Hectische jaren in Moskou voor landbouwattaché Erik Smidt

Hectisch, enerverend, boeiend. Met die woorden vat Erik Smidt zijn vijfjarige verblijf samen als landbouwattaché op de Nederlandse ambassade in Moskou. Een van zijn hoogtepunten: het Nederland-Ruslandjaar (2013). Een dieptepunt, niet verbazingwekkend, de wederzijdse sancties tussen de Europese Unie en Rusland en de enorme gevolgen die dat had voor de handelsrelatie tussen Nederland en Rusland.

Erik Smidt
Erik Smidt

Smidt is onlangs aan de slag gegaan als coördinator van het Dutch Risk Reduction Team bij RVO. Dit team is wereldwijd actief in gebieden waar sprake is van grote waterproblemen, zoals overstromingen en droogte. De experts die het team uitstuurt, geven advies aan overheden om soortgelijke problemen in de toekomst te voorkomen.

Nederland-Ruslandjaar

Smidt begon in augustus 2012 als landbouwattaché in Moskou, in de aanloop naar het Nederland-Ruslandjaar (2013). In dat jaar werd met tal van evenementen aandacht besteed aan de historische relatie tussen beide landen. Ook Koning Willem-Alexander bracht een bezoek aan Rusland.

Smidt was nauw betrokken bij de realisering van het Holland Dorp (oktober 2013) op het terrein van de grootste landbouwbeurs van Rusland. Hij kijkt daar met veel voldoening op terug: “Op zaterdag en zondag brachten honderdduizend mensen een bezoek aan het dorp, op werkdagen ruim 25.000 mensen. Holland Branding pur sang, de naamsbekendheid van ons land, en dus ook van producten van Nederlandse oorsprong, is in 2013 enorm vergroot.”

Grenzen dicht

Van de revenuen van het Nederland-Ruslandjaar heeft Smidt maar kort kunnen genieten. Het is allemaal bekend, politieke problemen tussen Rusland en de EU, waarop de EU sancties oplegt. Op 1 augustus 2014 sluit Rusland zijn grenzen voor invoer van een groot aantal agrarische producten uit de Europese Unie. De Nederlandse groente-, fruit- en zuivelsector worden hierdoor zwaar getroffen.

De regels waren en zijn complex, bovendien veranderen deze voortdurend.

Geen peren, wel zaaizaad

Voor Smidt breekt een hectische periode aan. “Als het gaat over sancties en tegensancties heeft de ambassade slechts een adviesfunctie aan bedrijven. Voor de rest moet je naar bevind van zaken handelen. Er was en is geen sprake van een totale boycot. Aan ons de taak om het in Rusland actieve Nederlandse bedrijfsleven goed te informeren over de precieze regels. Hebben we gedaan. Wat mag wel de grens over, wat niet. Bijvoorbeeld geen kaas, wel babyvoeding. Geen peren, wel zaaizaad. Geen vlees, wel sperma. De regels waren en zijn complex, bovendien veranderen deze voortdurend.”

Andere markten gevonden

Het actueel en snel informeren van het bedrijfsleven heeft ertoe geleid dat Nederland nog steeds een behoorlijke marktpositie heeft in Rusland, zegt Smidt. “Maar wel op andere markten. Kassenbouwers, zaadproducenten en bijvoorbeeld leveranciers van fokvee hebben hun positie weten te versterken. Tientallen Nederlandse bedrijven uit de agrofood-sector zijn de laatste jaren in Rusland actief geworden.”

Verhoging lokale landbouwproductie

De komst van deze bedrijven heeft ook alles te maken met de nieuwe economische strategie in Rusland. Smidt: “De Russische overheid wil af van de invoer van voedingsmiddelen. Minder import, verhoging van de eigen landbouwproductie en op termijn uitvoer. Het land heeft de ambitie om de voedselschuur van de wereld te worden.”

De lokale landbouwproductie wordt daarom fors gestimuleerd. “Dat biedt kansen voor leveranciers van plantaardig en dierlijk uitgangsmateriaal, maar ook voor stallen- en kassenbouwers en producenten van landbouwmachines. Nederlandse bedrijven hebben slim ingespeeld op het nieuwe beleid. Vanuit de ambassade hebben wij hen daarbij de weg gewezen en de juiste contacten gelegd.”

Made in Russia

Smidt constateert dat niet alleen het economisch beleid is gewijzigd, maar ook het consumentengedrag. “Vijf jaar geleden ging de voorkeur van consumenten uit naar producten uit het buitenland. Nu kiezen Russen massaal voor ‘made in Russia’. Die toegenomen vraag stimuleert de lokale landbouwproductie. En dat biedt dan tegelijkertijd weer kansen voor ons land. Er is grote behoefte aan hoogwaardig fokvee, onderstammen van fruitbomen en technologie. Met respect wordt daarbij gekeken naar de toppositie die Nederland inneemt op het agrarische wereldtoneel.”

Rusland is geen gemakkelijk land om actief te worden.

Veel bedrijven actief in Rusland

Inmiddels zijn veel Nederlandse agrobedrijven in Rusland gevestigd. Zaadproducenten als Enza Zaden, Rijk Zwaan en Bejo hebben er allemaal eigen productielocaties. Veevoerproducenten De Heus en Nutreco zijn in het land gevestigd. En sinds kort produceert Lely melkrobots in Rusland. “Ik kan nog veel meer bedrijven noemen. Vanuit het landbouwbureau op de ambassade zijn wij daar in vrijwel alle gevallen bij betrokken. Het is vaak een kwestie van tijdig de juiste mensen inschakelen. Het hebben van een netwerk is cruciaal voor het succes van een landbouwattaché.”

Op zoek naar lokale partner

Smidt geeft onmiddellijk toe, Rusland is geen gemakkelijk land om actief te worden. De regels waar het bedrijfsleven aan moet voldoen, veranderen regelmatig. Daar moet een ondernemer mee om kunnen gaan. “Daarom raad ik bedrijven altijd aan om eerst op zoek te gaan naar een lokale partner die weet hoe de hazen lopen. Russen kijken de kat uit de boom, het duurt een tijd voordat ze zaken willen doen. Persoonlijk contact is daarbij cruciaal. Een ondernemer die in Rusland succes wil boeken, moet zich regelmatig laten zien. Uiteindelijk komt die investering er altijd uit, want er kan in dit land veel winst worden gemaakt.”