'Dynamisch werk in vier totaal verschillende landen in de Balkan-regio'

Nederlandse agrobedrijven en kennisinstellingen profileren zich gezamenlijk in Servië. Bijvoorbeeld in de zachtfruitsector. “De aanpak van dit consortium leidt op termijn ongetwijfeld tot export van uitgangsmateriaal en technologie”, zegt landbouwraad Geert Kits Nieuwenkamp. Hij is tot komende zomer actief voor het ministerie van LNV in de landen Hongarije, Servië, Oostenrijk en Montenegro.

Kits Nieuwenkamp is vanaf 2017 landbouwraad op de Nederlandse ambassade in de Hongaarse hoofdstad Boedapest. Komende zomer keert hij met zijn partner terug naar Nederland en gaat daar weer aan het werk op het ministerie van LNV, net zoals hij deed voor zijn vertrek naar de Balkan. “Wat ik op het ministerie ga doen, is nog niet duidelijk.”

Geert Kits Nieuwenkamp
Geert Kits Nieuwenkamp

Vier verschillende landen

Hij kijkt terug op een unieke periode in zijn leven. “Het is waanzinnig interessant om een periode te werken en wonen in een deel van Europa dat voor de meeste mensen in Nederland, en dus ook voor mij, erg onbekend is. Daar komt bij dat mijn werkgebied vier landen omvat, twee lidstaten van de Europese Unie en twee kandidaat-lidstaten, een gebied dat zich uitstrekt van de Oostenrijks-Zwitserse grens tot en met de Middellandse Zee. Dat maakt mijn werk dynamisch en uitdagend.”

Hij draait er niet omheen. Ongeveer een jaar is hij ziek geweest en vervolgens kwam de coronapandemie daar achteraan. “Dat heeft natuurlijk invloed gehad op mijn inzet en dus de resultaten van mijn werkzaamheden als landbouwraad. Ik had dat liever anders gezien, maar toch kijk ik terug op een zinvolle tijd.”

Veelzijdige stad

Wonen in Boedapest is bepaald geen straf, zegt hij. “Dit is een fantastische stad om een paar jaar te bivakkeren. De Donau, de parken, de architectuur, de geschiedenis van het communisme, deze stad is enorm veelzijdig. Daar komt bij dat mijn partner hier een baan vond als leraar op een Nederlandse school. Dat is natuurlijk mooi meegenomen. Kortom een inspirerende periode.”

'Servië is een groot producent van frambozen en blauwe bessen. Die positie wil het land behouden door de keten verder te versterken'

Servië wil graag samenwerken

Als landbouwraad is hij vooral actief in Hongarije en Servië, hij moet nu eenmaal prioriteiten stellen. De twee landen zijn totaal verschillend. “Servië is een land dat hunkert naar agrarische kennis, bedrijven willen graag samenwerken met Nederlandse partijen. De mensen zijn leergierig en energiek. Hoewel Nederland en Servië onderling zeer verschillend zijn, sluiten we op een natuurlijke manier goed bij elkaar aan. Veel Nederlandse bedrijven zijn daar dan ook succesvol.”

Frambozen en blauwe bessen

Wat dit laatste betreft, is het Partners in Business (PIB)-consortium dat in de Servische zachtfruitsector actief is geworden een mooi voorbeeld, zegt Kits Nieuwenkamp. “Servië is een groot producent van frambozen en blauwe bessen. Die positie wil het land behouden door de keten verder te versterken. Het Nederlandse PIB-consortium pakt de handschoen op. Nederlandse en Servische kennisinstellingen werken samen en er wordt op dit moment een demonstratieveld aangelegd met Nederlandse teelttechnologie. Ik ben ervan overtuigd dat dit op termijn leidt tot meer export vanuit Nederland, bijvoorbeeld uitgangsmateriaal, netten en substraat. Ons landbouwteam heeft hierbij een bemiddelende rol gespeeld. Daar ben ik best trots op.”

Export naar de EU

Bemiddelen, informeren, partijen bij elkaar brengen, deuren die op een kier staan verder open krijgen, dat samen is eigenlijk de kern van het werk van een landbouwraad, zegt hij. Hij noemt een voorbeeld. “Enkele Nederlandse telers die in Servië onderstammen telen, kwamen in problemen met hun export naar EU-lidstaten. Nieuwe Brusselse regelgeving blokkeerde deze export. Mijn collega Mila Mirkovic (landbouwadviseur op de Nederlandse ambassade in Belgrado en deel van het team) heeft hier enorm achteraan gezeten, we hebben de juiste partijen gemobiliseerd, die op hun beurt een dossier hebben aangelegd. Met als resultaat dat Servië en deze telers een ontheffing hebben gekregen voor export naar de EU. Daar hebben we gezamenlijk veel tijd ingestoken. Dan is het erg bevredigend als dat resultaat heeft.”

Hiërarchische verhoudingen

Samenwerking met Nederlandse partijen ligt in Hongarije complexer. Het land is sinds de toetreding tot de EU snel ontwikkeld. De agrokennis ligt daarom op een veel hoger niveau dan in Servië. De vraag naar samenwerking met Nederlandse partijen ligt hier minder aan de oppervlakte. Dat wil volgens Kits Nieuwenkamp niet zeggen dat er afgelopen jaren niets is bereikt. “Door het bezoek van de Hongaarse plaatsvervangend staatssecretaris voor landbouw aan Nederland liggen er nu contacten op het gebied van precisielandbouw. De Hongaarse landbouw kampt met de nadelige effecten van de klimaatverandering. Efficiënt gebruik van water en andere inputs is randvoorwaarde om de productie in stand te houden. Ik zie daarvoor juist op het gebied van agrotechnologie kansen voor Nederlandse bedrijven. De contacten hiervoor zijn gelegd.”

Op de vraag wat hij lastig vond in Hongarije, antwoordt hij dat in dit land moest wennen aan de sterke hiërarchische verhoudingen. “Soms is het daardoor zoeken bij wie je moet zijn."

EU flag

Kandidaat-lidstaat EU

Terug naar Servië, het land is kandidaat EU-lidstaat. Komende jaren moet op allerlei terreinen de wetgeving van het land worden aangepast aan die van de EU, inclusief de implementatie en controle. Dus ook op het terrein van landbouw en visserij. “Als landbouwraad heb ik daarin ook een taak”, zegt Kits Nieuwenkamp. “Wij informeren de betrokken partijen in Servië over de achtergronden van de Europese regels, over het wat en het waarom. Die kennisoverdracht is nodig om de toetreding te versoepelen én Nederlandse agrokennis te promoten.”
Het is tijd om terug naar Nederland te gaan, zegt hij, maar dan wel “met een schat aan ervaringen op zak”.

Contact