Specialisatie, schaalvergroting, verbreding en innovatie

Net als in Nederland zien we dat zich een aantal tendensen duidelijk aftekent: het aantal bedrijven vermindert terwijl de omvang toeneemt. Ook zien we dat de landbouwbedrijven steeds meer gaan specialiseren en innoveren.

Van de 24.884 landbouwbedrijven in Vlaanderen is 88% gespecialiseerd in een van de drie subsectoren, met veeteelt als veruit de belangrijkste specialisatie, gevolgd door akkerbouw en tuinbouw. De specialisatie is regionaal gebonden. De regio’s gespecialiseerd in één activiteit zijn duidelijk herkenbaar: fruit rond Sint-Truiden, glasgroenten ten noorden van Sint-Katelijne-Waver, sierteelt ten oosten van Gent, rundvee in de Vlaamse Ardennen en het Pajottenland en varkens en pluimvee verspreid over West-Vlaanderen. Rond Mechelen is er een streek met overwegend openluchtgroenten.

Het aantal landbouwbedrijven in Vlaanderen daalt gemiddeld met bijna 4% per jaar. De resterende bedrijven worden steeds groter. Enkele factoren die een rol spelen bij schaalvergroting zijn de continue technologische verbetering, samenwerking met andere schakels in de keten en productieverhoging om het inkomen veilig te stellen en de kostprijs te drukken. De gemiddelde oppervlakte cultuurgrond groeit naar 25 ha per bedrijf. De gemiddelde grootte van de veestapel bedraagt nu 120 runderen, 1.850 varkens en 47.000 stuks pluimvee per gespecialiseerd bedrijf. Op een bedrijf werkt gemiddeld 1,65 voltijdse arbeidskracht.

Verbredingsactiviteiten zijn activiteiten van landbouwers die niet rechtstreeks met de productieactiviteit te maken hebben, maar waaruit de producent een aanvullend inkomen haalt. Volgens ramingen oefenen 20% à 25% van alle producenten minstens één verbredingsactiviteit uit. Voorbeelden ervan zijn zorgboerderijen, hoevetoerisme, loonwerk, hoeveverkoop en energieproductie. Ondertussen stijgt de belangstelling voor lokale voedselproductie om de kloof tussen producent en consument te dichten. Daarbij valt te denken aan korteketeninitiatieven, community supported agriculture en volkstuinen.

Innovatie is belangrijk voor land- en tuinbouwbedrijven om economische ontwikkeling te realiseren en tegemoet te komen aan maatschappelijke uitdagingen. Uit een enquête blijkt dat 43% van de bedrijven innoveerde in 2012 of 2013. De tuinbouw scoort het best. Binnen de tuinbouwsector heeft de sierteelt met 62% het hoogste aandeel innoverende bedrijven. Bedrijven investeren vooral in procesinnovaties, gevolgd door innovaties in de vermarkting en de bedrijfsorganisatie.

Wallonië kende in 2012 13.306 primaire productiebedrijven, 60 procent minder dan in 1990. Het totaal beschikbare areaal landbouwgrond nam in diezelfde periode af met 40.000 hectare tot 715.000 hectare. Per bedrijf is er sprake van een omvang van 54 hectare , meer dan verdubbeld in vergelijking met 1990. De veehouderij (vlees- en melkveehouderij) zijn de belangrijkste sectoren (ruim 50 procent van het productie-areaal). Akkerbouw, in het bijzonder suikerbieten, aardappelen, neemt bijna 25 procent van het productie-areaal in. Tuinbouw is vooral vollegrondstuinbouw (12.000 hectare). In vergelijking met Vlaanderen is in Wallonië sprake van een relatief extensieve teelt. Bosbouw is in Wallonië een belangrijke tak. De verwerking van veel Waalse primaire producten en hout vindt in Vlaanderen plaats.