‘Uganda biedt legio kansen voor Nederland’
Jasmijn Appels kreeg de kans om als trainee een tijd actief te zijn op de landbouwafdeling van de Nederlandse ambassade in Uganda. In dit artikel blikt zij terug op haar werkzaamheden. “De mogelijkheden in Uganda zijn eindeloos, als je maar de tijd neemt om de lokale context te snappen.”
Uitdagend en verhelderend. Zo omschrijf ik mijn ervaringen van het afgelopen halfjaar op de Nederlandse ambassade in Kampala, Uganda. In het kader van het Rijkstraineeship bij de ministeries van LNV en EZK kreeg ik de kans om te komen werken in het zogenaamde food cluster. Ik heb me op de ambassade vooral bezig gehouden met het gevarieerde portfolio aan private sector development projecten.
Er was een aantal hoogtepunten. Zo heb ik meegeholpen aan het organiseren van een agromissie en –beurs, gesprekken gevoerd met Nederlandse ondernemers in Uganda en verschillende projectbezoeken afgelegd. Ook heb ik aan de start gestaan van een nieuw project in de toerismesector.
Lees verder onder foto
Uganda: focusland van Nederland
Toen ik de kans kreeg om naar Uganda te gaan, hoefde ik niet lang te twijfelen. Het is een van de focuslanden van het ministerie van Buitenlandse Zaken en er gebeurt veel op het snijvlak tussen hulp en handel. Ik wilde graag zien hoe ontwikkelingssamenwerking en handel samengaan en daar mijn eigen mening over vormen. Mijn Wageningse studie, mijn interesse in landbouwontwikkeling en voedselzekerheid en mijn werkervaring bij RVO kwamen hierbij goed van pas.
Veel georganiseerd, weinig vergaderd
De werkzaamheden op een ambassade zijn vaak concreter dan in Den Haag. Er wordt meer georganiseerd en minder vergaderd. De ambassade heeft een belangrijke netwerkfunctie in Uganda: mijn collega’s verbinden dagelijks bedrijven en organisaties aan elkaar en proberen nieuwe samenwerkingen op touw te zetten. Ik heb hier geleerd dat een goede diplomaat niet alleen goed kan praten, maar vooral goed moet kunnen luisteren.
'De Nederlandse agrosector is goed zichtbaar in Uganda'
Best Farmer Competition
De Nederlandse agrosector is goed zichtbaar in Uganda. Dit is voor een groot deel te danken aan de jaarlijkse ‘Best Farmer Competition’, gesponsord door de Nederlandse ambassade. Uit iedere regio in Uganda wordt een ‘Best Farmer’ gekozen. Dit zijn boeren die innovatief en winstgericht werken en daarbij een voorbeeldfunctie zijn voor de gemeenschap. De ambassade werkt hierbij nauw samen met een groot Oegandees mediahuis, wat veel media-aandacht oplevert. Dit heeft er sterk aan bijgedragen dat de Nederlandse agrarische sector wordt gezien als een zeer betrouwbare partner om zaken mee te doen.
Voedselzekerheid
Ik heb gebruikgemaakt van de mogelijkheid om verschillende projecten te bezoeken. Zo heb ik een aantal van de Nederlandse voedselzekerheidsprojecten bezocht en heb deze kunnen vergelijken met projecten uit de private sector. Ik heb gezien hoe bedrijven, met behulp van cofinanciering, in staat zijn om ketens naar een hoger niveau te tillen. Ook heb ik gezien hoe belangrijk het is dat die financiering flexibel wordt ingezet en toegepast op de lokale praktijk.
Kansen voor Nederlandse bedrijven
Ik denk dat in Uganda veel kansen liggen voor Nederlandse ondernemers. De agrarische sector is relatief onderontwikkeld, maar de ontwikkelingen gaan snel. Problemen als klimaatverandering en bodemdegradatie vragen om slimme oplossingen. Ik moedig daarom alle bedrijven met zulke oplossingen aan om naar Uganda te komen. De mogelijkheden zijn eindeloos, als je maar de tijd neemt om de lokale context te snappen en te luisteren naar de boer.
Vergeet bij aankomst niet een bezoek te brengen aan onze (nieuwe) ambassade in Kampala. De deur staat wagenwijd open voor alle (nieuwe) ondernemers, en wij kunnen je helpen met het openen van deuren en het vinden van de juiste partners.
Jasmijn Appels
Rijkstrainee op Nederlandse ambassade in Uganda