COVID-19 en gevolgen voor Belgische agro-food sector - deel 1 (aanbodzijde)

De Belgische agro-food sector werd al vrij kort na het uitbreken van de crisis rondom het Coronavirus geconfronteerd met de negatieve gevolgen ervan. De vraagkant is ernstig verstoord geraakt, terwijl de aanbodkant zijn eigen zorgen kent: tekort aan seizoensarbeiders en soms volledig ingestorte marktprijzen. Al met al is de sector een warm pleitbezorger van het open houden van de grenzen. Inmiddels is er ook een breed scala aan steunmaatregelen door de federale en regionale overheden in het leven geroepen, variërend van waarborg-, fiscale en tijdelijke werkloosheidsregelingen.

 

Vraagzijde

Met ingang van woensdag 18 maart 2020 gelden in België vergaande veiligheidsmaatregelen ter beteugeling van het Coronacrisis met als gevolg dat scholen en horeca dicht zijn en telewerken de norm is geworden daar waar het mogelijk is. Dit heeft geleid tot een verschuiving van buitenhuis- naar thuisconsumptie voor voeding en tot hamstergedrag. Zelfs in de week van 23 maart registreerden de supermarkten nog altijd een omzetstijging van 20% t.o.v. een normale week en werd de consument met lege winkelschappen voor bepaalde productcategorieën geconfronteerd.

Aanbodzijde

Sinds 18 maart 2020 geldt er ook een verbod op niet-essentiële reizen naar het buitenland. Ondanks het feit dat het internationale goederenvervoer vrijgesteld werd van dit verbod en de land- en tuinbouw al vrij snel erkend werd als ‘vitale sector’, ondervond het grensverkeer in het begin de nodige hinder van dit verbod door grenscontroles en onduidelijkheid over de interpretatie ervan. De toelevering van grondstoffen en verpakkingsmateriaal kwam daardoor al snel in de problemen.

Een ander gevolg van het verbod was dat de komst van Oost-Europese seizoensarbeiders zo goed als volledig stil viel. Ook wilden veel seizoenarbeiders, die inmiddels al aanwezig waren op Belgisch grondgebied, terug naar huis keren en dat op een moment dat de fruitsector en aspergeteelt op gang kwamen en het plantseizoen van zomergroenten voor de deur stond.

Inmiddels zijn er verschillende initiatieven gestart om het gebrek aan arbeidskrachten in de land- en tuinbouw op te lossen:

  • Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) en de uitzendsector behandelen vacatures in de agro-food sector met voorrang;
  • mogelijkheid voor zelfstandigen die verplicht hun winkel hebben moeten sluiten, om met behoud van hun sluitingspremie tewerk gesteld te worden in de land- en tuinbouwsector
  • inzet van asielzoekers;
  • mogelijkheid van een tweede plukkaart voor reeds aanwezige seizoenarbeiders: zij kunnen daardoor 2x zo lang als voorzien in BE blijven gedurende heel 2020.

Ook al kan de land- en tuinbouwsector als vitale sector gewoon blijven werken, het is wel verplicht om een aantal  preventieve maatregelen voor zijn arbeiders in acht te nemen: mondmaskers, handschoenen, ontsmettingsgel en social distancing, wat soms voor de nodige problemen zorgt.

Volgens het Algemeen Boerensyndicaat (ABS) worden landbouwers ook geconfronteerd met cashmoeilijkheden door instortende internationale markten voor o.a. varkensvlees, pluimveevlees, melkpoeder, suiker en aardappelen.

Maar naast moeilijke productieomstandigheden, zijn er in de sector, daar waar mogelijk, ook mooie voorbeelden van flexibiliteit en maatschappelijke betrokkenheid ontstaan: zo hebben verschillende Belgische agro-food bedrijven, waaronder Tiense Suiker en AB InBev, uit vrije wil een deel van hun productiecapaciteit overgeschakeld op de productie van ontsmettingsmiddelen om die vervolgens aan de zorgsector te schenken.

Korte Keten

Nu sanitaire veiligheidsmaatregelen een bezoek aan de supermarkt compliceren, hebben veel consumenten in Vlaanderen de weg naar de korte keten gevonden. Ook boeren spelen in op deze trend door aan-huis-verkoop verder uit te bouwen dan wel op te starten, al dan niet via een drive-in of thuisbezorging en eventueel in combinatie met andere lokale producenten. Er bestaan inmiddels verschillende platforms in Vlaanderen, waarop de consument een boerderijwinkel in zijn streek kan vinden.

Het Vlaamse Steunpunt Korte Keten probeert ook op de toegenomen interesse van de consument voor lokaal geproduceerd voedsel in te spelen door gemeentebesturen op te roepen om voedselmarkten te organiseren. De overheid heeft markten inmiddels verboden, maar voedselkramen zijn toegelaten indien essentieel voor de lokale voedselvoorziening.

Zuivel

De grotere vraag naar consumptiemelk als gevolg van het hamstergedrag heeft niet de wegvallende vraag door de sluiting van de horeca en de haperende export  kunnen compenseren. Met de sluiting van de horeca is de vraag naar mozzarella of room sterk verminderd, waardoor er minder melk gevaloriseerd kan worden. Daardoor wordt er meer melk omgezet in magere melkpoeder, waardoor de prijs hiervan onder druk komt te staan. De verwachting is dat deze ontwikkeling weer zal leiden tot een negatieve druk op de melkprijs.

Daarnaast heeft de zuivelindustrie te kampen met personeelsuitval als gevolg van ziekte en een tekort aan verpakkings- en ontsmettingsmateriaal. De zuivelindustrie is daarom vanaf het begin een warm pleitbezorger voor het openhouden van de grenzen en het instellen van zogenaamde ‘green lanes’.

Sierteelt

De sierteeltsector is een van de zwaarst getroffen sectoren, doordat de export, bijvoorbeeld naar Italië, al vrij snel is stilgevallen en ook door het feit dat bloemenwinkels en tuincentra gesloten moeten blijven en dat in volle aanloop naar het piekseizoen. Voor de meeste sierteeltproducten wordt immers 20 procent (boomkwekerij volle grond) tot 85 procent (perk- en balkonplanten) van de omzet gerealiseerd in de periode van 15 maart tot 10 mei (Moederdag). De prijzen zijn reeds compleet ineengestort. De Vlaamse Boerenbond schat het omzetverlies op 135 miljoen euro.Ondanks dat bloemenwinkels en tuincentra gesloten moeten blijven, mogen bloemen en planten nog wel verkocht worden in voedingswinkels, incl. diervoedingswinkels, en de winkels bij tankstations. Een ander afzetkanaal is de online verkoop met thuisbezorging.
 

Online verkoop van bloemen en planten staat in België nog in de kinderschoenen. De Belgische consument komt dan ook al gauw terecht op Nederlandse websites. Als reactie op de beperkende maatregelen tengevolge van de crisis zijn verschillende spelers in de sector gaan experimenteren met online verkoop. Zo hebben 8 siertelers uit de provincies Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant een gezamenlijke webshop gelanceerd. Ook heeft de sector 2 websites gelanceerd waarop men kan zien welke Vlaamse bloemen- en plantenwinkels aan online verkoop en thuislevering doen en werkt de sector samen met het Steunpunt Korte Keten om een gedeelte van de bloemen en planten via boerderijwinkels direct aan de klant te kunnen verkopen.

Update d.d. 4 mei 2020:

Begin april 2020 heeft de Vlaamse regering besloten tot de oprichting van een Algemeen Noodfonds van 200 miljoen euro, waarvan een gedeelte bestemd is ter compensatie voor de sierteeltsector. Sinds 18 april 2020 mogen tuincentra hun deuren weer voor het publiek openen, maar dit geldt niet voor bloemisten. Belgische siertelers kunnen dus zo hun omzetverliezen enigszins beperken, alhoewel de exportmarkt, die qua omvang zeker zo belangrijk is als de binnenlandse afzetmarkt, nog altijd zo goed als gesloten blijft. Ook voor de snijbloemtelers is er vooralsnog geen uitzicht op verbetering.

Aardappel

Een andere zwaar getroffen sector is die van de Belgische vrije markt voor aardappelen. Ook deze markt is volledig ingestort, met als gevolg opschorting van de prijsnotering en paniek bij de aardappeltelers.

De aardappelmarkt kent 3 segmenten met ieder zijn eigen problematiek:

  • De versmarkt wordt aan de ene kant gekenmerkt door een sterke vraag veroorzaakt door het hamstergedrag van de consument, maar aan de andere kant door de wegvallende vraag van grootkeukens en van schilbedrijven die aardappelen schillen voor frituurzaken en restaurants. Bovendien gaat het hier om een variëteit die niet het meest geteeld wordt in België.
  • De chipsmarkt wordt geconfronteerd met een wegvallende vraag door de sluiting van cafés en geannuleerde sportevenementen.
  • De markt van de diepvriesfrieten (grootste segment): negentig procent van wat er in België geproduceerd wordt, wordt geëxporteerd. Ongeveer twee derde blijft binnen de Europese Unie, een derde wordt buiten de EU afgezet. De sectororganisatie ziet dat de Belgische aardappelverwerkende bedrijven blijven exporteren, maar dat er logistieke problemen ontstaan. Zo is de kostprijs van een koelcontainer verdrievoudigd in vergelijking met een paar maanden eerder. Aangezien de grootste afzetmarkt landen binnen de EU zijn, is de sluiting van sommige landgrenzen problematisch. Zo stonden er gedurende enige tijd gigantische files aan de grens met Polen. Lichtpuntje is dat de verre export naar onder meer China en andere Aziatische landen stilaan weer terug op gang komt.

Al deze factoren samen maken dat er vandaag nauwelijks tot geen vraag is naar aardappelen op de vrije markt. Vanuit de sector wordt dan ook aangedrongen op een opkoopregeling of subsidies.

De Belgische brancheorganisatie Belpotato verwacht dat de huidige problemen op de vrije markt voor aardappelen ook voor de rest van het seizoen zullen blijven voortduren.

Update d.d. 4 mei 2020:

Inmiddels heeft de verwerkende industrie zich gecommitteerd om de contractuele verplichtingen jegens de telers na te komen. Anders is de situatie voor de ongeveer 550.000 ton vrije aardappelen, waarvan de prijzen volledig zijn ingestort. Voor deze vrije aardappelen wordt naarstig naar afzetoplossingen gezocht volgens de cascade van waardebehoud, waarbij elke fase zijn eigen grenzen kent: prioriteit blijft menselijke voeding (ruimere bedeling aan voedselbanken, verwerking tot zetmeel, campagnes om binnenlandse consumptie te bevorderen, export), gevolgd door veevoeder, transformatie tot energie (via een biovergister) en als allerlaatste stap het storten van aardappelen op velden.

Fruit en Groente

De derde zwaar getroffen sector is die van de aspergeteelt. Ook hier zijn de prijzen in vrije val wegens het sluiten van de horecasector, de belangrijkste afzetmarkt (traditioneel opening aspergeseizoen op 1 april). Ook het gebrek aan arbeidskrachten door de sluiting van de grenzen en de hogere transportkosten spelen de sector parten.

De Belgische supermarkten zetten zich in om aanvoer van buitenlandse groenten en fruit te waarborgen. Vooralsnog zijn er geen tekorten, omdat veel importproducten over water vervoerd worden en er nog veel groeten en fruit onderweg is. Echter, de situatie kan snel veranderen. Supermarktketens halen momenteel dan ook de banden met (lokale) leveranciers aan. Het grootste probleem is transport dat langer duurt door o.a. grenscontroles. Dit zorgt op zijn beurt weer voor hogere kosten. Het is momenteel nog niet zeker of die hogere transportkosten doorberekend zullen worden aan de consument.

Het Belgische seizoen voor groenten en fruit start in april en voor deze producten worden geen problemen in de aanvoer verwacht op voorwaarde dat (de huidige) nachtvorst geen schade aan de gewassen toebrengt. Integendeel, het is de verwachting dat door de haperende export het aanbod juist groter zal zijn.

Update d.d. 4 mei 2020:

Naast asperges worden ook andere groentes met de wegvallende afzetmarkt van de horeca geconfronteerd met als gevolg prijsdalingen tot wel 80%. Dit geldt voor hogere kwaliteitsgroenten zoals rucola, waterkers, paksoi, maar ook voor sla, tomaat en komkommer.

Federale en regionale steunmaatregelen

Klik hieronder voor meer info m.b.t. de diverse steunmaatregelen in België:

Steunmaatregelen van de Federale regering

Steunmaatregelen van de Vlaamse regering

Steunmaatregelen van de Vlaamse regering specifiek voor de landbouw

Steunmaatregelen van de Waalse regering