‘Iran is een slapende voedselreus’
LNV-raden zijn werkzaam op 60 Nederlandse ambassades en/of consulaten en bedienen van daaruit 80 landen. Maak kennis met Hans Smolders, LNV-raad in Iran.
Hans Smolders is in de zomer van 2017 begonnen als landbouwraad op de Nederlandse ambassade in de Iraanse hoofdstad Teheran. Hij is de eerste landbouwraad in het land dat recent weer aansluiting zoekt met de rest van de wereld. Verhoging van de agrarische productie heeft in Iran topprioriteit en daar kan het Nederlandse agrobedrijfsleven een belangrijke bijdrage aan leveren, zegt Smolders.
Smolders studeerde plantenveredeling aan de Wageningen UR en werkte 15 jaar in Azië als adviseur op het terrein van zaadketenontwikkeling, vluchtelingenhulp en voedselzekerheid. Vanaf 2005 is hij in dienst van de overheid. Hij werkte onder meer voor de NVWA in Roemenië, het ministerie van Economische Zaken en bij RVO. Bij deze laatste organisatie spande hij zich in voor internationale publiek-private samenwerking in de water- en voedselsector.
Wat is uw eerste indruk van Iran?
“Dit is een prachtig land! De bevolking is buitengewoon hartelijk en open. De uitgebreide Iraanse keuken maakt het leven hier extra aangenaam. Het land heeft een rijk politiek-historisch verleden en die geschiedenis intrigeert mij. Het beeld over Iran in de westerse media strookt niet met de werkelijkheid zoals ik die ervaar. Dat geldt ook voor de landbouw. Wie de indruk zou hebben dat Iran een en al woestijn is, heeft het echt mis. Dit land kent vele klimaatzones en dat zie je terug in de grote diversiteit aan landbouwproducten. In het noorden is de fruitteelt sterk in ontwikkeling, in het zuiden zijn rijst en dadels belangrijke teelten.”
Is het belangrijk voor Nederland om in Iran een LNV-raad te hebben?
“Helder is dat de economische prioriteiten in dit land verschuiven. Decennialang was alles gericht op de productie van olie en gas. De inkomsten uit die sector verminderen, met alle gevolgen van dien. Voedselzekerheid, en dus agrarische ontwikkeling, krijgt de laatste jaren steeds meer aandacht. Met zachte leningen probeert de overheid investeringen in de agrosector te bevorderen.
Met 80 miljoen inwoners, 4% economische groei per jaar en een groeiende en koopkrachtige middenklasse biedt Iran een consumentenmarkt van formaat. Iran is een slapende voedselreus die op dit moment wakker wordt. Er is grote vraag naar agrarische teeltmaterialen, kennis, technologie en machines. Nederland heeft in Iran een goede reputatie, ook gezien de onderlinge relaties in het verdere verleden. De verschuiving van de economische prioriteiten biedt kansen voor het Nederlandse agrobedrijfsleven. Als LNV-raad ben ik de schakel tussen partijen in Iran en Nederland.”
In welke sectoren liggen er vooral kansen?
“Kansen in Iran liggen bijvoorbeeld in de tuinbouw, waar tot 2021 zo’n 16.000 hectare aan kassen wordt bijgebouwd. Een aantal Nederlandse bedrijven heeft zijn weg in deze sector al gevonden. Ik zie ook veel perspectief voor Nederlandse bedrijven die actief zijn in de zuivel, zaad- en pootgoed, visserij en pluimvee. In al die sectoren streeft de Iraanse overheid naar zelfvoorziening. Om de productie op te voeren, is kennis en technologie nodig. Ook op het gebied van efficiënt waterbeheer is er veel vraag naar innovatie. Nu is het moment om in te stappen. Vergeet niet dat andere landen Iran eveneens ontdekken en posities innemen, bijvoorbeeld bedrijven uit Frankrijk, Spanje en Italië. Technologie uit Nederland is wellicht duurder, maar kwalitatief vaak beter.”
Wat is uw specifieke rol als LNV-raad?
“Een LNV-raad is de spin in het web, de makelaar die de vragen interpreteert en de juiste partijen bij elkaar brengt. Het is mijn taak om helder te krijgen waar de kansen liggen in Iran en vervolgens de link te leggen naar het Nederlandse bedrijfsleven en de Nederlandse overheid.
Dit vergt allemaal een lange adem. Iran is een protectionistisch land. De grens is nog dicht voor veel eindproducten, zoals Nederlandse kaas. De markttoegang is niet transparant en dat is lastig voor exporterende bedrijven. Ook is het betalingsverkeer nog niet genormaliseerd.
Er zijn zeker ook hoopvolle ontwikkelingen. In 2016 is een Memorandum of Understanding getekend tussen Nederland en Iran over economische samenwerking op het gebied van agrofood, verbetering van markttoegang en vereenvoudiging van importregels. Er zijn globale afspraken gemaakt die komende jaren verder worden uitgewerkt. Ik hoop dat dat voorspoedig verloopt en als LNV-raad kan ik daar een bijdrage aan leveren.”
Iran in cijfers
De agrarische sector draagt 11% bij aan het Bruto Nationaal Product. Ruim 30% van de werkgelegenheid is direct of indirect gelinkt aan de land- en tuinbouw. De voedselproductie voorziet in 90% van de totale behoefte. De agrarische export naar omringende landen neemt toe, waaronder naar Rusland.
Iran is met 1,67 miljoen hectare het tweede grootste land in het Midden-Oosten (ca 1/3 van de totale EU). Het gemiddelde inkomen ligt op 5.700 dollar per jaar.
September 2017