Frankrijk: mate van zelfvoorziening per sector in beeld gebracht

‘Voedselsoevereiniteit’ is de afgelopen jaren een centraal thema geworden in de Franse politiek, zeker na de coronacrisis en de oorlog in Oekraïne. Onnodige of grootschalige afhankelijkheid van import van voedsel is de Franse regering en boeren een doorn in het oog. Onder druk van de boerenprotesten dit voorjaar wordt ‘voedselsoevereiniteit’ nu opgenomen in de wetgeving als een vraagstuk van nationaal belang, en heeft de regering toegezegd de zelfvoorziening per sector in beeld te (laten) brengen. Doel is actieplannen op te stellen voor sectoren die zeer deficitair zijn, en afhankelijkheid van import te verminderen. Het eerste rapport is afgelopen maand uitgebracht, met een schat aan statistieken en getallen.

Voedselsoevereiniteit Rapport 3 april 2024 MASA
Beeld: ©MASA

Rapport ‘Meting van de landbouw- en voedselsoevereiniteit van Frankrijk’

Terwijl de handelsbalans voor voedingsmiddelen de afgelopen tien jaar in waarde is verbeterd ten opzichte van derde landen (wijn, granen, zuivelproducten), is deze verslechterd ten opzichte van de Europese Unie (zuivelproducten, vlees, meel, verse en verwerkte groenten en fruit). De auteurs van het rapport wijzen er ook op dat de handelsbalans "over het algemeen een tekort vertoont voor verwerkte producten, met uitzondering van zuivelproducten", als gevolg van een zwakke industriële basis in veel sectoren van de voedselproductie. Deze afhankelijkheid is nog duidelijker voor meststoffen. "Frankrijk importeert meer dan 80% van zijn kunstmest, waarvan een groot deel afkomstig is uit landen buiten de Europese Unie, waardoor een dubbele afhankelijkheid ontstaat: van derde landen en van fossiele brandstoffen", aldus de studie.

Soevereiniteit wordt ook gemeten in termen van zelfvoorziening. Het rapport merkt op dat Frankrijk zelfvoorzienend is "in 19 sectoren die samen 76% van het totale consumptievolume vertegenwoordigen". Hiertoe behoren sectoren met een structureel overschot, zoals granen, wijn en sterke drank, suiker en zuivelproducten. Zes sectoren, zoals pluimvee, durumtarwe en aardappelen, hadden een goede zelfvoorzieningsgraad maar zien die teruglopen door een stijging van de binnenlandse consumptie en/of een daling van de lokale productie. Zes andere categorieën levensmiddelen ten slotte zijn afhankelijk van invoer. Hieronder vallen groenten en fruit, eiwithoudende gewassen en aanverwante producten. Voor deze sectoren bestaan ‘soevereiniteitsplannen’, plannen van aanpak om meer zelfvoorzienend te worden.
 

Aanbevelingen

Voor de regering hangt de toekomst van de bevoorrading van Frankrijk af van de veerkracht van landbouwbedrijven en sectoren. De regering hamert op de noodzaak om boeren een goed inkomen te geven, zodat de landbouw aantrekkelijk blijft om in te werken en innoveert, en ze pleit voor herstel van het concurrentievermogen.

De uitdaging is viervoudig: ten eerste moet de zelfvoorziening omhoog in sectoren met de laagste zelfvoorzieningsgraad, door productie te verplaatsen of aan te passen aan veranderingen in consumentenvraag, maar ook door de binnenlandse verwerking te moderniseren. Ten tweede moet de afhankelijkheid van upstream inputs die essentieel zijn voor de productie worden beperkt, met name voor wat betreft plantaardige eiwitten en minerale stikstof. Ten derde is het belangrijk om de veerkracht van landbouwbedrijven te verbeteren door hun economische soliditeit te versterken en ze aan te passen aan toekomstige klimaatverandering. Tot slot moet er aandacht zijn voor het benutting en verwaarding van niet-voedingsgewassen uit de landbouw, o.a. die beter te reguleren.

Het rapport is de downloaden vanaf de site van het Franse ministerie van landbouw en voedselsoevereiniteit. Zie link onderaan dit artikel.

Rapport MASA voedselsoevereiniteit’
Beeld: ©MASA