die vaak een veel hogere opbrengst opleveren dan de commodity crops als sojabonen die in veel andere staten van de VS worden verbouwd.

In het extension center is ook een presentatie gegeven door een start-up dat een methode heeft ontwikkeld om de doppen van amandelen – een belangrijke reststroom van de grote amandelproductie in Californië – te verwerken door de “black soldier fly” tot een product dat in de petfoodindustrie en de acquacultuur kan worden gebruikt. Het bedrijf heeft inmiddels ook een methode ontwikkeld om de eitjes en daarmee larven van de vlieg te kunnen produceren.

Niet alleen amandeldoppen kunnen worden verwerkt door dit insect. Dat geldt ook voor citrusafval, gemeentelijk afval.  Er zijn niet voldoende financiële middelen om een verwerkingsfabriek op te zetten maar er is wel interesse door een bestaand bedrijf en daar wordt mogelijkerwijze een pilotproject mee gestart. De start-up wil zich nu vooral toeleggen op de productie van de eitjes.

Marianne Vaes
Landbouwbureau Washington DC