'Voedselimport blijft nog lang cruciaal in de Golfregio'

De meeste Golfstaten willen de eigen voedselproductie fors opvoeren. Maar door de snelle bevolkingsgroei blijft import van groenten en fruit nog lang cruciaal, ook uit Nederland. Dat zegt landbouwraad Erik Smidt. Hij is sinds september 2018 namens het ministerie van LNV werkzaam voor de Nederlandse agrofoodsector vanuit de Nederlandse ambassade in Riyad, de hoofdstad van Saoedi-Arabië.

Dit artikel maakt deel uit van een serie over de landbouwraden in het buitenland. Lees meer over wie zij zijn en wat ze doen. Deze keer in gesprek met landbouwraad Erik Smidt in Saoedi-Arabië. Zijn werkgebied omvat ook de landen Verenigde Arabische Emiraten, Oman, Qatar, Bahrein en Koeweit.

Smidt is er inmiddels aan gewend, kennismaken met Arabieren vraagt tijd. De eerste keren wordt er alleen over koetjes en kalfjes gesproken en veel thee gedronken. “Socializen is hier super belangrijk. Het duurt een tijdje voordat Arabieren een besluit nemen, maar vervolgens is het ja of nee. Ze houden je niet aan het lijntje.” 

Net als alle andere landbouwraden in de wereld wordt zijn agenda deze maanden voor een belangrijk deel bepaald door corona.

Erik Smidt
Erik Smidt

Wat zijn de gevolgen van de corona-pandemie voor de Nederlandse agrofoodsector in de Golfstaten?

“De pandemie is hier begin februari begonnen. Vanaf dat moment zijn de voedselimporten in de meeste Golfstaten opgevoerd. De Ramadan viel vroeg dit jaar. Dat zie je natuurlijk ook terug in de cijfers.

Als je de importcijfers van januari en februari 2020 met diezelfde maanden in 2019 vergelijkt, is er een toename van 15 tot 30%. Die stijging zet nog steeds door, ook omdat de import uit India en Pakistan is stilgevallen. Als het gaat om groenten, fruit en zuivel komt een belangrijk deel van die import uit Nederland. Van de corona-crisis hebben Nederlandse exporteurs dus eigenlijk geprofiteerd. Niet te voorspellen is of die stijging blijvend is. Waarschijnlijk niet, want bijna alle landen in de Golfregio investeren fors in hun eigen voedselvoorziening.

Een ander gevolg van de pandemie is dat veel beurzen worden uitgesteld naar het najaar of naar 2021. De vraag is of ze dan wel doorgaan. En of bedrijven wel willen deelnemen in deze onzekere situatie.”

Wat zijn de gevolgen van de corona-crisis voor u persoonlijk?

“Net als zovelen in de wereld werk ik voornamelijk thuis. Een keer per week ga ik naar de ambassade. Dat is vanuit mijn appartement vijf minuten lopen. Het dragen van een mondkapje is op straat verplicht. Die zijn hier makkelijk en goedkoop te krijgen. En ze zijn van hoge kwaliteit. Mondkapjes zag je hier trouwens altijd al veel. In Riyad heb je vaak last van zandstormen, en dan dragen veel mensen een mondkapje.

Tot nu toe waren hier relatief weinig besmettingen. Er werd namelijk al in de beginfase veel getest en dat remt de verspreiding van het virus. Maar nu (juni 2020, red.) zien we het aantal besmettingen opeens weer fors toenemen. Gesproken wordt over de bouw van noodhospitalen.”

Lees verder onder foto

Zakendoen tijdens de thee.
Zakendoen tijdens de thee.

Wat zijn belangrijke trends in de agrofoodsector in de Golfregio?

“De meeste Golfstaten investeren fors in de agrarische sector elders in de wereld; in Zuid-Amerika, Afrika, Rusland en ook in de Verenigde Staten. Het gaat dan vooral om regenafhankelijke landbouwproductie, want aan water is hier een groot tekort. Er wordt geïnvesteerd in de opbouw van eigen teeltbedrijven of er worden langjarige leveringscontracten getekend. Veevoergrondstoffen, zoals alfalfa, komen vrijwel volledig uit het buitenland.

Tegelijkertijd investeren de overheden in kassen met hoogwaardige technologie in de nabijheid van steden. Een logische keus, want bedekte groenteteelt vraagt relatief weinig water. De ontwikkeling van indoor-farming in hallen met kunstlicht begint nu ook te komen.

Koeweit is een ander verhaal. Dat land blijft zich richten op import van voedsel. Ook voor Oman ligt de situatie anders. Dat land heeft een mild klimaat en daar is de tuinbouw altijd al redelijk ontwikkeld.

Een andere trend is de ontwikkeling van groene zones in en rond de steden. Dat staat vooral hier in Saoedi-Arabië hoog op de agenda. Deze vergroening moet ertoe leiden dat er meer toeristen komen.”

'De beoogde groei van de bedekte tuinbouw is absoluut een kans voor Nederland'

Kunnen Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen op deze trends inspelen?

“De beoogde groei van de bedekte tuinbouw is absoluut een kans voor Nederland. Een aantal Nederlandse bedrijven is in de Golfregio al actief. Wageningen UR runt hier in Riyad een proefkas waarin uitstekende resultaten worden gehaald in de groenteteelt. Deze kassen hebben een uitstraling naar de hele tuinbouwsector in Saoedi-Arabië.

Veel Golfstaten willen meer zelfvoorzienend worden. Doel in de Verenigde Arabische Emiraten is om in 2030 voor 20% zelfvoorzienend te zijn, in Saoedi-Arabië voor 10%. En dan gaat het nog maar om streefcijfers. Met andere woorden, import blijft belangrijk. Exporteurs van eindproducten in Nederland hoeven zich weinig zorgen te maken.”

Lees verder onder foto

Saudische landbouwminister bezoekt Nederlands paviljoen op beurs over aquacultuur.
Saudische landbouwminister bezoekt Nederlands paviljoen op beurs over aquacultuur.

Staat circulaire landbouw in de Golfstaten op de agenda?

“Staat heel hoog op de agenda. Circulaire landbouw is hot. Mijn landbouwteam is afgelopen jaar intensief in gesprek geweest met het landbouwministerie hier. Dat heeft geresulteerd in een seminar waarin wij aan de top van het ministerie, inclusief de minister, hebben mogen uitleggen hoe wij in Nederland hiermee omgaan. Ook Wageningen UR was erbij. Resultaat is dat Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen worden betrokken bij de bouw van tien circulaire proefbedrijven, met Wageningen als spin in het web.”

Wat is het mooiste aan uw werk?

“Het mooiste is de diversiteit in het werk. Ik kom in zes landen, ontmoet veel mensen, ben actief in talloze projecten. De ene keer gaat het over tuinbouwtechnologie, de andere keer over ontwikkeling van de dadelteelt. Die afwisseling vind ik prachtig.”

En wat is een moeilijk aspect?

“Wie hier zaken wil doen, moet houden van informele communicatie. Vertrouwen opbouwen kost tijd. Je moet niet binnen tien minuten beginnen over het onderwerp waarvoor je eigenlijk kwam. Geduld is een goede zaak, ik heb eraan moeten wennen. Ik ben geduldiger geworden en dat levert veel op.”

Hoe wordt in de Golfstaten aangekeken tegen de Nederlandse landbouw?

“Iedereen weet hier dat Nederland de tweede exporteur van landbouwproducten is in de wereld. Ze weten dat ons land qua landbouwkennis vooroploopt. Veel bedrijven en universiteiten willen samenwerken met Wageningen. Dat kan de WUR niet allemaal behappen. Daarom ben ik bezig om de agrarische hogescholen hier te positioneren. Dat begint nu te lopen.

Nederland is befaamd om zijn hoogwaardige agro-technologie. Maar we zijn ook duur, zeggen ze hier. Ik moet vaak uitleggen dat wij inderdaad wat duurder zijn dan bedrijven uit China, maar dat je in Nederland wel waar krijgt voor je geld.”