Ontwikkelingen & kennisuitwisseling in de zuivel-wereld

Er gebeurt ontzettend veel op het vlak van agrifood in Azië. In mei vond SIAL China plaats in Shanghai. Deze beurs draait om innovaties en trends uit de regionale voedselindustrie, voornamelijk op het vlak van vlees, zuivel en drank. Dhr. Phil Hogan, Commissaris voor Landbouw en Landelijke Ontwikkeling, was aanwezig om voedsel en drinken uit de EU te promoten.

Beeld: ©Mediatheek Rijksoverheid

Bezoeken aan China vanuit de landbouw en zuivelindustrie

Behalve het bezoek van dhr. Hogan ontvangt de Nederlandse Ambassade regelmatig bezoekers uit de landbouw en zuivel-industrie. Zo vond onlangs een bezoek plaats van een groep Nederlandse landbouwbedrijven uit Drenthe. De initiatiefnemer was de lokale Rabobank, die al enige tijd actief is in China. We spraken met Martin Eising, Directeur bij de Rabobank, over hun ervaringen.

“We bezochten Beijing en Shanghai met 18 agrarische ondernemers, die zich hebben gespecialiseerd in onder andere bloembollen, zuivel en gevogelte. Het was een erg divers programma. Zo bezochten we tuinbouwbedrijven in Shanghai, kregen we een interessante presentatie op de Ambassade in Beijing, bezochten we het Sino-Dutch Dairy Development Center (SDDDC) en ontmoetten we studenten van de Chinese Landbouw Universiteit”, vertelt Eising.

Eising geeft aan dat het veel meerwaarde had voor de deelnemers om met eigen ogen te zien welke producten worden verkocht en gekocht. “Toen we de trein namen zagen we bijvoorbeeld dat er bosbessen werden verkocht. Dat wekte meteen de interesse van een van de deelnemers op. Die had zich nooit gerealiseerd dat er een markt zou zijn voor bosbessen in China.”

Ondanks de verschillen ziet Eising ook veel gemeenschappelijke uitdagingen. “We zien in China net zoals in Nederland dat kinderen zich minder bewust zijn van waar hun eten vandaan komt.” Daarnaast geeft hij aan dat de ambities van China zich vertalen naar praktische mogelijkheden: “Uitwisseling van kennis is heel belangrijk, ook tussen ondernemers en bedrijven. Dit is heel goed zichtbaar in de zuivel-industrie. De Chinezen zijn erg geïnteresseerd in onze ervaringen, zowel wat betreft het opzetten van de industrie als de zelfvoorzienendheid.

Ontwikkelingen in de Nederlandse en Chinese zuivelmarkt

De zuivelmarkt is heel belangrijk voor Nederlandse bedrijven. Naast het bezoek van de Rabobank vond ook een bezoek plaats van enkele melkveehouders en studenten van Friesland Campina. Een van de deelnemers, Reindert Miemersma, vertelt: “De ‘nieuwe’ Chinese zuivelmarkt is vooral gefocust op het voeden van de bevolking. Een grootschalige zuivel-industrie lijkt het enige antwoord. Dat is een behoorlijk contrast met Nederland, waar veel zuivelboerderijen lokaal en in handen van families zijn. Maar uiteindelijk is het belangrijkste om de kwaliteit te garanderen. Via initiatieven zoals het Sino-Dutch Dairy Center (SDDC), leren we allebei van elkaar.”

De bezoekers gingen ook naar Modern Dairy in Bengbu, waar ze een rondleiding kregen van lokale boeren. Miermersma vond dit erg bijzonder, omdat de boeren zo trots zijn op hun kwaliteit. Zo vertelden ze onder andere over hoe ze voldoen aan de Europese kwaliteitsnormen.

Miemersma ervoer tevens het belang van een sterk imago van de Nederlandse zuivel-sector. Hij was aanwezig bij de lancering van nieuwe Friso-producten. “Het gebouw was bijna tot museum getransformeerd. Er waren bijvoorbeeld schilderijen van Nederlandse boeren die hun eigen koeien in hun weide hadden geschilderd. Dat is echt iets unieks Nederlands, iets waarmee we ons onderscheiden.”

Duurzaamheid als prioriteit

Langzaamaan krijgt duurzaamheid steeds meer aandacht in China. Miemersma: “Vanwege onze kennis en expertise zijn er volop kansen voor Nederland om op dit gebied de samenwerking aan te gaan.”

Eising vult aan: “In de wereldwijde voedselketen kunnen de Rabobank en Nederland echt het verschil maken. De Nederlandse Ambassade en het overheidsnetwerk zijn daarvoor erg belangrijk.” Maar Nederland kan ook nog genoeg leren van China: “We bezochten bijvoorbeeld een biologisch bedrijf dat groenten teelt. Ze vertelden dat ze meer dan 800 klanten hebben binnen een straal van 400 kilometer. Dat kan doordat ze hun producten online verkopen. E-Commerce is erg groot in China. Mensen bestellen hun boodschappen via WeChat en zelfs kleine afgelegen bedrijfjes zijn online. Zo hebben ze toegang tot een veel grotere markt, hoewel we wel zien dat distributie nog altijd een uitdaging is.”

Tevens zijn er nog uitdagingen op het vlak van efficiëntie en duurzaamheid, vertelt Miemersma. “Zuivel en landbouw samenbrengen is niets anders dan een cyclus creëren. China heeft in dat opzicht een behoorlijke uitdagingen, doordat ze veel importeren en vervolgens met het afval zitten. Er zijn veel mogelijkheden op het vlak van recycling of hergebruik zodat het afval weer waardevol wordt. Doordat China zo groot is en zich zo snel ontwikkelt denk ik dat ze hun achterstand op dit gebied snel genoeg zullen dichtlopen.”